woensdag 25 februari 2015

Carnaval 2015



Terwijl we staan te kijken naar de optocht van het carnaval dit jaar valt het mij ineens op. Ik weet het grote verschil tussen carnaval in Nederland en Curaçao. Los van het weer en de dikkere  kleding zie je hier mensen weinig tot niet lachen in de stoet. Ze lopen wat verloren rond. Ik zie kleine loopgroepen van zo’n tien personen die een act opvoeren, wat vooral voor veel vertraging zorgt. Ze oogsten een mager applaus en vooral bekenden van diegene die optreden slaan hen even op de schouders. Ik zie een enkeling met een politieke boodschap die zo sterk gelooft in zijn boodschap dat het lachen ons allemaal vergaat. Ik zie grote groepen jongeren, op grote wagens met heel veel herrie die alleen oog voor elkaar hebben en helaas door het vele bier dat al gedronken is kan er daar ook geen lachje meer vanaf. Het is een beetje een sneue bedoening.
Komt het door de kou dat men niet vrolijk kijkt? Komt het omdat ze aan het einde van de stoet wel klaar zijn met vriendelijk lachen? Ik zou het niet kunnen zeggen.
Die avond zit ik thuis op de bank en via een livestream kanaal kan ik rechtstreeks de Gran Marcha volgen. De eerste groep die ik zie is een kleine loopgroep van zo’n tien mensen. Ze lopen wat verloren rond, ze kijken niet echt vrolijk en zijn vooral bezig om hun kleine groepje staande te houden in het grote geweld voor en achter hen. Niet veel later zie ik een kleiner groepje. Twee mensen die een wagentje voortduwen. Horen zij nu bij die grote groep achter hen, denk ik nog, maar het lijkt er niet op. Deze twee mensen hebben enkel oog voor elkaar en zien het publiek niet. Ook hier geen blijdschap. Daar gaat mijn theorie. Helemaal als ik tussendoor journaalbeelden voorbij zie komen van de carnavalsoptocht in Maastricht en Den Bosch. Blije mensen, de een nog vrolijker dan de ander. Ligt het dan aan ons dorp? Dat kan ik mij haast niet voorstellen.
Ik denk dat het ligt aan de grote van de groep. De grootte in combinatie met een mooi kostuum. De groepen die vanuit Maastricht onze woonkamers binnenkomen zijn groot en bontgekleurd. Mensen hebben veel tijd en geld gestoken in de kostuums en dragen deze met trots. Ze zijn blij om ze te kunnen tonen aan de buitenwereld. De jeugd bij ons was er in grote getale, maar van een gedeeld kostuum hadden zij niet gehoord. Het enige dat zij deelden waren de blikjes bier. Ook via livestream zie ik nu grote groepen voorbij komen op Curaçao. Blije mensen, dansend, zingend en drinkend maken ze er een feestje van. Maar de mooiste van allen is toch wel die dame op leeftijd die gehuld in kostuum in de stoet mee kon doen met de Gran Marcha. Ze hoefde het hele eind niet te lopen, ze werd voortgeduwd door twee knappe mannen. Zij stond daar majestueus. Niet breed uit lachend, maar zo zichtbaar genietend dat iedereen om haar heen alleen nog maar kon lachen.