zondag 24 maart 2013

snoepjes


‘Moet ik nog iets meenemen?’, is een vraag die elke keer gesteld wordt als bekenden naar Nederland komen. Ja natuurlijk is mijn antwoord, maar wat.  Het mag niet zwaar zijn, niet groot en je moet het hier niet kunnen krijgen.
Toen ik net in Nederland woonde wilde ik dat mijn ouders altijd candy corn meenamen. Die oranje met witte snoepjes. Mierzoet, maar zo ontzettend lekker en hier niet te krijgen. Zo ook met de pruim Chinès. En dan het liefst de verse, gekocht in kleine zakjes bij de snèk. Maar de familieverpakking was ook goed. Die ging er goed doorheen als vrienden in het weekend langs kwamen. Behalve etenswaren had ik ook een favoriete shampoo die ik hier niet kon krijgen. Dit was weliswaar zwaarder, maar werd evengoed meegenomen voor me.
Door de jaren heen zijn er een aantal dingen veranderd. Candy corn krijg ik niet meer weg en ook de pruim Chinès vind ik niet zo lekker meer. Wat nog wel altijd favoriet blijft is pk kauwgom. Van die kleine pakjes waar vier kauwgoms inzitten. Je bood altijd anderen wat van de kauwgom aan en iedereen nam altijd twee kauwgoms. Nooit één. Daar heb ik me ooit hier nog eens goed in vergist. Iemand bood mij een kauwgom aan en ik nam er twee, zoals ik gewend was. Helemaal verkeerd. Ik heb nooit meer een kauwgom gekregen van deze persoon.
Shampoo ben ik ondertussen hier gaan kopen. Niet omdat ik die anderen niet meer fijn vond, maar omdat die ook op Curaçao niet meer werd verkocht. Als ik dan toch moest veranderen van merk, dan maar een merk van hier, wel zo makkelijk.
Nog niet zo lang geleden heb ik gevraagd om mango’s mee te nemen. Ik zou eters krijgen en wilde een toetje met verse mango erbij maken. Nu had ik twee mango’s klaar liggen, hier gekocht in de supermarkt. Het verschil in smaak was heel erg groot. De mango’s van Curaçao hadden smaak, ze waren sappig, duidelijk zongerijpt en overheerlijk. De mango’s uit de supermarkt smaakten bijna net hetzelfde als mango uit blik. Ik had was kleine stukjes toegevoegd om het geheel wat volume te geven, maar ik zorgde er wel voor dat het merendeel van de mango in de schaaltjes uit Curaçao kwam. Het behoeft geen uitleg hoe hier op werd gereageerd. Dat mango zo lekker kon smaken hadden ze nog nooit geproefd.
Het enige waar ik nooit om hoef te vragen en wat altijd wordt meegenomen is de krant. Ik lees hem van voor naar achteren en nog een keer. Heerlijk om weer even het nieuws te lezen. Soms een paar dagen oud, soms een week oud ( als het een stapeltje kranten is dat mee komt), maar dat deert niet. Ik lees alles even graag en gretig. Nu nog een pk-tje erbij of een flesje kolita, mmmm, die kan ik ook wel eens vragen. Even bellen hoor.

zondag 17 maart 2013

Hygiëne


In de tropen kijk je niet altijd even nauw met hygiëne. Of juist extra nauw. Als je voor langere tijd in de tropen hebt gewoond schrik je niet meer zo snel van een paar mieren in de suikerpot of van wormen in het meel.
Het wordt zelfs beschreven in het kookboek, zeef het meel. De enige reden die ik kan bedenken om het meel te zeven is om de taart vegetarisch te houden. Hoe gezond meelwormen ook schijnen te zijn, ik wil ze ook niet in mijn beslag.
Dat er bij de snacks op het eiland viervoeters rondliepen met spitse neuzen, kraaloogjes en lange staarten was een enkele keer reden om door te rijden naar de volgende snack. Dat is als je ze zag, want zolang je ze niet zag waren ze er niet. Erg naïef gedacht natuurlijk, maar als je gaat nadenken wat er allemaal rondloopt door keukens, afvalbakken, maar ook over toonbanken, dan vergaat je eetlust toch enigszins.
Toen ik in Nederland kwam wonen vond ik het niet meer dan vanzelfsprekend dat het hier beter gesteld zou zijn met de hygiëne. Alleen al het klimaat zou een positieve invloed hebben op ongedierte. Hoe kan een mens zich toch vergissen.
Hygiëne bij het eten is een hot item op dit moment. In Nederland is er een  programma op de televisie. Dat heet de smaakpolitie. Daar gaat een meneer binnen kijken in de keukens van restaurants en bij studentenhuizen. Als je dat een paar keer hebt gezien dan wil je nooit meer uit eten. Schimmels groeien vlot weg, maar ook hier lopen de viervoeters rond.
Zelf merk ik het ook thuis; wij wonen in het buitengebied, wat inhoudt dat we aan de rand van het dorp wonen, met een sloot die achter ons huis doorloopt. En de Nederlandse sloot kan je toch vergelijken met een Curaçaose rooi. Daar wonen nu  eenmaal geen vissen , maar padden, muizen en ratten. Nu vind ik padden wel grappig, maar met ratten heb ik niets. Ziekteoverbrengers zijn het. Toen ik er dus een bij ons over de binnenplaats zag lopen, moest die gevangen worden. Met een rattenval is het uiteindelijk gelukt, nadat we eerst wat muisjes en ook vogeltjes hadden gevangen. Muizen mogen hier gerust rondlopen van me, zolang ze maar buiten blijven. Binnen horen ze niet. En aangezien onze kat, van bijna achttien jaar , met pensioen is, wordt er niet meer gejaagd. Het enige dat wij kunnen doen is schoonhouden en geen etensresten laten liggen. Leg dat maar eens uit aan een vijfjarige en zijn vriendjes.
Gelukkig zijn er hier geen kakkerlakken in huis. Die vind ik nog viezer dan ratten. In restaurants hier zie je ze ook niet, vind ik, maar ook daar kwam ik bedrogen uit. Bij de lokale afhaalpizzeria moesten we even wachten aan de bar. Net toen wij gingen zitten begon de bar te bewegen, of toch niet, er liep iets over de bar. Ongelooflijk maar waar, twee kleine kakkerlakken kwamen ons tegemoet. Ik denk dat de kakkerlakken het langer hebben overleefd dan de pizza. Die is rechtstreeks de prullenbak ingegaan. Je zou zeggen dat ik me toch even heel erg thuis moet hebben gevoeld. Ja, dat is waar, maar sommige dingen van thuis kan ik missen als kiespijn. 

zondag 10 maart 2013

groene voortuin


Wij kregen van de gemeente zomaar een voortuin. Dat wil zeggen, de gemeente heeft de weg die voor ons huis liep gereconstrueerd. Met andere woorden, ze hebben de weg een paar meter verderop gelegd en ons een half jaar in de rommel van het werk laten zitten.
Maar nu hebben we dus een voortuin. We mochten hem helemaal naar eigen wens inrichten. Mooi, we wilden wel een paar leilindes planten. Dat mocht niet. Geen bomen of planten die diepwortelen. Alle kabels van de telefoonmaatschappijen, alle Electra kabels, televisielijnen, etc  lopen ondergronds door onze voortuinen. Lage planten, wat gras, bestraten, dat mocht wel.
Na een avondje tekenen waren we eruit. Het zou gras worden, met een hegje en wat hortensia’s. Gras kopen was best een uitdaging. Je hebt dus verschillende soorten gras. Siergras, speelgras, schaduwgras, en ga zo maar door. Ik weet dat er op Curaçao ook verschillende soorten gras zijn. Dat kon je goed voelen met je voeten. Het ene was zacht, de ander stug, weer een ander prikte.
Goed, we maakten een keus en zaaiden het gras in. Nu was het wachten tot de eerste sprietjes naar boven zouden komen. Dat gaat dus aanmerkelijk minder snel dan ik dacht. Ondertussen had menig automobilist moeite met recht rijden over de weg, want er werd regelmatig door onze voortuin heen gereden. Veel bandensporen waren het bewijs. Wij weer aanharken en opnieuw inzaaien.
Een hek eromheen zetten mochten wij niet, omdat wij met de gemeente een soort van adoptieregeling hadden getroffen wat betreft onze voortuin. Dus het bleef bij harken en irritaties tot ik er op een avond echt schoon genoeg van had. Ik had een veel beter voorstel.
Ik wil een tuin met alleen maar voordelen. En die bestaan, ik heb ze gezien op Curaçao. Je hoeft enkel één keer per jaar te verven, geen bandensporen door het zand, niks meer aanharken, de kids kunnen er overheen fietsen, auto’s kunnen er parkeren als het nodig is. Geen kosten om de planten water te geven in de droge zomermaanden, geen bladeren aan harken in de herfst, geen bomen of planten inpakken als te koud wordt.
Mijn zus heeft prachtige palmen in haar tuin. Dat is haar stukje Curaçao thuis, maar de helft van het jaar kijken ze tegen een grote ingepakte bos bloemen aan. De palm moet letterlijk ingepakt worden tegen de kou. Net als wij, met dit verschil, dat de palm constant die jas aan heeft.
Mijn voorstel was een voortuin Curaçao style. We zouden het hele stuk volstorten met beton en dan groen verven.  Ta klà.
(Maar ook hier gooide de gemeente roet in het eten. Zij moesten te allen tijde bij de kabels kunnen. Graven was geen probleem, maar beton weghakken en opnieuw storten kon niet. )

zaterdag 2 maart 2013

investeren


Lieve ondernemers op Curaçao willen jullie alstublieft stoppen met investeren in het eiland? De vraag is puur persoonlijk en heeft niets met jullie bedrijven of ondernemingen te maken.
Ik zie regelmatig foto’s voorbij komen op facebook en dan schrik ik. Ik ken mijn eiland niet meer terug.
Neem nou klein Curaçao, ik zag daar toch echt rieten afdakjes en een soort van eet/drinkgelegenheid? De laatste keer dat ik er was, en dat is inderdaad heel lang geleden, stond er een vuurtoren en een wrak van een vastgelopen schip. That’s it, en dat had zijn charme. Met zijn allen op de Mermaid, koelboxen mee met drinken en eten voor een hele dag. Goed nadenken wat je at en dronk, want op is op en even naar de snack lopen kon niet. De boot kwam pas weer aan het eind van de middag. Je zorgde dat je vooral genoeg zonnebrandcrème bi j je had en je had een superdag.
En dan al die stranden aan de zuidkust. Ze worden allemaal opgekocht door grote investeerders die er van die hysterische stranden van maken. Glijbanen, bedjes, palmbomen en maar entree vragen. En niet zo’n klein beetje ook. Je moet tegenwoordig een flink eind rijden wil je nog gratis kunnen zwemmen in de zee.
Los van bovenstaande voorbeelden verbaas ik mij er iedere keer over hoeveel winkels erbij zijn gekomen, en tegelijk hoeveel er zijn verdwenen. Ik hoef mijn ondergoed niet meer bij die ene winkel in Nederland te kopen. Zij zitten nu op Promenade. Ook de drogist, die op Zeelandia is gekomen, zit hier in elk dorp. Dat is niets bijzonders.
Als u dan toch wil investeren in het eiland, investeer in het groen. Maak de mondi’s schoon, geef gratis voorlichting aan de bevolking, zodat u een attitude verandering teweeg kan brengen, opdat de bevolking zelf ook graag het eiland schoon wil houden. Help de dierenartsen en het asiel in hun strijd tegen loslopende honden. Steriliseer mee. Doe iets aan het onderwijs. Er is zoveel waar u in kan investeren. Nee, het verdient niet die tonnen per jaar die u nu verdient, maar u verdient zoveel meer. U verdient respect, van het volk, van de burger, daar kan geen volle portemonnee tegenop. Dat betaalt zich terug.
Nog een kleine noot ter afsluiting. Ik kan me wel voorstellen dat als je op Curaçao woont je blij bent met deze veranderingen, maar als Antilliaan in Nederland gaat het mij te snel. Ik heb een voorstel, voor elke nieuwe winkel, snack, strandbar die er komt zou een maatschappelijk verantwoord tegendoel moeten zijn. Dus overheid, grijp je kans, ik geef u gratis advies. Komt de investeer bij u aan omdat ze graag een stuk grond opkopen, prima, maar tegen restricties, u mag een hysterisch strandparadijs bouwen, mits die gratis toegankelijk blijft op de zondag. Of ja, u mag die nieuwe winkel bouwen in Punda, maar dan verwachten wij dat u op zondag meehelpt in het dierenasiel.