Als ik bij de bakker ben betaal ik voor mijn brood en mag ik
beslissen welk brood ik wil. Zo ook bij de slager, kledingwinkel of slijterij.
Dit geldt ook in vele andere bedrijven. Als ik een advocaat nodig zou hebben
mag ik bepalen wat die voor mij gaat doen, immers ik betaal. En als ik een auto
wil huren beslis ik welke type auto het wordt, want het zijn mijn centen die ik
denkbeeldig over de toonbank schuif. Wie betaalt, bepaalt. Ergens heeft hier een verschuiving plaats
gevonden. Dit fenomeen van betaaleigenaar zijn zien we ook terug in het
onderwijs. Maar al te vaak hoor ik
geluiden van ouders die mee willen bepalen hoe het curriculum van hun zoon of
dochter eruit ziet gedurende het schooljaar. Voor alsnog gaat het nog vooral om
klassenuitjes of gezinsvakanties. Op mijn laatste werkplek in Nederland deed
zich een voorval voor van een gezin dat buiten de schoolvakanties om verlof
wilde hebben. De boete die daarbij hoorde was 100 euro per dag, per kind. ‘oh,
geen probleem, zie de moeder, schrijf maar meteen op dat ze niet komen, ik heb
mijn vakantiebudget ter plekke met 1500 euro verhoogd’. Wie betaalt, bepaald. Je kan allerlei regels
bedenken die zo mooi lijken op papier, maar als die alleen gelden voor de
minder bedeelden, omdat ze afgekocht kunnen worden, dan schieten we ons doel
voorbij. Zo zout als dit voorbeeld heb ik het hier nog niet gegeten, maar ik
hoor wel veel verhalen van ouders die graag een stevige vinger in de pap willen
hebben, met name op de prive scholen. Ik vraag mij af of dit terecht is. In het
bedrijfsleven is het heel normaal, in de retail ook. Dus waarom in het
onderwijs niet? Hebben ouders het recht
om mee te bepalen wat hun kinderen leren? Ik ben er een groot voorstander van
als ouders willen meedenken, ik juich dat van harte toe. Medezeggenschapsraden
en ouderverenigingen zijn bij uitstek organen die hier een positieve bijdrage
aan kunnen leveren. Ik ben er echter fel op tegen dat dit iets met geld te
maken heeft. Het gevaar dat er een nog
groter klassenverschil ontstaat is te groot. Bovendien vind ik dat je expertise
bij diegene moet laten die het hebben. Ja, ik betaal voor een ticket naar een
droombestemming, maar ik bepaal niet hoe de piloot het vliegtuig bestuurt. En
in het ziekenhuis betaal ik voor die nieuwe knie, maar hoe die erin wordt gezet
laat ik graag over aan de specialisten. Ik koop dat lekker witte broodje, maar
hoe de bakker het bakt wil ik niet leren. We slaan door. De klant is koning
hoor ik vaak zeggen. Helemaal waar, maar ik hoop dat de specialisten dan denken:
maar ik ben keizer.
zondag 18 juni 2017
uitgaan
Na een lange tijd weer eens een avondje uit geweest.
Heerlijk even de tijd om bij te kletsen. Goed gezelschap, lekker drinken, hapje
en een mooie entourage maken de avond compleet. Ik geniet en kom tot rust. Dit
had ik echt even nodig. Als ik om mij heen kijk zie ik dat veel mensen dit even
nodig hadden. Ik zie alleen maar blije gezichten, glazen die geheven worden, een grap die verteld wordt en
iets verderop begint een groep spontaan een jarige toe te zingen. Er zijn veel
toeristen op de plek waar ik zit. Ik zie ze niet alleen, maar besef dat ik ook
voor toerist wordt aangezien als de ober gaat uitleggen dat de bestelde
kaasballen een lokale specialiteit zijn. De mensen aan een tafeltje iets
dichter bij het water genieten van de golven die op de rotsen omhoog spatten.
Tot die ene golf wel heel enthousiast over de tafel heen spoelde en het
halflege bierglas weer vulde. De gast was niet flauw en dronk zijn zoutbier als
in een zourbierchallenge op. Mijn soda water kwam in een gekoeld flesje en een
leeg glas. Ijs was geen probleem toen ik daarom vroeg. Dat de ijsberg van de
Titanic er niets bij was vergeleken, gaf wel aan dat ijs schenken bij een al
gekoeld drankje in deze gelegenheid niet gewoon was. Uitgaan is nu net zo
eenvoudig als dertig jaar geleden en tegelijkertijd ook een stuk moeilijker. Ik
kan als ik wil nu elke avond ergens anders naar toe en dan heb ik op elke plek
een prachtige omgeving, vaak live muziek, en veel mensen om me heen. Alleen
deze mensen ken ik nog niet. Als ik bekenden wil tegenkomen weet ik niet waar
ik heen moet gaan. Ik zit nog niet in de swing dat ik weet op welke avond waar
welke mensen zijn. Als er al zo’n swing is. Dertig jaar geleden had je geen
keus. Je had een paar uitgaansgelegenheden die op één hand te tellen waren, met
één favoriet onder mijn vrienden. Daar zag je iedereen. Daar hoefde je nooit om
te vragen. En er waren elke avond wel bekenden op deze plek. Als je wilde
bijkletsen zonder gestoord te worden door anderen ging je ergens anders heen.
De voorwaarden waren anders. Ik heb er wel aan moeten wennen en met mij ook
anderen. Of ik terug wil naar hoe het was? Nee toch ook niet. Er is zoveel
moois bij gekomen dat het een aanwint is voor het eiland. Maar af en toe een
happy hour of avond uit met alleen bekenden zou wel heel gezellig zijn. Ik
spreek en zie iedereen, alleen nooit op dezelfde plek op hetzelfde moment. Als
ik om mij heen kijk zie ik dat die vaste plekken er nu ook zijn voor groepen
vrienden. Wellicht mijmeren zij over dertig jaar ook over hun vaste stekkie die
er hoogstwaarschijnlijk niet meer is. Ik keek toen wel eens meelijwekkend naar
al die in mijn ogen stokoude mensen die in onze kroeg zaten en vroeg mij af
waarom zij nog uitgingen. En besef mij dat ik in hun ogen nu zo’n stokoude ben.
Ik drink mijn glas leeg en besluit dat de avond lang genoeg heeft geduurd.
natuurrampen
Van kinds af aan voelde ik mij altijd heel veilig op
Curaçao. Hier waren geen grote natuurrampen. Geen tsunami’s, geen grote
aardbevingen, wel af en toe een orkaan maar meer dan een staartje voelden we
niet. Vulkanen waren reeds lang geleden uitgewerkt en grote plagen ongedierte
beperkten zich over het algemeen tot muggen of ik moet die elf duizendpoten
meerekenen die huis houden bij onze porch. Nog steeds voel ik mij wat betreft
natuurrampen erg veilig hier. Inmiddels ben ik wel zoveel wijzer geworden dat
er zich ook hier grote rampen kunnen voordoen, maar ik klop het af terwijl ik
het typ, het is nog niet gebeurd. De muggen in Otrobanda zijn bestrijdbaar,
bovendien wijd ik dat niet aan een natuurramp, maar aan menselijk falen,
waardoor ze zich flink konden vermenigvuldigen. Vaak komen we met de schrik
vrij zoals bij de laatste orkaandreiging in oktober of voelen we minimaal een aardbeving.
Persoonlijk heb ik daarover gelezen in de krant. Ik voelde helemaal niets. Toch
zijn er bij de laatste bevingen mensen uit hun gebouw geëvacueerd. Er volgden massaal
foto’s op social media van scheuren in gebouwen en in het wegdek. Deze bleken
achteraf al jarenoud te zijn. Die van het gebouw kan ik niet bevestigen. Die
van het wegdek wel. Als al die scheuren van aardbevingen komen, dan staan we
daar continue aan bloot lijkt mij. Er is geen weg zonder scheur of gat op het
eiland.
Na de laatste beving op het eiland was ook het vlot bij de zeilvereniging op het Spaanse water losgeraakt. Of dit met elkaar te maken had kan evenmin bevestigd worden, maar een toevallige bijkomstigheid was het wel. Nu, na een paar weken moest dat vlot weer op zijn plek gelegd worden. Met de hulp van een boot en een ervaren schipper, een paar duikers en flink wat goede wil ligt het vlot weer waar het moet liggen. Net zo schuin en scheef als eerst, maar het ligt er weer. De kinderen kunnen weer aanmeren en andere zeilkunsten oefenen.
Om het harde werk te belonen moest daar na afloop op gedronken worden. Bij de dichtsbijzijnde snèk werden de biertjes vlot aangevuld en gezamenlijk werd er geproost op de fijne samenwerking. 0ndertussen zat ik thuis te wachten op manlief. Mijn afspraak kwam aardig in het gedrang qua tijd. Nu weet ik wel dat te laat komen allemaal mag, maar ik voorzag dat het wel erg te laat komen zou worden. Na herhaaldelijk op mijn horloge gekeken te hebben besloot ik toch maar te bellen. ‘Oh ja’, was het verweer, ‘helemaal vergeten, maar ik kom er nu aan’. Orkanische krachten maakten zich van mij meester. Als een wervelwind sprong ik in mijn auto toen hij aan kwam rijden om met orkaansnelheid weg te rijden.
Na de laatste beving op het eiland was ook het vlot bij de zeilvereniging op het Spaanse water losgeraakt. Of dit met elkaar te maken had kan evenmin bevestigd worden, maar een toevallige bijkomstigheid was het wel. Nu, na een paar weken moest dat vlot weer op zijn plek gelegd worden. Met de hulp van een boot en een ervaren schipper, een paar duikers en flink wat goede wil ligt het vlot weer waar het moet liggen. Net zo schuin en scheef als eerst, maar het ligt er weer. De kinderen kunnen weer aanmeren en andere zeilkunsten oefenen.
Om het harde werk te belonen moest daar na afloop op gedronken worden. Bij de dichtsbijzijnde snèk werden de biertjes vlot aangevuld en gezamenlijk werd er geproost op de fijne samenwerking. 0ndertussen zat ik thuis te wachten op manlief. Mijn afspraak kwam aardig in het gedrang qua tijd. Nu weet ik wel dat te laat komen allemaal mag, maar ik voorzag dat het wel erg te laat komen zou worden. Na herhaaldelijk op mijn horloge gekeken te hebben besloot ik toch maar te bellen. ‘Oh ja’, was het verweer, ‘helemaal vergeten, maar ik kom er nu aan’. Orkanische krachten maakten zich van mij meester. Als een wervelwind sprong ik in mijn auto toen hij aan kwam rijden om met orkaansnelheid weg te rijden.
Abonneren op:
Posts (Atom)