Beste Koningin Máxima,
Ik schrijf deze brief aan u,
wetende dat u al heel snel op het eiland zal zijn. Misschien is iemand zo
vriendelijk om de krant twee dagen te bewaren, zodat u ook kunt lezen wat ik te
vragen heb.
U bent, net als ik, erfelijk
belast met het gen dat ons enig en uniek maakt. Niet enig in de zin van, dat
enkel u en ik het hebben, want heel Zuid-Amerika is ermee belast als ook de
zuidelijke landen in Europa. Nee enig, in de zin van, wat leuk, het is bijzonder
en passievol. Het gen waar ik dagelijks mee te maken heb is mijn
temperamentgen. Ik weet niet of dat bij u ook zo’n prominente rol speelt, maar
bij ons thuis wel.
Er gaat geen week voorbij of
ik voel het gen in mij borrelen. Ik ben nooit gewaarschuwd dat het komt, het is
er ineens. De aanleiding is ook steeds weer anders, waardoor anticiperen erg
lastig is voor me. De ene keer zie ik
iets op televisie voorbij komen, de andere keer loop ik op straat en verbaas ik
mij over iets. Maar het meest verrassende is toch elke keer weer mijn man. Dan
zijn we samen in gesprek en dan zegt hij bijvoorbeeld iets dat minder positief
is over Curaçao. Ik zeg met nadruk, iets minder, want over het algemeen heeft
hij een zeer positief beeld van Curaçao.
Maar die enkele keer dat dat
niet zo is, daar kan mijn temperament niet mee omgaan. Ik kan het gevoel niet
bedwingen. Ik heb er geen keus in, het
neemt mijn denken en handelen volledig over en ik reageer als een echte furie,
meestal nog net niet stampvoetend, en ik ga vol in de verdediging. Kom niet aan
mijn eiland staat figuurlijk op mijn voorhoofd geschreven.
Nu is zo’n uitbarsting bij
mijn man wel te overzien, hij weet waar het vandaan komt en weet dat na de
eerste vuurballen, mijn realiteitszin weer tot leven wordt gewekt, waarna ik
zuur kijkend me ook kan vinden in zijn standpunt. Lastiger wordt het op mijn
werk, in de winkel, aan de schoolpoort en ga zo maar door.
Ik kan me zo voorstellen dat
u dit ook heeft. Belast met dit gen, dat ons enig maakt, we gaan immers vol
passie voor onze doelen, maar die ons ook in de problemen brengt, omdat de
nuchtere Hollander hier niet altijd begrip voor kan opbrengen.
Nu zal uw man er ook wel
begrip voor kunnen opbrengen dat hij af en toe alleen op de bank moet slapen
als uw temperament vindt dat hij een onterechte opmerking heeft gemaakt, maar
wat doet u met al die miljoenen Nederlanders die ook een mening hebben, en die
niet onder stoelen of banken steken? Heeft u voor mij de gouden tip, zodat ik mijn
temperamentgen kan inzetten voor betere doeleinden?
Misschien kunt u hier over
nadenken tijdens uw bezoek. Het lijkt mij beter als u mij hierover schrijft,
mocht mijn temperament mij overvallen na uw suggesties, ik zou niet willen dat
mijn figuurlijke vuurballen een smet op uw bezoek zouden worden.