zondag 24 februari 2013

gelijkvloers


Ons huis heeft één verdieping. Het huis van mijn zus al twee. Volgens mijn zoontje woont mij zus in een hotel, met al die kamers. 
Hij sliep boven en wij beneden. Maar daar was meneer het niet mee eens. Ook hij wilde beneden slapen. Net als iedereen, was zijn verweer. Net als papa en mama en de poes. Tegen dat laatste kon ik niets meer inbrengen, dus hij mocht ook naar beneden. We hadden nog een kamer over, dat wil zeggen, dat was studeerkamer, maar goed, we wilden het best proberen. Niet alles meteen omruilen, maar een proefperiode van een paar weken.
Het gevolg is nu dat hij slaapt tussen heel veel boekenkasten en ik werk , terwijl ik kijk naar een posten van Pluk van de Petteflet.
Als kind had ik mij nooit gerealiseerd dat wonen op één woonlaag erg prettig is. Het was vanzelfsprekend. Iedereen woonde op dezelfde verdieping. Je had maar één verdieping.  Hooguit een paar treetjes om je huis binnen te komen. Ooit bedacht om het stof van het zand, uit de tuin, buiten te houden.
Toen wij ons huis kochten vond ik het meteen erg fijn dat we maar één verdieping hadden in dit huis. Je hoefde hooguit één trap op. En nu die kleine beneden slaapt hoef ik niet meer meerdere keren per dag naar boven. Ik werk er nu, dus dat is één keer heen en één keer terug.
Voor de rest hebben wij alles gelijkvloers. Mensen vragen wel eens bij binnenkomst of ik heb moeten wennen aan dit huis. Nee joh, zeg ik dan altijd, het is net als vroeger. Alles gelijkvloers, heerlijk.  Ik snap ook niet dat er op Curaçao steeds meer de lucht in wordt gebouwd.  Ik zie het als een soort van luxe. Het ene huis is nog groter dan het andere en dan die verdieping erop. Dat is het. Wat ze dan vergeten is dat je dan ook al die trappen op moet.  Als je kind ziek is, kun je een trap op. Wat zeg ik, dan kan je die trap wel tien keer op. Ben je aan het opruimen, dan kan je die trap weer op. En waar lag nou ook alweer dat ene boek. Oh ja, boven, en daar ga je dan weer.

 Als student heb ik altijd in een flat gewoond en dat beviel prima. Ook alles gelijkvloers. Net als nu, maar dan met minder mensen om me heen.
Nee, ik zou niet anders meer willen. Het voelt als thuis, het is luxe. 

zondag 17 februari 2013

zumba


Ik draai naar links, zet mijn voet op rechts, kijk in de spiegel en zie dat het goed gaat. En nog een keer. Meerdere keren herhaal ik deze passen, waarna we met de heup wiegend een paar passen naar rechts maken.
Zumba lessen zijn een groot feest voor mij. Ik ken de pasjes, ik ken de muziek, ik ken het ritme. De mevrouwen naast mij hebben er duidelijk meer moeite mee. Ga ik zwierend naar links, staan zij nog worstelend met hun rechterbeen tegen hun linkerkuit aan, te bedenken of rechtsom ook echt rechts is, of door de spiegel bekeken misschien links. Ondertussen ben ik drie maten verder als ik mijn buurvrouw in een te snel tempo op mij af zie komen.
Nee buurvrouw, denk ik, met een verschrikt gezicht, naar links, naar links, maar niks links. De enige die nog een botsing kan voorkomen ben ik zelf en heupwiegend doe ik een aantal passen naar voren. Dit brengt mijn buurvrouw dusdanig van haar stuk dat ze abrupt stil staat en de spiegel inkijkt naar de leraar. Nog even en ze steekt haar vinger op om te verklappen dat ik het niet goed deed.
Goh, zou je denken, met al die spiegels, het was duidelijk zichtbaar. Ze zwiept haar haren naar achteren. Het zweet spat uiteen bij deze onverwachte beweging en om aan dit zweetbad te ontkomen doe ik weer een paar passen in de andere richting. Beter blijf ik een beetje uit haar buurt.
Ik was begonnen met Zumba voor het sporten. Gezond, gezellig en volgens intimi niet moeilijk. Inderdaad. Het is niet moeilijk, danspasjes op merengue’s, salsa’s, bachata’s, etc. Hoe moeilijk kan het zijn……voor een Antilliaan. Ik hoor de muziek en beweeg al. Uitslover, hoor ik sommigen denken, maar ik kan er niets aan doen. Als ik de muziek hoor dan ga ik bewegen. Ik moet gewoon, ik kan het niet stoppen.  Dit in tegenstelling tot mijn buurvrouw in de zaal. Die begint  te zuchten als de muziek begint. Daar gaan we weer, hoor ik haar denken. En dan is het nog vrijwillig ook.
 Na een uur springen, dansen, draaien, heupwiegen zie ik om mij heen allemaal kletsnatte vrouwenlijven. Hoewel de reclames doen vermoeden dat er net zoveel mannen als vrouwen aan Zumba doen, heeft de Brabantse man zich nog niet laten zien. Althans niet bij ons in de sportschool. Zumba wordt bij ons in de sportschool gegeven. Het wordt ook verkocht als workout, maar wat het voor mij niet is, is een sportuitdaging. Na dat uur heb ik nog geen natte draad aan mijn lijf hangen. Ik heb hooguit licht buiten adem, maar dan houdt het ook op. Ik snap het wel. Het komt bij mij van nature, ik beweeg en hoef niet na te denken, dit in tegenstelling tot mijn buurvrouw, die moet bij elke pas nadenken wat haar volgende pas moet zijn. En doordat ze nadenkt loopt ze steeds uit de maat, wat ze weer wil corrigeren, wat dan niet lukt, en zo houdt ze de vicieuze cirkel zelf in stand. De enige spieren die bij mij een soort van workout krijgen, zijn mijn lachspieren, maar wel stiekem. Ik wil de buurvrouw niet boos maken. Kijk uit, daar komt ze aan en snel verander ik van richting. Ik buk om de zweetdouche te ontwijken en biedt haar mijn  haarelastiek aan. 

zaterdag 9 februari 2013

dranghekken


Carnaval is alweer voorbij als u dit leest, maar dat deert niet. Mijn verbazing kan ook nog lang daarna gelezen worden.
Ik zag  dranghekken bij de optocht van de carnaval. Ongelooflijk. Het zal allemaal met veiligheid te maken hebben en er zullen vast mensen over nagedacht hebben, maar lieve mensen, dranghekken?
Het ware volksfeest, op straat, dansen met elkaar, met bekenden uit de stoet wordt hier nu weggehaald. Ik had al begrepen dat het al zo’n moeite kostte om nog überhaupt een staanplaatsje te kunnen vinden, omdat er zoveel  tribunes waren gebouwd.
Ik weet nog dat wij op de Rode weg stonden. Uitbundig dansen met de mensen om ons heen, met de mensen uit de stoet. Drinken haalde je bij de snack, een kippenpoot kreeg je soms van de buren. Ongedwongen en gezellig. Niet georganiseerd en geen puinhoop.
Aan het einde van de stoet liep je mee. soms al eerder als je een bekende tegenkwam, maar de grootste groep sloot achteraan aan. achter de laatste brassband liepen we swingend mee tot het einde van de rit. Dat kon allemaal, dat mocht allemaal. Dat had sfeer.
Nu vraag je om problemen denk ik, mensen willen toch die bekende even groeten in de stoet, je springt dus over het dranghek wat niet mag en naar alle waarschijnlijkheid is er opdracht gegeven om daar tegen op te treden. De beveiliging staat klaar om mensen weer terug te sommeren over de hekken heen. En dat met drank in het spel is vragen om problemen.
Ik weet niet wie dit heeft bedacht, maar het kunnen dit keer geen Nederlanders zijn. in Nederland staan nergens dranghekken bij de optochten. Daar loopt iedereen over straat en als je een bekende tegenkomt dan loop je een stukje mee.
Ja, dat zorgt soms voor opstoppingen, maar dat weet je. Daar hou je al rekening mee. in de opstoppingen kun jij mooi iets te drinken halen of even een plaspauze houden zonder dat je vele mist van de optocht.
Met andere woorden, de functie van de dranghekken kan meteen onderuit gehaald worden. Nu heeft het vooral heel veel geld gekost. Dat geld hadden ze beter kunnen besteden aan drankhekken. Niet langs de hele stoet, maar om de honderd meter drankhekken. Hekken waaraan watertappunten aan bevestigd zijn, zodat je daar gedurende de dag gratis water kan bijtappen in je eigen fles die je van thuis hebt  meegenomen. Kijk, dan geef je het geld ook uit aan de bevolking, maar op een sympathieke manier.

zondag 3 februari 2013

Psssst....


Je hoort het hier niet vaak meer. Dat je wordt nagefloten als je op straat loopt. Als je de verhalen mag geloven werd je vroeger altijd nagefloten als je langs een bouwplaats liep. Ik geloof niet dat dat nog gebeurt. Kan dat natuurlijk meerdere redenen hebben.
 Er wordt in de winter minder gebouwd, het is koud, dus de mannen hebben wel iets anders aan hun hoofd dan vrouwen nafluiten.
Of …  er zijn te veel aanklachten geweest van vrouwen, waardoor de mannen het niet meer in hoofd halen om te fluiten. Voordat ze het weten hebben ze weer een proces aan hun broek hangen en eigenlijk hadden ze liever zo’n vrouwtje aan hun broek hangen.
De derde reden waarom het misschien niet meer, of minder gebeurt kan ook mijn leeftijd zijn. Zo kom je op een punt dat je niet meer wordt nagefloten. Je kijkt nog een keer in de spiegel, tja, je moet bekennen dat je haar wel eens beter heeft gezeten en ja, die broek had allang een keer meegegeven mogen worden aan het goede doel, maar hij was nog heel, dus zonde om weg te doen. Dat bouwvakkers dan niet meer fluiten kon je je nog wel voorstellen, maar leuk is anders.
Natuurlijk moet je als vrouw mopperen als mannen je nafluiten. Dat wordt ons geleerd. Dat het niet zo hoort. Dat je je er maar niets van moet aantrekken, dat het ordinair is en dat ze dat bij iedereen doen. Maar als jij niet meer iedereen bent, dan wordt het toch een ander verhaal.
Voortaan toch maar wat lippenstift opdoen voordat je de deur uitgaat. Of in ieder geval die schoen met die hakken in plaats van die platte zolen. En als je de eerste keer bij het langslopen niet gezien wordt, dan kan je altijd nog een paar keer op en neer. Dan heb je uiteindelijk wel spijt van die hakken, maar a la, je moet er iets voor over hebben.
Een andere methode is wat duurder, maar we effectiever. Je loopt het reisbureau binnen, je koopt een reisje naar Curaçao. Het liefst alleen of met je vriendinnen. Niet met je vriend of man, die moet je thuis laten. Bij aankomst op het eiland ga je zo snel als je kan naar Punda. Zo tegen de avond moet het toch lukken. Nagefloten worden. Op zijn Curaçaos dan wel te verstaan. Psssst. En als je echt veel geluk hebt, dan hoor je nog een skaatje erachteraan.
Natuurlijk hoor je het niet leuk te vinden. Je kijkt de man ook echt vernietigend aan. Je zegt niets, je tuit je lippen en je probeert een soort van afweergeluid te maken, maar stiekem, heel diep van binnen, gloei je weer. Yes, denk je, ik wordt weer nagefloten, ik mag er nog zijn. Niets haren die niet in de juiste coupe zitten, of rok die al even uit de mode is. Je vrouwzijn  wordt erkend.