Als je in Nederland komt wonen is het niet onverstandig om
een zakformaat woordenboek bij de hand te hebben. Of tegenwoordig kun je ook
veel opzoeken op je telefoon. Er worden hier woorden gebruikt die voor menig
buitenlander onbegrijpelijk zijn. Het is dan fijn, als je je even kan
terugtrekken, in bijvoorbeeld het kleinste kamertje, oftewel de wc, om daar
even op zoek te gaan naar het woord, zodat het toch lijkt alsof je alles snapt.
Nog vandaag kwam ik zo’n woord tegen. Hondengezeik. Dit had
dus niets te maken met honden die een plas moeten doen. Het betekent dat je
elke minuut van de dag iets doet. Een ander woord dat je redelijk snel leert
hier is pokkenweer. Je hoeft maar naar buiten te kijken, vervolgens naar het
gezicht van diegene die het woord heeft uitgesproken met de toon die daarbij
hoort en het wordt duidelijk dat het niet om een zonnige dag gaat. Klunen is ook een typisch Nederlands woord.
Een woord dat je vooral in de winter hoort. Klunen is schaatsen zonder ijs. Een
sloot is meestal niet helemaal bevroren, waardoor schaatsen onderbroken
wordt. Met andere woorden, je moet met
je schaatsen aan over de zijkant van de sloot lopen, tot je weer bij een stuk
sloot komt waar wel goed ijs op ligt.
Op de camping kan het voorkomen dat de buurman je waarschuwt
voor een sleurhut die eraan komt. Nu moet je eerst opzij gaan als iemand je
ergens voor waarschuw,t voordat je dat zakwoordenboekje erbij pakt, want die
sleurhut gaat niet opzij. Die wordt voortgetrokken door een auto en heet in net
jargon een caravan. Ik wist niet waar ze het over hadden.
Je kan in Nederland ook uit de muur eten. Je bevindt je voor
een muur, met daarin allemaal kleine mini-raampjes, met trekhendels. Achter
deze raampjes bevinden zich kroketten, frikadellen, bamischijven, en nog meer
gefrituurd lekkers die je eruit kan halen, nadat je een euro of meer hebt
betaald. Mijn ervaring is dat deze, na een avondje stappen, om half zeven in de
ochtend, nog best smaken.
Niet enkel eten haal je uit de muur. Je kan hier natuurlijk
ook pinnen, alleen noemen ze het dan flappen tappen. Denk dus niet dat je een
biertje krijgt als iemand het over tappen heeft. De inwoners van Twente noemen
zeTukkers en als je oude kleren draagt, spreekt men veel over je oude kloffie.
Een vreemd fenomeen zijn de sauzen over je patat. Heb je
mayonaise en pindasaus over je patat, dan noem je dat een patatje oorlog, maar als
er over die patat shoarma vlees, kaasplakken, knoflooksaus en soms wat sla over
gaat, dan noemen ze dat een patatje kapsalon. En om het helemaal ingewikkeld te
maken bestel je in het zuiden geen patat, maar
friet.
Als je dat doet ben je een minkukel, en terwijl je het woord
snel opzoekt kijken de omstanders je aan. Weer zo’n iemand van boven de
rivieren zie je ze denken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten