woensdag 11 juni 2014

Patatje kapsalon

Als je in Nederland komt wonen is het niet onverstandig om een zakformaat woordenboek bij de hand te hebben. Of tegenwoordig kun je ook veel opzoeken op je telefoon. Er worden hier woorden gebruikt die voor menig buitenlander onbegrijpelijk zijn. Het is dan fijn, als je je even kan terugtrekken, in bijvoorbeeld het kleinste kamertje, oftewel de wc, om daar even op zoek te gaan naar het woord, zodat het toch lijkt alsof je alles snapt.
Nog vandaag kwam ik zo’n woord tegen. Hondengezeik. Dit had dus niets te maken met honden die een plas moeten doen. Het betekent dat je elke minuut van de dag iets doet. Een ander woord dat je redelijk snel leert hier is pokkenweer. Je hoeft maar naar buiten te kijken, vervolgens naar het gezicht van diegene die het woord heeft uitgesproken met de toon die daarbij hoort en het wordt duidelijk dat het niet om een zonnige dag gaat.  Klunen is ook een typisch Nederlands woord. Een woord dat je vooral in de winter hoort. Klunen is schaatsen zonder ijs. Een sloot is meestal niet helemaal bevroren, waardoor schaatsen onderbroken wordt.  Met andere woorden, je moet met je schaatsen aan over de zijkant van de sloot lopen, tot je weer bij een stuk sloot komt waar wel goed ijs op ligt.
Op de camping kan het voorkomen dat de buurman je waarschuwt voor een sleurhut die eraan komt. Nu moet je eerst opzij gaan als iemand je ergens voor waarschuw,t voordat je dat zakwoordenboekje erbij pakt, want die sleurhut gaat niet opzij. Die wordt voortgetrokken door een auto en heet in net jargon een caravan. Ik wist niet waar ze het over hadden.
Je kan in Nederland ook uit de muur eten. Je bevindt je voor een muur, met daarin allemaal kleine mini-raampjes, met trekhendels. Achter deze raampjes bevinden zich kroketten, frikadellen, bamischijven, en nog meer gefrituurd lekkers die je eruit kan halen, nadat je een euro of meer hebt betaald. Mijn ervaring is dat deze, na een avondje stappen, om half zeven in de ochtend, nog best smaken. 
Niet enkel eten haal je uit de muur. Je kan hier natuurlijk ook pinnen, alleen noemen ze het dan flappen tappen. Denk dus niet dat je een biertje krijgt als iemand het over tappen heeft. De inwoners van Twente noemen zeTukkers en als je oude kleren draagt, spreekt men veel over je oude kloffie.
Een vreemd fenomeen zijn de sauzen over je patat. Heb je mayonaise en pindasaus over je patat, dan noem je dat een patatje oorlog, maar als er over die patat shoarma vlees, kaasplakken, knoflooksaus en soms wat sla over gaat, dan noemen ze dat een patatje kapsalon. En om het helemaal ingewikkeld te maken bestel je in het zuiden geen patat, maar  friet.

Als je dat doet ben je een minkukel, en terwijl je het woord snel opzoekt kijken de omstanders je aan. Weer zo’n iemand van boven de rivieren zie je ze denken. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten