De vrijheid van een vogel is toch het ultieme gevoel van
vrijheid. Je vliegt wanneer je wilt, waarheen je wilt en met wie je wilt. Nou
is de oversteek over de oceaan voor de gemiddelde vogel toch een beetje ver,
dus het zou fijn zijn om als tropische vogel geboren te worden. In de warmte,
met een lekker briesje, zo nu en dan een flinke storm of orkaan, maar met
genoeg bomen altijd plek om te schuilen.
Natuurlijk moet je als vogel wel uitkijken dat je niet
gevangen genomen wordt. Dit zal in de koudere streken ( Europa, Noord-Amerika)
minder vaak voorkomen, maar in de tropen des te meer. In Azië loop je het
risico dat je met een lekker sausje op iemands bord terecht komt, in Europa zal
dat hooguit gebeuren als je als kip of kalkoen geboren wordt. In Zuid-Amerika
kan het gebeuren dat je gevangen genomen wordt om tentoongesteld te worden. Het
liefst in een dierentuin in willekeurig welk land. Met een beetje geluk wordt
je leefklimaat wel nagebootst en heb je het niet steeds koud, maar met een
beetje pech zit je de rest van je leven aan een ketting vast op een stokje in
de kou om die andere wezens, mensen genaamd te moeten vermaken.
Nee, als vogel moet je een beetje uitkijken en dan zijn
mensen niet eens je ergste vijand. Stel je bent een Chibichibi, of een bariak
hèl, een bachi pretu of een suikerdiefje, oftewel een klein geel vogeltje, met
zwarte vleugeltjes en je hebt een leuk vrouwtje gevonden. Samen met mevrouw
Chibichibi besluit je een nest te bouwen. Weken zijn jullie bezig met het
verzamelen van takjes, draadjes uit de mop, stukje haar die rondwarrelen van
hond of kat, kleine takjes van plantjes nabij en dan is het nest klaar. Je bevrucht
je vrouw en zij legt haar eieren in jullie net gebouwde nest. Samen houden
jullie de wacht en niet veel later worden daar ienie mienie kleine vogeltjes
geboren. Om beurten worden ze gevoed, maar oh wee, daar schuilt het gevaar. De grote
meneer Chuchubi houdt het nest ook al dagen in de gaten. En hij niet alleen,
ook zijn metgezel is aanwezig. Ze prikken af en toe eens in het nest om te
kijken of de kleine kuikens al vet genoeg zijn en als de mens er niet is om hem
weg te jagen, zal hij een keer toeslaan.
Maar voordat meneer of mevrouw Chuchubi van hun lekkere maal
zullen kunnen genieten is meneer Raton hen al voor geweest. Met een smoes weet
hij zich toegang te verschaffen in het nest en voordat iemand nog een keer met
zijn ogen kan knipperen zijn de ienie mienies verdwenen. Meneer en mevrouw
Chibichibi verbaast achter latend.
Ik stel een algemeen rattenverbod in. Verboden toegang tot
de tuinen. U dient zich te beperken tot de rooien. U mag zich tot tien
centimeter buiten uw leefgebied begeven, mits u daarvoor een vergunning heeft
gevraagd. Bij overtreding zullen wij ons beroepen op de wet: inheemse dieren in
bedreigde staat.