zondag 21 oktober 2012

mosselen


Ik denk dat we net een paar jaar in Nederland woonden dat mijn moeder overkwam en ons meenam naar Antwerpen. Goed voor onze culturele ontwikkeling, en gezellig even met de meiden samen weg.
Met de trein kwamen we aan op het station in Antwerpen. Prachtig , wat een gebouw, maar wat rommelde daar. Onze magen. Het was lunchtijd en we lustten wel wat. Mosselen zouden het worden besloot mijn moeder. Die kon je in Antwerpen zo lekker eten.
We liepen in Antwerpen over de Keyserlei richting mosselen toen mijn zus en ik een Pizzahut zagen.
‘Aaaaarrrch, PIZZHUT’, riepen we om het hardst. Daar wilden we heen.  Die had je in Nederland niet en het zou nog zooooooo lang duren voor we weer op Curaçao zouden zijn, zeker nog twee maanden,  dus of we dan nu echt naar de Pizzahut konden gaan. Mijn moeder ging overstag. Mijn moeder die elke dag naar pizzahut kon als ze dat wilde, maar bijna nooit verse mosselen kon eten ging overstag.
Dat het niet alleen bij de mosselen zou blijven werd later duidelijk. Er verscheen in Nederland Appelbee’s. die kenden we nog van Curaçao dus daar wilden we heen. Dat dit restaurant alleen in Maastricht en in Scheveningen zat deerde niet. We moesten soms ruim anderhalf uur in de auto zitten om er te kunnen eten, maar we hadden het er voor over. Dit restaurant zit niet meer in Nederland. Willen we de Amerikaans-Mexicaanse kaart hebben, dan kunnen we nog terecht in Amsterdam bij het hardrock café, maar verder zou ik het niet weten.
Op Curaçao hebben we weer heerlijk jalapeño poppers gegeten en mozzarella sticks. Toevallig in Groningen op het terras dat ik de  poppers op de kaart zag staan. Meteen maar twee porties besteld. En de mozzarella sticks bij de groothandel gehaald, want in de supermarkten kan je ze hier niet krijgen.
Niet alleen met eten wil ik juist dat van thuis. Zo ook met kleding. Kleding van het merk the Gap kan je in Nederland niet kopen. Wel in Parijs en in Londen, maar om nou iedere keer daarheen af te reizen, dat wordt te kostbaar. Lijstjes met vrienden en familie meegeven is geen probleem. Zij kopen voor ons in.
Andersom heb ik het niet. Hoewel ik ook de DA inliep. Ook weer gauw uitliep overigens. Wat duur vergeleken met de botica. Wat ik nog wel graag zou zien op Curaçao is een HEMA. Maar dan wel als ik daar woon. Nu nog niet. Nu hoort die nog in Nederland, maar als ik daar ooit eens zou wonen, dan is de HEMA juist uit Nederland en dan wil ik die wel graag daar hebben. En als die er niet komt heeft dat ook zijn charme. Iedereen die naar Nederland gaat krijgt van mij een lijstje mee om spullen in te kopen.  Kijken of het die kant uit ook werkt. Nu nog iemand vinden die tegen die tijd mosselen mee kan nemen. Zodat ik mijn moeder kan verrassen met ‘verse’ mosselen.

zaterdag 13 oktober 2012

Euro Disney


Toen wij op Curaçao woonden zijn we twee keer naar Disney World geweest. Beiden keren niet als kind. De eerste keer was ik zestien, de tweede keer net twintig meen ik.
Beide keren gedroeg ik me zeker wel als kind, maar je kan niet anders in zo’n park. Iedereen is weer een beetje kind. Je moet wel, om geen last te hebben, van de lange rijen waar je in moet staan. Als volwassenen zie je de rij en ben je daarna constant bezig en aan het tellen hoelang het nog duurt. Als kind onderga je zo’n rij. Je krijgt van je moeder een snoepje en wat te drinken. Ze doet een spelletje met je en voordat je het weet is de rij voorbij.
Ik probeer mijn man al jaren mee te krijgen naar Euro Disney. Niet in de winter. Zeker in de zomer, ik wil op zijn minst proberen om het Florida weer na te bootsen. Dat zal nooit helemaal lukken, maar in de winter is het zeker kansloos. Maar weer of geen weer, mijn man wil er niet heen. Hij is meer van de bossen en zelf ontdekken.
Nu waren we in de zomer in Venetie. Daar wilden we allebei heen. maar eerlijk is eerlijk, we hadden net zo goed naar euro Disney kunnen gaan.
We namen de boot naar Venetie om de auto niet te hoeven parkeren. We stonden in de rij om de boot op te mogen. Op de heenweg duurde dat niet zo lang. Op de terugweg werden we bijna de kade afgedrukt, zo hard werd er geduwd om de boot op te komen. Iedereen wilde mee.  Daarnaast duurde het wachten op de boot eindeloos.
In Venetië zelf begon de pret. Het leek wel één groot mierennest. Wat een mensen. We lieten ons niet kennen en kozen een route. Welke maakte niet uit, bleek al gauw. Overal waren mensen. We doken een lunchroom in om wat te eten. De rekening was anders dan de prijzen aangegeven in de vitrine, maar bij navraag, bleek dat als je zit, je meer moet betalen dan als je het meeneemt en op straat eet. Ook maakt het uit of je op het terras zit bij muziek, of binnen, of staat. Niet zo vreemd dus dat het grote terras op het San Marcoplein , bij het orkest nagenoeg leeg was.
Venetië staat bekend om zijn gondelbootjes. Hier waren geen rijen. Joepie. Al snel werd duidelijk waarom. De prijs per rit was honderd euro. We hebben veel foto’s gemaakt en genoten vanaf de bruggen. De bootjes werden acuut minder aantrekkelijk.
Daarnaast zagen we dat de bootjes aan het filevaren  waren. In een lange slinger op de grachtjes.
De ambulanceboot was wel spectaculair om te zien. Zo zou er ook een politie- en brandweerboot moeten zijn, maar die hebben we gemist.
Hierop terugkijkend denk ik dat Disney World niet veel verschilt met Venetië. Lange wachtrijen hebben we gehad, heel veel mensen die hetzelfde willen, de hoofdprijs betalen voor het eten dat je eet en tot slot, je bent gewoon doodmoe als je weer naar huis wil en de kinderen jengelen.
Ik denk dat ik Euro Disney nog eens in de strijd ga gooien. 

zaterdag 6 oktober 2012

50 graden


Ik moet me er ook niet mee bemoeien, maar soms hoor ik dingen en dan kan ik het gewoon niet laten. Ik moet er iets van zeggen.
Zo stond ik een paar weken geleden in het Kruidvat. Een soort botica, alleen kan je hier geen medicijnen met recept kopen. Ik hoorde hier de volgende conversatie tussen twee medewerksters.
‘Het zou er nu vijftig graden zijn’.
‘Pff, dat is wel heel warm’.
‘Ja veel te warm, dan ga ik liever in de winter, dan wil ik wel die warmte hebben’.
‘Maar wil je perse naar Bonaire’.
En toen kwam de conversatie pas bewust bij mij binnen. Bonaire, vijftig graden? Met wie had deze mevrouw contact gehad?  Zal ik wel iets zeggen, zal ik niets zeggen, zal ik wel, zal ik niet, wel niet. Ja hoor, da ga ik weer.
‘Sorry dat ik me er even mee bemoei’,begin ik. Sorry zeg ik dan maar altijd, want hoewel het natuurlijk niet netjes is om gesprekken af te luisteren heb ik dit toch maar wel gedaan. Dus even sorry zeggen is dan wel op zijn plaats denk ik zo. Goed,sorry dus.
‘Ik weet niet wie je heeft ingelicht, maar op Bonaire is het geen vijftig graden’.
‘Jawel hoor’, zegt het meisje, ‘want dat zegt het reisbureau in Uden.
‘Nou’, ga ik verder, ‘ ik kom van Bonaire, ben er geboren en heb jaren op het buureiland gewoond, maar vijftig graden is wat overdreven’.
Ik leg uit wat de passaatwinden doen,  over de gemiddelde temperatuur op de eilanden, gevoelstemperaturen en sta vol trots te oreren in die winkel.
De meisjes weten duidelijk niet goed wat ze met mij aanmoeten. Ze geloven heilig wat dit reisbureau hen heeft verteld en vinden mij waarschijnlijk maar een vervelende bemoeial. Wat natuurlijk ook zo is.
‘Tja’, zegt ze, ‘dan heeft het reisbureau het denk ik verkeerd verteld’, zegt ze tegen mij om vervolgens tegen haar collega te zeggen: ‘ en toch gaan we maar in de winter, want dan wil ik wel warmte en Bonaire wil ik zeker zien’.

Even overweeg ik nog om het reisbureau in Uden te bellen. Om ze duidelijk te maken dat hun verhaal niet klopt, maar mij kennende doe ik dit niet zo heel subtiel en om te voorkomen dat de discussie te verhit verloopt en we allemaal met een binnentemperatuur van rond de vijftig graden zitten besluit ik dit niet te doen. Anders zou ik ze alsnog gelijk moeten geven, deze Bonairiaan met een binnentemperatuur van vijftig graden.