maandag 17 november 2014

cursus Papiaments



Wij zouden een cursus Papiaments gaan volgen. Na lang zoeken hebben we iets gevonden. Nog niet naast de deur, maar dichter bij dan de gemiddelde 120 kilometer die we anders hadden moeten afleggen.
Het tijdstip was niet ideaal. De cursus is van zes tot acht op de maandagavond. Spitsuur in een gezin met kinderen. Daar komt bij dat op die tijd ook de hockeytraining van zoonlief is. Gelukkig bood grote zus een helpende hand door aan te bieden de hockeytraining en de maaltijd erna voor haar rekening te nemen. Met werk was het nog een beetje schipperen, want we moesten beiden toch wel veel eerder weg dan normaal.
Ik had nog mijn twijfels of deze cursus voor mij op maat zou zijn, maar zo verzekerde de vriendelijke mevrouw van de administratie mij, dat was hij zeker. En anders kon de leraar hem wel iets aanpassen voor mij.
Vol van vertrouwen vertrok ik deze week alleen richting Arnhem. Manlief zat nog met rugklachten thuis en zal volgende week aansluiten. Bij binnenkomst begroette ik de leraar vriendelijk met een bon nochi. Hij keek verrast op, als ook mijn mede cursisten. Hij begroette mij spontaan terug in het Papiaments, mijn medecursisten keken vragend en vroegen zich waarschijnlijk af waar wij het over hadden. En op dat moment had ik het al moeten weten, maar nee, ik ging zitten en wachtte geduldig op wat ging volgen.
En toen begon het, de leraar vertelde mij dat hij uit Aruba kwam. Tja, mmmmm, als Curaçaoënaar reageerde ik acuut met een holò. En hij ook. We konden er beiden smakelijk om lachen. De toon was gezet. Het beetje kibbelen tussen Arubanen en Curacoenaars hoort erbij als je van de eilanden komt, legden we uit aan de andere cursisten. Het zegt niets over de personen. Wat volgde was een start van het Papiaments. En ik zat daar maar. Te luisteren naar allemaal woorden die ik al ken, naar mijn mede cursisten die met de grootste moeite hun uiterste best deden om de beginselen onder de knie te krijgen. En toch ook af en toe de leraar verbeteren als hij een foutje maakte.
Gelukkig werd ook het verloop van de tien weken durende cursus uiteen gezet. Aan het eind zouden wij het volgende moeten kunnen: onszelf voorstellen, kunnen tellen, iets bestellen in een restaurant en de weg vragen. Allemaal dingen die ik allang kan en die ik dus niet hoef te leren. Ik wilde het echt nog wel een kans geven, maar toen mijn cursus buurvrouw trots vertelde dat ze op Bonaire in de knoek zou gaan wonen, was ik klaar. Ik heb mijn leraar vriendelijk bedankt voor de vermakelijke avond, maar ik moet op zoek naar een cursus op maat. Eéntje waar ik iets leer en niet één waar ik anderen iets kan leren.

zomer in de winter



Het is ongehoord, maar het is begin november en ik loop in mijn zomerkleren. Blote voeten in mijn schoenen, hemdje aan met een blouse los erover, zonnebril op en iets drinken op het terras.
Bij onze laatste verbouwing is het ons gelukt om een walking closet te realiseren. Dat betekent dat al mijn kleren het hele jaar in zicht zijn. Ze verschuiven wel eens van plank, omdat een trui zich makkelijker laat pakken van een plank op ooghoogte dan van de bovenste plank, maar verder schuift het allemaal niet zo.
Ik kan mij nog herinneren van vroeger, toen ik nog in Nederland woonde, dat in de zomer de winterkleren in koffers zaten, die op zolder lagen, en in de winter lagen de zomerkleren in de koffers. Twee keer per jaar hadden wij een grote passessie. Wat kon nog een seizoen mee en wat mocht echt weg.
De laatste paar weken heb ik regelmatig aan die koffers gedacht. Ook omdat ik verschillende mensen sprak die klaagden dat ze hun zomerkleding al hadden opgeborgen en nu dus niet goed wisten wat ze aan moesten.
Ik had mijn dikke truien nog niet verplaatst. Ik had ze eens goed aangekeken. Ik hoefde ze niet te passen.  Het passen zou het probleem niet zijn, zo’n dikke trui verbergt elke vorm van vrouwelijkheid, die zijn altijd groot en wijd dus die paar kilo meer of minder is niet zichtbaar. Ze representeren hooguit modebeeld van enkele jaren, maar dat kan me weinig deren. Ik trek ze alleen aan als het echt niet anders meer kan. Bij het aantrekken van dikke truien geef ik mij over aan de kou en dat wil ik eigenlijk niet. Als ik die kou negeer is hij er niet, probeer ik mij al jaren wijs te maken.
Goed, die zomerse weken die er nu zijn. Het is al een paar weekenden prachtig weer. In de twintig graden met soms een zacht windje erbij. Ik geniet er van met volle teugen. Ik zie de toekomst weer positief tegemoet en pak alles aan wat ik aan kan pakken. Niets is mij teveel en ik lijk overdag energie voor tien te hebben.
Op het terras waren alle plekjes bezet. We schoven aan bij vreemden aan tafel en genoten van een wijntje in de lage zon die iets harder moest werken om warmte af te geven. Van mij mag het best nog even zo blijven.
Het is geen geheim dat ik niet zo’n liefhebben ben van de wintermaanden. Sneeuw kan mij wel bekoren, zekere die eerste sneeuw die valt vind ik iets magisch hebben en als het blijft liggen, dan heb ik plezier voor tien in de sneeuw, maar die kou die erbij hoort heb ik niet graag. En het duurt ook zo lang. Daarom geniet ik nu extra van deze paar weken die we cadeau hebben gekregen.
Alleen die klok die ze een uur terug hebben gezet gooit wat roet in het eten. Het wordt weer vroeger donker. Mijn man zegt, ik kom weer in de Curaçao modus. Het is nu inderdaad zo rond zes uur donker. Het duurt nooit zo lang, die periode dat de donkerwordtijd op die van Curaçao lijkt. Al gauw zal het rond vier uur donker worden. Ik tel de dagen af tot 21 december. Vanaf die dag wordt het elke dag weer wat langer licht.
Ik laat mijn zomerkleren maar op die middelste plank liggen. Wishfull thinking? Vast wel. Maar zolang ze binnen handbereik liggen kan ik ze snel pakken om aan te trekken.

zondag 2 november 2014

wat een weekend



Er zijn van die weekenden dat je gewoon lekker op het strand wil liggen, met een goed boek, glaasje drinken uit de jug en fastfood in het vooruitzicht.
Zo’n weekend had ik dus niet. Het begon al vrijdagochtend vroeg. Onze zoon had extreem erge buikpijn. Nu heeft hij altijd last van zijn buik, maar deze ging niet over en zat onder de navel. Ik naar de huisarts met hem. Die vermoedde na onderzoek een blinde darmontsteking, dus met een verwijzing op zak, naar het ziekenhuis. Onderweg ontstond al stress, want hij had begrepen dat er bloed afgenomen moest gaan worden. Dit heeft hij jammergenoeg al vaker ondergaan, dus hij weet hoe het voelt. Hij was zo gespannen en moest zo hard huilen dat het prikken mislukte, dus tot overmaat van ramp, moest hij een tweede keer geprikt worden, nu in zijn andere arm. Een liedje en de belofte om langs de speelgoedwinkel te rijden deden hem iets kalmeren. Het bloed was goed, de reactie op aanraking van de buik niet. Toch mochten we naar huis, als we de volgende dag maar terug zouden komen.
Thuis lag manlief nog op bed. Die was een paar dagen eerder door zijn rug gegaan. Als een aangeschoten pinguïn loopt hij af en toen door het huis, om van daaraf weer snel terug op bed te kunnen liggen.
Zaterdagochtend stonden wij weer in het ziekenhuis. Weer om bloed te prikken. Er was ons alleen niet verteld dat zoonlief nuchter moest zijn. Geeft niets hoor zegt de zuster, zo te zien gaat het weer goed, u kunt wel weer naar huis. Hou hem maar een beetje in de gaten. Dat viel dus mee. Thuis gekomen liep manlief nog altijd als die pinguïn rond, waardoor het huishouden toch echt op mij neerkwam. Nu is dat huishouden niet zo spannend, maar dit weekend kregen we wel een heel bijzondere verrassing. We maakten het cavia hok schoon en kwamen er toen achter dat we niet twee vrouwtjes hadden. Ja, er werd er wel één heel dik, maar als je denkt dat het vrouwtjes zijn, dan denk je daar verder niet over na. Ik vond vooral dat ze zo veel aten. Dat blijkt dus. Drie jonkies liepen vrolijk dartelend rond in het hok.
Door al deze zorg heen hinkte ook onze kat, met een geamputeerde poot. Twee weken geleden, is hij waarschijnlijk aangereden, vorige week is zijn poot geamputeerd, en nu is hij herstellende met veel pillen en andere vloeistoffen die met pipetten toegediend moeten worden.
Inmiddels loopt mijn man nu meer als een manke zwaan, dankzij de happy pils, zoonlief bleek diarree te hebben, dus voeding is aangepast. De kat blijkt heel goed te kunnen rennen op drie poten, toen de deur even openstond en hij eerder bij het gras was dan ik. En de caviapapa zit alleen in een hok terwijl moeder flink moedert over haar jongen.
Zondagavond. Ik zit op de bank. Ik schrijf deze column, ik drink een portje en denk aan dat strand, met dat drankje in die jug en die hamburger die klaar ligt als je er langs rijdt.