zondag 26 mei 2013

bruiloft

Een nichtje van me gaat trouwen. Altijd leuk een feestje. Bij ons in het bijzonder. Het blijft een soort van reünie, iedere keer weer. Eens in de zoveel jaar lukt het zelfs om met de hele familie bij elkaar te zijn.
Bij een bruiloft hoort altijd een beetje bruiloft stress. Niet alleen bij het bruidspaar, ook bij de gasten, zeker als het bruidspaar een specifieke dresscode toevoegt aan de uitnodiging. In dit geval is dat casual chique met een touch of purple. Dat casual chique was niet moeilijk. Even opzoeken en dat was duidelijk. Althans dat dacht ik, want mag een nette spijkerbroek voor een man nu wel of niet? In onze ogen is een spijkerbroek op een bruiloft not done. Dat doe je gewoon niet, maar als hij nou heel netjes is en hij heeft de juiste accessoires erbij? Mag het dan wel?
De discussie die we voeren zijn nog redelijk beschaafd. Ik vermoed dat van de familie , de mannen toch wel in pak komen. Niet driedelig, maar wel netjes met stropdas. Zijn ze dan overdressed? Waarschijnlijk wel. Maakt het ze iets uit? Waarschijnlijk niet.
Is dit nu typisch Antilliaanse beleefdheid: op een bruiloft draag je een pak. Punt. Geen discussie, dat hoort, dat getuigt van respect en daar doe je geen concessies in. Of is het Casimiri-eigenwijsheid? Je kunt wel zeggen casual chique, maar wij vinden het toch beter om dat iets anders te doen. Kun je deze twee dingen los van elkaar zien? Er zijn ongetwijfeld mensen die nu vinden van niet, maar er is ook nog zoiets als Casimiri beleefdheid. Ik zie het voor me. De mannen komen dus in pak, maar zullen de gasten die wel een spijkerbroek dragen daar niet op aanspreken. Hooguit een kleine hint hier en daar, maar niets vervelends. Het zou pas een probleem worden als de bruidegom een spijkerbroek zou dragen.
Voor ons vrouwen is vooral die touch of purple een uitdaging. Wat kan nog wel en wat niet meer? Wanneer is een touch too much? In ieder geval niet als ze vragen wat jouw touch of purple is. Dan ben je te subtiel geweest. Een strikje, een lintje, een blousje en zelfs een blauw/paars oog heb ik al gehoord. Dat vind ik overigens wel ver gaan hoor. Vallen op je oog, zodat je kunt voldoen aan die touch of purple.
Ik verheug me op de familie foto. De laatste is toch alweer van een paar jaar geleden. Iedereen is er nog en daar ben ik dankbaar voor. Was het voorheen een zwart gala geheel dat de foto sierde, dit jaar zal paars de overhand hebben, subtiel of niet, bijzonder in ieder geval. Net als onze familie. Beleefd wanneer nodig, maar meer nog eigenwijs.


zaterdag 18 mei 2013

dierentuin


Naar de dierentuin gaan heb ik altijd leuk gevonden. Keuze genoeg hier in Nederland. Elke provincie heeft minimaal één dierentuin en sommigen wel meer. Ik heb de meesten ervan ook gezien. Nu vind ik Burgers Zoo in Arnhem het mooist. Vanwege de ruime opzet en grote dierenverblijven. Voor de meesten is er een ruimte gecreerd die enigszins doet denken aan de natuurlijk omgeving van het beest. Hoewel dat natuurlijk zeer bedrieglijk is, aangezien de meeste dieren inmiddels geboren zijn in dierentuinen, dus als zo’n beest, ik noem even een leeuw,  geboren is in een betonnen hok van drie bij drie meter in dierentuin A en hij mag, als hij volwassen is, naar dierentuin B, waar ze een steppe hebben nagebouwd, dan schrikt zo’n beest zich wild. Dan heb je pas echt wilde beesten. Wat moet hij met zo’n zandgrond. Beton is wat hij kent en een bezem die zijn poep achter hem opruimt.
Je hebt hier ook speciale dierentuinen, die zijn gespecialiseerd in één soort. Bijvoorbeeld de Apenheul. Allemaal apen. De meesten achter slot en grendel, oftewel glas en traliewerk, maar ook een heel stel die los lopen. Met duidelijke instructies over wat je wel of niet los bij je mag dragen, loop je rond en als je geluk hebt komt er een aapje op je schouder zitten. Gaat hij een beetje zitten vlooien in je haar. Heb je pech dan ben je je zonnebril kwijt die je net nog op je hoofd had, en is de aap met zonnebril een eigen attractieshow begonnen.
Maar de echte attractie als het op dieren aankomt is toch wel in de dierentuin op Curaçao. Ook daar kwam ik graag en nog steeds kom ik er wel eens. Het is hier en daar goed zoeken naar de beesten, want veel hokken staan leeg. Zo weet ik bijvoorbeeld niet of de krokodil nog leeft in zijn waterplas. Het water is immers net zo groen als het beest zelf. De leeuw leeft niet meer volgens mij. Voor omwonenden altijd weer een gevoel van thuiskomen als ze ’s avonds op de porch zaten en de leeuwen begonnen te brullen. Veel vrienden die overkwamen uit Nederland werden voor de gek gehouden. Dan werd er verteld dat er leeuwen losliepen op het eiland en pas de volgende dag zagen ze dat ze naast de dierentuin hadden geslapen.
Het mooiste beest was toch wel de aap. Die grote aap, ongeveer in het midden van de dierentuin. Het meest bijzondere was natuurlijk dat de aap sigaretjes rookte. Achteraf gezien natuurlijk pure dienmishandeling, maar toentertijd vonden wij het toch ook wel grappig en vermakelijk. Zou hij ook zo begonnen zijn, net als de kleine aapjes in de Apenheul. Een sigaretje pikken van een bezoeker en snel oproken. Het is nog even wachten, maar ik voorspel dat binnen afzienbare tijd een filmpje op youtube zal komen met een aap die spelletjes speelt op de I-pad.

zondag 12 mei 2013

saamhorigheid


Als ik ’s ochtends wakker wordt is het openmaken van mijn laptop één van de eerste dingen die ik doe. Even snel kijken op Facebook. Ik heb het perfecte excuus hierop gevonden, aangezien sommigen dit toch een vorm van verslaving zouden noemen. Ik wil graag weten wat mijn vrienden en familie overzees hebben gedaan, terwijl ik lag te slapen. Puur uit interesse natuurlijk en zeker niet uit nieuwsgierigheid. Hoewel een goede roddel altijd leuk is om te lezen.
Als mij wordt gevraagd of er nog iets leuks te vertellen was op Facebook moet ik meestal zeggen dat er niet veel gebeurd is. Tot afgelopen maandag. Nu kreeg manlief niet eens de tijd om te vragen of er nog iets gebeurd was. ik liep met laptop en al de slaapkamer weer in om hem te vertellen van de gruwelijke moord op Helmin Wiels. Ongeloof was af te lezen op mijn gezicht en ongeloof is ook wat ik bij ieder ander las die er iets over kwijt wilde op internet. Facebook kleurde zwart onder mijn vrienden.
De vergelijking met Pim Fortuyn werd al snel gemaakt en ik zie hem ook. Bij Wiels was je of voor zijn ideeën of tegen zijn ideeën lijkt het wel. Een soort van middenweg was er niet en men kwam openlijk uit voor zijn of haar mening hierover. Maar dat maakt nu allemaal niets meer uit. Wat Wiels misschien uiteindelijk ook graag gewild zou hebben gebeurde nu. Er ontstond verbroedering. Er ontstond een gevoel van saamhorigheid. Men was het met elkaar eens: het maakte niet uit wat Wiels te vertellen had, je bleef van hem af. Zoals je van iedereen af hebt te blijven. Het hebben van een mening mag nooit de reden van moord zijn. En het lijkt dat dat gebeurd is.
Wat de ware toedracht is, is bij het schrijven van deze column nog niet bekend. Misschien komen we er wel nooit achter, maar wat zullen ze hun best doen om het te weten te komen. Hoe erg ik het ook vindt, hoe erg ik het ook veroordeel wat er is gebeurd, ik ben blij met het gevoel van saamhorigheid dat ik proef onder mijn kennissen en vrienden. Ook onder vreemden die ik spreek in Nederland hierover. Een soort van musketier gevoel. Eén voor allen en allen voor één.
Laten we dat gevoel vooral zo houden. Samen zijn we sterk, samen verwerken we verdriet sneller en beter. Samen bouwen we weer verder aan de toekomst. Een toekomst waar we met elkaar in vrede samen kunnen leven op dat hele kleine stukje rots in die immens grote Atlantische oceaan. Ik zet mijn voeten voorwaarts en zal figuurlijk, en jammer genoeg waarschijnlijk ook letterlijk, nog vaak struikelen. Dat is niet erg. Ik ben in de wetenschap dat ik wordt opgevangen door mijn vrienden en familie. Zij geven mij dat gevoel van saamhorigheid dat ik ook nu voel en ik hoop dat anderen dit ook voelen, want het voelt fijn. 

maandag 6 mei 2013

geluidsoverlast


Volgens mij was het mijn verjaardag en werd ik twaalf. Ik zou een heus disco feestje hebben. Ik had vijf vriendinnen uitgenodigd. Bij ons thuis. In de woonkamer hadden we de meubels wat aan de kant geschoven en mijn ouders hadden echte lichtboxen kunnen lenen. Met drie gekleurde lampen die afwisselend brandden. Helemaal cool vond ik dat toen.
Nu zou je er als ouder niet meer mee wegkomen. Je krijgt van je kind op zijn minst een enkeltje dichtstbijzijnde café, met de instructie om niet voor twaalf uur thuis te komen. Lichten regelen ze zelf wel. In elke vriendengroep zit wel een dj-aspirant en muziek is zeker geen probleem met al die moderne divices van tegenwoordig. Wat draadjes en steckertjes verbinden en voordat je het weet heb je een heuse disco in je huis.
Goed, mijn discofeestje. De muziek ging aan en we waren vast aan het dansen. Dat weet ik niet meer. Om negen uur ging de deurbel. De buurman, of die herrie nu toch echt uit kon. Mijn vader heeft hem nog net niet echt in zijn gezicht uitgelachen, maar de muziek bleef aan. Er was zelfs overleg over geweest. Hij was , zoals dat hier gebruikelijk is, bij de buren langs geweest en had aangegeven dat er een feestje zou zijn tot ongeveer elf uur. Om tien uur ging weer de deurbel. Nu stonden er twee agenten in vol ornaat. Er waren klachten gekomen uit de buurt wegens overlast. Geluidsoverlast. Mijn vader schoot nu wel hard in de lach en nodigde  de agenten uit om binnen te komen. Het biertje sloegen ze af, maar na het discofeestje gezien en gehoord te hebben namen ze vriendelijk, zonder enige restricties afscheid.
Hoe anders gaat het dan op Curaçao. Wij woonden op Amerikanenkamp en hadden elk weekend gratis muziek. Overlast, ach, het is maar waar je van houdt. Rond de carnaval hadden wij elk weekend tumba festival, dat we live konden volgen als we op de porch zaten. Met kerst repeteerden de aginalda’s in de buurt hun repertoire, en alle andere weekenden had de snèk zijn alleenrecht. Uit boxen, die hun beste tijd gehad hadden schalde de muziek ons tegemoet. Meestal werd het rond een uur of vier wel rustig. En als we er echt last van hadden, dan gingen we slapen, binnen in de airco, dan hoor je het niet meer.
Ik denk dat de familie Jansen dat ook had willen doen, ware het niet dat ze geen airco hadden. Wel een afzuigkap, die ook een zoemend monotoon geluid maakt. Hadden ze die maar even aan kunnen zetten, maar die werkte niet. Het bijbehorende rookkanaal was bij een eerdere ruzie al een keer dichtgetimmerd.
Ik ga nog even genieten van de tumba’s van dit jaar. Ik sluit mijn pc aan op de stereo en zet hem goed open. Dan heb ik geen last van Paaspop, een popfestival in het dorp op nog geen 800 meter hier vandaan. Hoor ik daar nu de bel? Nee, dat kan niet en swingend negeer ik het geluid dat een einde zal maken aan mijn eigen tumbafestival.