maandag 25 november 2013

Verlanglijstje Sinterklaas

Verlanglijstje voor Sinterklaas:
-          Schone stranden en schone mondi’s
-          Gratis of goedkope stranden
-          Voor alle zwerfhonden een baasje dat van hem of haar houdt
-          Wegen zonder gaten erin
-          Gratis wijkputten zodat de tuinen mooi groen kunnen zijn
-          Geen monopoly posities meer van grote bedrijven, zodat eerlijke concurrentie mogelijk is
-          Een eenduidig antwoord op zoveel vragen van het ambtenaren apparaat
-          Gratis schoolboeken voor iedereen aan het begin van het schooljaar
-          Verplicht (gratis) zwemles voor alle kinderen op het eiland
-          Een fatsoenlijke basisverzekering die ook in het buitenland geldt, ongeacht leeftijd
-          Goedkoper eten, zodat iedereen het hele jaar door kan eten, en niet alleen met kerst
-          Gratis stroom voor de armsten, zodat ze het hele jaar door stroom hebben
-          Goedkopere tickets zodat de overzeese families vaker bij elkaar kunnen komen
-          Politici die doen wat ze zeggen
-          Politici die zeggen wat ze gaan doen

-          Oh ja, en natuurlijk wereldvrede 

zaterdag 16 november 2013

Koningin Máxima

Beste  Koningin Máxima,

Ik schrijf deze brief aan u, wetende dat u al heel snel op het eiland zal zijn. Misschien is iemand zo vriendelijk om de krant twee dagen te bewaren, zodat u ook kunt lezen wat ik te vragen heb.
U bent, net als ik, erfelijk belast met het gen dat ons enig en uniek maakt. Niet enig in de zin van, dat enkel u en ik het hebben, want heel Zuid-Amerika is ermee belast als ook de zuidelijke landen in Europa. Nee enig, in de zin van, wat leuk, het is bijzonder en passievol. Het gen waar ik dagelijks mee te maken heb is mijn temperamentgen. Ik weet niet of dat bij u ook zo’n prominente rol speelt, maar bij ons thuis wel.
Er gaat geen week voorbij of ik voel het gen in mij borrelen. Ik ben nooit gewaarschuwd dat het komt, het is er ineens. De aanleiding is ook steeds weer anders, waardoor anticiperen erg lastig is  voor me. De ene keer zie ik iets op televisie voorbij komen, de andere keer loop ik op straat en verbaas ik mij over iets. Maar het meest verrassende is toch elke keer weer mijn man. Dan zijn we samen in gesprek en dan zegt hij bijvoorbeeld iets dat minder positief is over Curaçao. Ik zeg met nadruk, iets minder, want over het algemeen heeft hij een zeer positief beeld van Curaçao.
Maar die enkele keer dat dat niet zo is, daar kan mijn temperament niet mee omgaan. Ik kan het gevoel niet bedwingen.  Ik heb er geen keus in, het neemt mijn denken en handelen volledig over en ik reageer als een echte furie, meestal nog net niet stampvoetend, en ik ga vol in de verdediging. Kom niet aan mijn eiland staat figuurlijk op mijn voorhoofd geschreven.
Nu is zo’n uitbarsting bij mijn man wel te overzien, hij weet waar het vandaan komt en weet dat na de eerste vuurballen, mijn realiteitszin weer tot leven wordt gewekt, waarna ik zuur kijkend me ook kan vinden in zijn standpunt. Lastiger wordt het op mijn werk, in de winkel, aan de schoolpoort en ga zo maar door.
Ik kan me zo voorstellen dat u dit ook heeft. Belast met dit gen, dat ons enig maakt, we gaan immers vol passie voor onze doelen, maar die ons ook in de problemen brengt, omdat de nuchtere Hollander hier niet altijd begrip voor kan opbrengen.
Nu zal uw man er ook wel begrip voor kunnen opbrengen dat hij af en toe alleen op de bank moet slapen als uw temperament vindt dat hij een onterechte opmerking heeft gemaakt, maar wat doet u met al die miljoenen Nederlanders die ook een mening hebben, en die niet onder stoelen of banken steken?  Heeft u voor mij de gouden tip, zodat ik mijn temperamentgen kan inzetten voor betere doeleinden?
Misschien kunt u hier over nadenken tijdens uw bezoek. Het lijkt mij beter als u mij hierover schrijft, mocht mijn temperament mij overvallen na uw suggesties, ik zou niet willen dat mijn figuurlijke vuurballen een smet op uw bezoek zouden worden.


zondag 10 november 2013

Op zijn smalst

Nederland op zijn smalst. Het is al geen groot land, maar ze maken zichzelf zo mogelijk nog kleiner. Dat je hier niet met drank op achter het stuur moet zitten dat weten we inmiddels wel. Dat de gemiddelde Antilliaan daar wat langer aan heeft moeten wennen, dat is zo. Maar dat je hier ook niet dronken op de fiets mag zitten was wel een tegenvaller. Dan ga je eindelijk een keer fietsen, denk je verstandig te zijn, dus niet met de auto naar de kroeg, maar met de fiets, wordt je er voor afgestraft. Het kan echter nog erger. Dronken over straat lopen mag ook niet. Ook daar kan je een bekeuring voor krijgen. Nu had ik de oplossing, dronken in het café zitten en wachten tot de ergste dronk eraf is, maar dat mag dus ook niet meer. Je mag niet meer dronken zijn in het café. In ieder geval niet meer in Amsterdam. Dus, je mag wel een drankje drinken, maar je mag er niet meer dan een paar en je mag dan eigenlijk ook niet zelfstandig naar huis. Niet met de auto, niet fietsend, niet lopend en je mag ook niet blijven zitten waar je bent.
Dan houden we gewoon een feestje thuis, dat scheelt weer die bekeuring. Drank in huis, muziekje erbij, barbecue aan. Maar ook daar gaat het mis. Drankje in huis mag, mits deze is gekocht door iemand van boven de achttien. Legitimatie verplicht. Muziekje mag, mits hij niet te hard staat, de buren klagen al gauw en als de politie twee keer aan je deur heeft gestaan loop je het risico dat ze je apparatuur in beslag nemen of dat je een bekeuring krijgt. En dan die barbecue nog. Dat lijkt mij toch geen probleem. Maar dat is het wel als je in een bepaalde wijk in Zwolle woont. Daar mag sinds deze zomer niet zomaar gebarbecued worden. Daar heb je toestemming voor nodig, die je kunt aanvragen bij de gemeente.
Uit frustratie laat ik de hond nog een extra rondje uit. Met plastic zakjes bij de hand, want elke drol die de hond laat buiten, dien ik ter plekke op te ruimen, mee te nemen en thuis weg te gooien, want als ik het weggooi in een openbare prullenbak, dan krijg ik daar weer een bekeuring voor. Nu willen ze ook dat paardrijders de paardenpoep opscheppen als deze die heeft laten vallen. Dus afstappen maar, grote zak bij je hebben, poep scheppen en het paard als lastdier weer in gebruik nemen om de poep te vervoeren.
Ik denk dat ik nog maar een borrel neem, en de volgende keer dronken mijn hond uitlaat, terwijl ik een sateetje in de hand bij me heb om te snacken. Maar wellicht heb ik een regel gemist, en mag je niet meer eten op straat?
Nederland, betuttelland, ik hou mijn onderdanen klein land. Geef ons a.u.b. wat ruimte. Laat ons zelf nadenken. Heb eens vertrouwen in de mens en geef niet toe aan die paar die meteen klagen over alles wat net even afwijkt van de norm.


zondag 3 november 2013

zwemvierdaagse

Het is herfstvakantie geweest en dan heeft ons dorp bedacht dat het leuk is om een zwemvierdaagse te organiseren. Kind enthousiast, dus we doen mee. Dat betekent wel, vier dagen achter elkaar zwemmen. Er zijn vijf dagen dat je mag komen, dus je mag nog een keer ziek zijn ook.
Dat betekent wel meteen dat je ook gebonden bent aan vier dagen je dorp rond zes uur in de avond. Even een dagje weg kan wel, maar om vier is het toch echt van: we moeten weer terug, want er moet gezwommen worden.
De knipkaart die je krijgt is voorzien van naam en leeftijd. Voornaam hoeft niet. Dat kwam goed uit. Als onze achternaam volstond, dan konden we afwisselen. Leeftijd maakte ook niet uit. Iedereen onder de twaalf en boven de veertig hoefden maar tien baantjes te zwemmen.
De eerste dag ben ik meegegaan. Wat is dat toch altijd koud, zo’n zwembad. Dat wil zeggen, het wedstrijdbad. Tien baantjes dus, peuleschil, voordat je het weet ben je klaar. Nou, niet helemaal. We begonnen netjes in baan1 en werkten ons op tot de laatste baan van het zwembad. Bij baan 4 raakten we in de problemen. Die was gereserveerd voor volwassenen en om ons joepie nou alleen te laten zwemmen, dat is niet gezellig. Dus na een waarschuwing van de dienstdoende badmeester, snel door naar baan 5. De beloning na de tien baantjes is toch wel de douche. Heerlijk warm. En voor zoonlief was de glijbaan de beloning.
Dat we tien baantjes zwommen over het hele bad had niet gehoeven begreep ik van mijn man, die de volgende twee dagen voor zijn rekening nam. We hadden in dezelfde baan heen en weer kunnen zwemmen. Maar een beetje afwisseling is ook wel leuk. Na drie baantjes heb je toch niets meer te zeggen tegen die meneer die zo vriendelijk lacht of tegen die mevrouw met die vreemde badmuts op haar hoofd.
De laatste dag mocht ik weer. Joepie, dat betekende dat ik de medaille mocht halen die erbij hoort. Voor de hoeveelste keer ik meedeed moest ik invullen. Als volwassenen voor de eerste keer, en dan nog maar half, maar dat hebben we er uiteraard niet bij verteld. Als kind heb ik meerdere keren meegedaan. Die mocht ik meetellen. Ik had kunnen aangeven dat ik minstens tien keer mee had gedaan, dan had ik een mooie gouden medaille gehad. Maar ik wilde het voor mijn zoon niet moeilijker maken dan het was. Hij had zijn bronzen medaille voor deze zwemvierdaagse dan wel verdiend, maar oei oei oei wat zwemt dat kind slecht. Hij lijkt wel een zeepaardje, op en neer en op en neer. Ik was er toch zelf bij dat hij zijn A en B diploma heeft gehaald, maar ik heb gedreigd met zwemlessen als hij niet beter zijn best ging doen.

 Ik heb gezegd dat ik er nog wel een nachtje over zou gaan slapen, maar wat een nachtmerrie.