maandag 27 maart 2017

botica

Het is nooit leuk als je kind ziek is en zeker niet in de avond in het weekend. Een keer overgeven vind ik niet eng. Twee keer schrik ik ook niet van, maar acht keer in nog geen twee uur tijd is mij iets te veel. Bij navraag bij de dienstdoende huisarts kan ik langskomen voor een recept om een medicijn te halen dat de braakneiging stopt. Gelukkig kon ik het adres van de huisarts goed vinden. Het bleek een hele lieve mevrouw die nog tips erbij gaf ook voor in de toekomst. Ze vertelde me over medicijnen om op voorhand in huis te hebben, just in case. In de auto heb ik mijn moeder gebeld om te vragen welke botica dienst had en ook die kon ik goed vinden. Het was op weg naar huis. Er stonden maar drie wachtenden voor mij, dus voor mijn gevoel was ik redelijk snel aan de beurt. Gelukkig maar, want ik wilde snel naar huis met de medicijnen, naar mijn zieke kind. Helaas stopte de vaart die erin zat voor mij. Het medicijn bleek in die botica niet voorradig te zijn. Hij wist wel te vertellen welke botica het wel had. Deze lag niet direct op mijn route naar huis. Na een kleine tien minuten rijden had ik de botica gevonden. Maar er was helemaal niemand, maar ook geen uitgifte luikje, niets. Dus maar weer mijn moeder bellen. Hoe nu verder? Bleek dat er twee zaten op deze weg. De juiste botica was nu snel gevonden. Er stonden veel auto’s voor de deur en zeker zes wachtenden. Op het moment dat ik aan de beurt was, waren er na mij minstens vijf mensen bij gekomen. Deze botica was duidelijk populair. Ik moest eerst allerlei gegevens invullen op mijn receptbriefje. Helaas was daarmee mijn beurt wel meteen vergeven aan de volgende vijf personen die na mij waren gekomen. Nadat nu alles in orde was, begon het lange wachten. Deze dame had duidelijk haar gedachten niet bij haar werk. De wandeling van uitgifteluik naar medicijnen en kassa duurde tergend lang. Mijn voorgangers hadden daarbij ook allemaal groot geld bij zich, dus ze moest nogal eens teruglopen om geld te wisselen. En dan wat ze bestelden. De paracetamol en neusspray gingen als warme broodjes over de denkbeeldige toonbank. Ik wachtte geduldig mijn beurt af. Denkend aan dat zieke kind thuis. Zou hij al in slaap gevallen zijn? Hoe zou hij zich voelen? Ik zie dat de mensen om mij heen zich irriteren aan de dame binnen. Ze loopt geen stap harder en werkt automatisch haar lijstje af. En dan ben ik eindelijk aan de beurt. Althans dat dacht ik. De politie is gearriveerd en moet naar binnen. Ze hebben een gesprekje met de dame binnen waarna ze naar achteren lopen. Gelukkig komt de dame terug naar het uitgifteluik met mijn medicijnen. Ik heb geen groot geld, maar ze moet wel wisselen. Geduldig wacht ik waarna ik haar een fijne avond toewens. Uiteindelijk ben ik ruim twee uur op pad geweest, voor medicijnen om mijn zieke kind te geven. Maandag ga ik mijn huisapotheek eens flink aanvullen. Voor mij geen avondvullend programma meer met dienstdoende artsen en botica’s. Ik zorg dat de medicijnkist goed gevuld in de kast staat en voor mij chips en cola op de bank.

curadoet

Curadoet heeft weer plaatsgevonden. Eerlijkheidshalve moet ik bekennen dat ik in Nederland nooit heb meegedaan met NLdoet. Wel keek ik ’s avonds altijd naar het journaal om te zien wat het koningshuis altijd had gedaan. Vooral veel geschilderd, hoewel ik koning Willem Alexander ook regelmatig met kruiwagens heb zien rondsjouwen. Dit jaar kon en wilde ik er niet onderuit. Ik zou meedoen met curadoet. We zouden het kleuterplein onder handen nemen. Ik kwam later aan dan in eerste instantie gepland, maar niet minder gewenst. Er was al een grote groep mensen aan het werk. Ik zag vele handen met verf in de weer. Daarvoor was er al driftig geschuurd. Vlug pakte ik een kwast om mij nuttig te maken. Ik wist het dit keer zeker, ik zou goed verven, maar vooral schoon. Niet vies worden. Ik had die ochtend net mijn nagels laten doen. Mijn haar en nagels zijn mijn vaste sluitposten in de maand. Het kost wat, maar dan heb je ook wat. Mijn nagels groeien hier wel harder dan in Nederland, maar ze breken net zo snel af, waardoor ik  een maanlandschap aan mijn vingers heb zitten. Lang, kort, gespleten, alles door elkaar. Ik betaal met liefde voor een beetje fatsoen. Mijn haar groeit hier ook twee keer zo hard als in Nederland en daarmee ook mijn inmiddels natuurlijke grijze look, die ik nog jaren wil verbergen achter een potje kleur.
De kleuren die we op het plein gebruikten waren felle kleuren die je op kleuterpleinen ziet, blauw, geel, rood, groen. Geweldig mooi werd het. Mijn plan om enkel kleur op de bankjes te krijgen mislukte al bij de eerste bloempot. Het blauw zat niet alleen op de pot, maar ook aan mijn been toen ik ging verzitten. Na het blauw zag mijn lijf ook groen, rood en geel. Niet enkel alleen door mijn eigen slordigheid. Collega’s en tevens mede ververs kwasten soms ook mis. En niet altijd per ongeluk. Ook mijn nagels zag ik van kleur veranderen. Het zachtroze was op sommige plaatsen duidelijk overschilderd door het kleuterpalet. Met de telefoon al bijna in mijn handen om die middag nog een hysterische herhalingsafspraak te maken probeerde ik eerst met terpentine de verf weg te krijgen. En warempel. Dat lukte ook nog. Ik weet niet wat ze gebruiken in de nagelstudio, maar het roze bleef zichtbaar en de verfresten verdwenen. Ze had wel gezegd dat ik kon afwassen en chapiën, maar dus ook verven

Met deze wetenschap kon ik met een gerust hard verder verven en na een paar uur hard werken met zijn allen zag het plein er heel anders uit. Opgefrist en vrolijk. Wat zullen de kinderen opkijken als ze maandag naar school komen. Thuis hebben we onze eigen curadoet voortgezet dit weekend, door de laatste dozen uit te pakken, schilderijen op te hangen, wasmachine en gasfornuis aansluiten, gaten chapiën voor planten en ga zo maar door. De laatste grote verhuisklussen zijn gedaan. Rest ons alleen nog de televisie aan te zetten om te kijken wat het koningshuis dit jaar gedaan heeft. Ik gok verven en met kruiwagens sjouwen. 

betalen

Betalingen kan je op vele manieren doen. Dat die manieren interpretabel zijn was nieuw voor ons. Wij waren gewend om alles via internet bankieren te doen. Je gaf je opdracht door en binnen een oogwenk was het geld afgeschreven en bij geschreven bij de ander. Het kon soms voorkomen dat het en paar dagen duurde als er geldverkeer tussen twee verschillende banken plaats moest vinden, maar over het algemeen verliep alles heel snel. Hier liep het anders. Het begon al bij de eerste internet betaling die wij deden. Nadat we het nieuwe systeem van cijfers en letters doorhadden deden wij op vrijdagavond onze eerste Curaçaose internetbetaling in de veronderstelling dat de begunstigde binnen een paar minuten haar geld zou hebben. Niets bleek minder waar. Internet bankieren betekent wel dat je via je computer je geldzaken kan regelen, maar houdt ook in dat de opdracht blijft liggen tot er mensen zijn op kantoor de volgende dag die het kunnen verwerken. Of in ons geval die er op maandag weer waren. De verwerking van het internetbankieren gebeurt hier tussen acht en vijf, tijdens kantooruren. Tot zover de techniek anno 2017. Positief omdenken: het schept wel werkgelegenheid.
In de winkels zie ik nog cheques voorbij komen. Die worden niet altijd meer even makkelijk meer geaccepteerd en soms moeten er wel drie handtekeningen op, maar je ziet ze nog wel. Dat in drievoud zie ik ook nog terug bij het doen van een aankoop. Ik dacht dat dit niet meer bestond op Curaçao, maar toch wel. Bij de eerst juffrouw geef ik mijn koopwaar af. Zij schrijft de bon. Bij de tweede juffrouw mag ik betalen en krijg ik een betaalbewijs en met dat betaalbewijs kan ik bij de derde juffrouw mijn koopwaar ophalen. Meer dan werkgelegenheid en enige vorm van nostalgie kan ik hier niet bedenken als positief punt.
Dat betalen anders gaat dan in Nederland mag duidelijk zijn. Hier geef je je pinpas af aan de mevrouw bij de kassa. Op de één of andere manier zijn altijd mevrouwen die achter de kassa zitten. Dus je geeft je pinpas af en zij stopt hem in het apparaat om te swypen. Hoe vreemd staat dat in Nederland als je daar bent. Daar doe je dat allemaal zelf, dus de eerste paar keer dat je je pas afgeeft krijg je vooral veel medelijdende blikken. Arm vrouwtje, ze snapt het niet denken ze, of ze dichten mij enige vorm van zwakzinnigheid toe. Waarom zou ik anders vrijwillig mijn pinpas afgeven aan de kassière. Maar ook hier krijg ik medelijdende blikken. Zo gingen wij een contract aan met een televisie aanbieder. Een contract van minimaal een jaar. Daar teken je voor. Maar na ruim een maand hadden we geen beeld meer. Er kwam een mannetje langs en die mat de hele boel door en kon enkel constateren dat alles het gewoon deed, en dat wij mogelijk niet betaald hadden. Enigszins verbaasd toog ik naar het kantoor, in de veronderstelling dat de fout bij hen lag. Ik had immers getekend, zij zouden het automatisch inhouden elke maand. Maar niets is minder waar. In het kader van de werkverschaffing moeten wij zelf de opdracht geven tot betaling. Dus we bankieren old skool via internet. 

déjà vu

Ik heb ooit gelezen dat een déjà vu niets meer is dan kortsluiting in je hersenen. Als een beeld vanuit je ogen eerst naar een plek in de hersenen gebracht worden waar je je bewust van wordt, dan wordt dit beeld daarna opgeslagen. Bij de déjà vu wordt het beeld eerst opgeslagen voordat je je er bewust van bent. En dan ontstaat er verwarring in je hersenen. Je kan je niet meer herinneren wanneer je iets hebt  meegemaakt. Regelmatig bevind ik mij ergens en ervaar ik zo’n déjà vu moment. Of ik mij zorgen moet maken over mijn kortsluitende hersenactiviteiten weet ik niet. Ik stel mijzelf gerust met de gedachte dat iedereen dit met enige regelmaat meemaakt. Ook honderdjarigen. Zij waarschijnlijk net iets vaker dan jongere mensen, hoewel daar ook enige vorm van alzheimer aan ten grondslag kan liggen. Vroeger geloofde ik heilig in een meer spirituele betekenis van het gebeuren. Daar ben ik wat nuchterder in geworden. Op dit moment leven wij in een soort van permanente déjà vu. Bij aankomt op Curaçao in augustus waren wij al direct op zoek naar woonruimte en die vonden wij redelijk snel. Het duurde nog even voordat we in het huis konden, maar achteraf gezien verliep dit goed. Het zoeken naar een auto had ook prioriteit in die periode, net als wennen aan de nieuwe baan in een nieuwe werkcultuur. Nu zijn we zes maanden verder en het hele circus is weer opnieuw begonnen. Een totale déjà vu onttrekt zich aan ons voorbij. Onze huurbaas zei totaal onverwacht en onredelijk de huur op waardoor wij genoodzaakt waren om andere woonruimte te vinden. Gelukkig vonden we die nu ook snel, maar meteen verhuizen kon contractueel niet, dus we leven weer tussen de dozen en zullen dadelijk opnieuw een huis moeten gaan inrichten en we zullen opnieuw moeten gaan wennen aan een andere buurt. Waarbij onze zoon zich hardop afvroeg bij het inpakken van een paar dozen: als we dan toch moeten verhuizen, kunnen we dan niet gewoon terug naar Nederland? Arm kind, hij moet weer schakelen. Hij déjàvuut wat af. Naast de nieuwe woonruimte ontdekten wij dat één auto bere onhandig is als er twee mensen gaan werken in totaal verschillende richtingen, dus de zoektocht naar een tweede auto werd gestart en met goed gevolg afgelegd. En om het plaatje compleet te maken ben ik na lang wachten begonnen op een andere school, dus het wennen aan een andere schoolcultuur deed wederom zijn intrede. Gelukkig went het allemaal snel, dus de periode van déjà vu duurt steeds korter. Ik ga er ook vanuit dat dit binnen dit fenomeen van kortsluiting in mijn bovenkamerherinneringen maar één keer herhaald worden. Vanuit die gedachte kunnen we over een paar weken dus even rustig adem halen en gaan settelen en borgen.


kabinet

Bij het schrijven van deze column is het meer dan waarschijnlijk dat het kabinet gaat vallen. Het voelt als een spel waarin ontzettend vals wordt gespeeld, met uiteindelijk enkel verliezers. Want wie behartigt nog het landsbelang, als persoonlijk gewin vooraan staat? We zitten er met onze neus bovenop en kunnen het niet veranderen. Er zijn zoveel mensen die nu wanhopig de koppen bij elkaar steken om te kijken of er nog iets te redden valt, en er zijn net oveel mensen die staan te juichen om het stokje over te nemen. Het stokje dat nog niet aan dirigeren toe is gekomen. Het stokje dat nog aan het roeren was om van de brij een geheel te maken. Het stokje dat nog geen kans heeft gekregen of heeft genomen om zich te bewijzen naar het volk. Na de verkiezingen in oktober was ik blij om te lezen dat er een kabinet was gevormd waar ik mij wel in kon vinden. Ik had goede hoop op vele verbeteringen, maar vooral op stabiliteit. Een stabiele regering voor een paar jaar. Soms kijk ik met angst naar het journaal en voel een innerlijke onrust ontstaan. Zoveel ellende, zoveel misgunnen naar anderen, zoveel onbegrip. Niet alleen op ons eiland, maar ook in de rest van de wereld voelt het soms instabiel. Veranderingen beginnen bij jezelf, dus ik hoopte op stabiliteit op ons kleine eiland, dat zou al een begin zijn. En toen kwam de Amerikaanse verkiezing. En toen won Trump. Ik heb hem een eerlijke kans gegeven, door te denken, misschien valt het wel mee met zijn ideeën, maar niets van zijn ideeën valt mee. Sterker nog, het lijkt alleen maar erger te worden. Niet eens meer elke dag hoor ik iets wat mij doet verbazen, soms gebeurt het elk uur. Ik hoor op het journaal ook nu verhalen die mijn angst inboezemen. Waar gaan we heen met elkaar? Trump lijkt alleen de scepter te zwaaien. Hoe lang kan dat nog? De wereld wordt er mijns inziens niet stabieler op. Ik hoor en lees onvrede vanuit het Midden-Oosten maar ook vanuit Mexico, het zuiden. Zelfs vanuit de Verenigde staten zelf. En dan komen in Europa ook verkiezingen. Zo heeft het Verenigd Koninkrijk al besloten dat een Brexit voor hen de beste optie is en wint Wilders met zijn PVV volgens de peilingen straks de verkiezingen in Nederland. Frankrijk en Duitsland volgen later in het jaar. Ik mis Tinkerbel met haar magisch poeder. Ik mis Harry Potter met zijn toverstaf. Ik mis de gave om zelf spreuken uit te spreken. Ik vraag niet veel. Enkel een stokje, een roerstaafje eigenlijk, meer is het niet. Maar het staafje om af en toe even te mogen roeren als er op lokaal of op wereldniveau verschuivingen plaatsvinden op politiek gebied waar ik angstig van wordt. Dan kan ik even roeren zodat alles weer op zijn plek valt in die grote pan waarin we ons veilig moeten voelen. En mocht er echt niets meer te roeren vallen, dan breng ik het op smaak en neem af en toe een hapje. En als ik dan per ongeluk de president van Amerika een keer inslik hoop ik dat ik mij niet verslik, zodat ik toch weer kan roeren in de ruimte die is ontstaan. 

kusje erop

Kusje erop en over. Hoe vaak hoorden we dat niet als kind als we weer eens gevallen waren? En het hielp echt. De pijn verdween als sneeuw voor de zon. Inmiddels zijn we ouder en wijzer en laten we ons niet meer zo makkelijk om de tuin leiden. Hoewel we het als ouder wel blijven toepassen op onze kinderen zien we het in groter verband ook gebeuren. Insel air, onze nationale noodlijdende vliegmaatschappij, het was gevallen en kon zelfstandig niet meer opstaan. Het figuurlijke kusje van de overheid laat de vliegmaatschappij nog wel opstaan, maar of het ooit nog zal gaan rennen is twijfelachtig. Daar zijn nog veel meer kusjes nodig. Ook overzees zien we de kusjes kunstgrepen. Trump is een bullenbak. Hij is de pester en intern wordt er veel gekust en gesust, maar veel helpt het nog niet. Een luchtkusje wordt hier en daar toegevlogen, maar fysiek landt er geen een. Hulp van buitenaf zal voorlopig nog niet verwacht worden, niemand durft zich eraan te wagen. Zuid-Amerika en het Midden-Oosten zullen geen kusjes uitdelen en Europa wacht nog af.  Het Verenigd Koninkrijk had vorig jaar al een vooruitziende blik en besloot met een Brexit het heft in eigen hand te nemen, waardoor een mogelijk bezoek van Trump aan Engeland niet volgens traditie zal verlopen. Mogelijk dat de verkiezingen in Nederland, Frankrijk en Duitsland mogelijkheden bieden. Eens kijken wie er dan kleur gaat bekennen. Op dit moment nog niemand, het kost ze het premierschap. Het blijft een spel van vaagheden en dubbele beloftes. Kleur bekennen is op Curaçao wel gebeurd. Nadat dat eerst letterlijk gebeurde tijdens de verkiezingen in oktober zagen we het in de maanden daarna in figuurlijke zin voorbij komen. Het kabinet was in volle gang om zich stabieler te profileren toen er een afsplitsing plaats vond. Een gapende wond is ontstaan die met een kusje erop niet te helen viel. Zelfs een pleister wilde in dit geval niet werken. Hier zal een groter gaasverband zijn werk moeten gaan doen. De eerste zwachtel is gelegd en er zullen nieuwe verkiezingen komen in het voorjaar. Wie waar voor staat is nu pijnlijk duidelijk geworden, er kunnen geen loze beloftes meer gedaan worden in de campagnes. De tijd is te kort. Het kabinet is gevallen. Kusje erop en de pijn is over klinkt nu wrang en hinderlijk kinderlijk. Hoewel met het kinderachtige gedrag dat sommige politici hebben laten zien zouden we mogen denken dat het denkbeeldige kusje de oplossing is voor al het politieke leed. Niet alleen op Curaçao, maar ook elders in de wereld. Ach wie weet, helpt het toch. Mwah. Kusje erop.


remigreren part 12

Ik weet niet of het al jaren aan de gang is of dat het iets is van het laatste half jaar, maar in de zes maanden dat ik hier nu woon ben ik al naar vijf begrafenissen geweest. En dat hadden er meer kunnen zijn, maar een aantal vielen onder ongunstige werktijden. Het zijn niet allemaal hele oude mensen geweest, hoewel die er wel bij zaten. Bij de één was het enkel condoleren, bij de ander zaten  we een uur bij elkaar, troostend en lachend te genieten van het leven en de mooie verhalen die rondgingen over de overledenen. In Nederland had ik zelden een begrafenis. Als het er twee op jaarbasis waren, dan was dat veel. Ik probeer mijn man uit te leggen dat het hier gewoner is om bij een begrafenis aan te treden dan in Nederland. Het is daar toch wat onpersoonlijker dan hier. Je wordt persoonlijk uitgenodigd en zonder rouwkaart haal je het niet in je hoofd om ongevraagd aan te schuiven bij een crematie of kerkbegrafenis.
Hier staan de rouwadvertenties in de krant en als je overledenen of diens familie maar enigszins kent dan ga je er naar toe. Ik hou vol om mijn man uit te leggen hoe ik in relatie sta met de overledenen. Soms is het heel eenvoudig: ik zat bij hem of haar in de klas. Maar soms gaat het Curaçao style en ben ik even bezig. Deze mevrouw was vroeger de vrouw van mijn aangetrouwde (weduwnaar) oom  en hoewel hij allang is overleden, hebben we altijd contact gehouden met haar kinderen uit haar eerste huwelijk en voor hen ga ik erheen. Hij vraagt nog wel eens of ze aardig was, maar dat doet er niet toe vind ik. Aardig of niet aardig, je gaat.
Om te komen op de plaats van bestemming van rouwen heb ik houvast aan deze zelfde Curaçaose manier van uitleg. Crematoria waren er vroeger nog niet. En er zijn hier en daar wat nieuwe rouwcentra bij gekomen. Bij de rotonde van de Brievengat ga je naar het SDK, daar ga je naar rechts, en voorbij het Festival Center is het ongeveer. Geen straatnaam, geen huisnummer, maar wegaanduidingen die je tegenkomt. Dit loopt overigens niet altijd even goed af. Een oom die al vele jaren in Nederland woont was op vakantie op Curaçao toen hij hoorde dat een neef was overleden.  Natuurlijk zou hij daar ook heen gaan en met de bekende route aanwijzing was het hem gelukt om nog net op tijd aan te komen. Te laat voor een kort condoleren, dus de hele mis uitzitten achter in de kerk, om er tijdens de mis achter te komen dat hij toch echt bij de verkeerde begrafenis was aangeschoven. 
Mijn man probeert de gewoonte over te nemen en doet zijn best om aan mij uit te leggen waar hij is door gebouwen te beschrijven die hij tegenkomt. Ik hou de gewoonte in eer door het mijn man uit te leggen als ik weer iemand moet missen wanneer ik de krant opensla.


remigreren part 11

Ontvrienden is een stom woord. Tot voor een paar jaar geleden bestond het woord niet eens. Ik vond al dat ontvrienden altijd een beetje overdreven. Het kwam wel eens ter sprake en ik vond de ge-ontvriende meestal een beetje sneu. Wat gaf dat nou, dat die ex-vakantie vriend van toen je ontvriend had. Alsof je hem nog dagelijks sprak. Facebook was toch vooral leuk, een paar vrienden meer of minder maakte niet uit. Tot het mijzelf over kwam. Een paar keer ben ik ontvriend. Beide keren kwam ik daar per ongeluk achter. Ik heb ook beide keren gevraagd wat de reden was van deze ontvriending, maar tot op heden heb ik daar geen reactie op mogen ontvangen. Blijkbaar ben ik dusdanig ontvriend dat mijn berichten niet meer binnen dringen tot de ander. In beide gevallen heb ik inderdaad mijn schouders opgehaald en heb ik gedacht, ach, zoveel contact hadden we voor facebook ook niet. Het geeft niet. Maar de laatste ontvriending deed wel wat met me. Een ex-collega, ik dacht inmiddels vriendin ontvriende mij, een tijdje nadat we op Curaçao waren aangekomen. Ik vond dat zo vreemd. Ook aan haar vroeg ik direct naar haar reden. En zij antwoordde wel. Zij had zich door mij, de laatste maanden voor ons vertrek in Nederland, verwaarloosd gevoeld. Ik had niet de moeite genomen om bij haar langs te komen om haar gedag te zeggen, ik had niet de moeite genomen om persoonlijk te bellen om haar gedag te zeggen. Dat ik voor niemand tijd had die laatste maanden mocht niet meer baten. Dat mijn belletjes geen gehoor kregen in die laatste maanden werd niet meer geaccepteerd. Dat ook zij niet de moeite had genomen om bij mij langs te komen heb ik niet meer van haar vernomen. Feit bleef dat ik niet was langsgekomen en dat stak mij. Ja, ik ben degene geweest die weg wilde gaan, en ja dat heeft mij ook verdriet gedaan, ondanks dat het mijn eigen keus was, maar dat een vriendschap zo makkelijk opzij gezet kon worden, dat had ik niet voor mogelijk gehouden. Van andere immigranten hoor ik soortgelijke verhalen. Schrijnender zelfs. Dat zussen, broers, maar ook ouders zich hebben gedistantieerd van hun kinderen. Om het gemis minder pijnlijk te maken? Ik weet het niet. Het blijft gek om mensen met wie je veel deelde nu niks meer kan vertellen. Mails blijven onbeantwoord en facebook reageert niet meer. Deze ontvriende had in ieder geval nog het fatsoen om uit te leggen waarom ze mij ontvriend had. De anderen zal ik in de loop der tijd nog wel eens tegenkomen. Het eiland is te klein, en de kennissenkring te beperkt. Ik ben benieuwd wat voor verhaal er komt. Het is ook zo onpersoonlijk en makkelijk. Eén druk op de knop en ik ben je vriend niet meer. Wees dan zo mans en vertel het mij recht in mijn gezicht, zodat ik ook mijn zegje kan doen. Dat heet een gesprek. Daarbij pleit ik voor een knop op facebook die ontvriending ongedaan kan maken. Lijkt me lachen. Geef ik er nog een smiley bij ook. J

paarden parade

Carnaval is weer in alle hevigheid losgebarsten. En ik geniet ervan. Nadat ik vorig jaar al heb mogen voorproeven houdt niets mij meer tegen dit jaar heb ik besloten. Ik wil alles volgen en alles meemaken. Helaas gooide mijn slechte timing al meteen roet in het eten. De jump-in waar ik heen wilden was uitverkocht. Stiekem was ik er niet heel rouwig om. Ik lag vroeg in bed en vond dat de volgende ochtend heel fijn. Dan de paardenoptocht. Nog nooit gezien, dus daar wilden we wel heen. Na lang puzzelen en met de hulp van derden wisten we uiteindelijke hoe laat die zou beginnen en waar de paarden zouden lopen. Nu weet ik dat op Curaçao tijd een relatief begrip is. Zo weet ik uit eerste hand dat een afspraak bij een specialist om negen uur in de ochtend, gerust om drie uur in de middag kan plaats vinden. En ondanks gemopper van de wachtenden lijkt dit fenomeen van disrespect naar de patiënten maar niet te willen veranderen. Sterker nog, als je te hard moppert hoor je nog wel dat je geluk moet hebben dat de specialist überhaupt komt. Er zijn er ook bij die helemaal niet op komen dagen. Dat je als patiënt vrij hebt moeten nemen van je werk doet er niet toe. Dat je als patiënt uren en uren zit te wachten doet er evenmin toe. Dus ik had al rekening gehouden met vertragingen en wachttijden. Op de tijd dat het zou beginnen waren wij bij de aanvang van de parade. Er waren al een heel stel paarden. Sommigen al helemaal klaar, opgetuigd om te vertrekken, anderen nog niet gezadeld waarbij de rijder rustig met een biertje in zijn hand naast het paard stond te kletsen. Sommige paarden werden ingereden wat een bijzonder goed idee leek, gezien het temperament van het paard. Driftig en schuimend bewoog het dier zich te snel van links naar rechts. De rijder moest zijn uiterste best doen om het paard in bedwang te houden. Op gepaste afstand hebben we genoten van dit spel tussen dier en rijder, waarbij het dier uiteindelijk moest toegeven aan zijn rijder. Na een klein uur van rondlopen en aanschouwen leek er nog geen begin gemaakt te worden van enige stoetvorming. Ik hoorde wel een mevrouw roepen dat ze echt om twee uur zouden beginnen, maar dat streven was al een uur gepasseerd. Wij hebben niet meer op het begin gewacht. Jengelende kinderen en een zinderende hitte maakten dat ik smachtte naar de verkoeling van de zee. Ik ga er vanuit dat er vergunningen zijn afgegeven voor alle parades, optochten en dergelijke die deze dagen voorbij komen op straat. Dat houdt in dat de wegen tijdelijk worden afgesloten. Om te voorkomen dat de parade afgeblazen zou worden, omdat de straten weer vrij gegeven moesten worden aan het verkeer, vermoed ik dat ze de paarden in volle galop door de straten hebben laten rennen. Schuimend en zwetend van begin tot eind. Dus ook deze hebben we gemist. Two down, so many more to go. 

remigreren part 10

Toen we in ons huis trokken stonden we voor de keus of we op gas wilden gaan koken of elektrisch. Wij hadden één van de weinige huizen op het eiland waar geen gasaansluiting was aangelegd. Voor beiden is wat te zeggen. We hebben ook serieus nagedacht wat voor ons de beste optie zou kunnen zijn. Maar gezien het elektriciteitsnet dat Curaçao heeft, met de daarbij behorende frequente  uitvalmomenten leek het ons verstandiger om op gas te gaan koken. Daar komt bij dat ik ooit in Nederland noodgedwongen op elektriciteit heb moeten koken en daar werd ik niet vrolijk van. Allemaal nieuwe pannen moeten aanschaffen, maar het koken duurde ook minstens twee keer zo lang. Dus we waren er redelijk snel uit. Wij gingen voor gas.
En ook nu moesten we weer nadenken. Hoeveel flessen wilden we? Er stond niets bij het huis. Er was geen leiding aangelegd.
De ervaring had mij geleerd dat twee flessen noodzakelijk was. Mocht de eerste fles leeg raken, dan had je nog genoeg tijd om de lege fles te ruilen voor een volle, terwijl je gebruik maakte van de tweede fles. De ervaring had mij ook geleerd dat als je daar samen geen goede afspraken over maakt, en je beiden denkt dat de ander de fles wel zal laten ruilen voor een volle fles, je voor een gedwongen feit komt te staan dat je een paar dagen tot weken buiten de deur moet eten of veel moet barbecueën.
Dan restte ons alleen nog de vraag, willen we grote flessen of kleine flessen? Het grootste dilemma in deze kwestie was de prijs. De aanschaf van grote flessen zou ruim zeshonderd gulden gaan kosten. Kleine flessen een stuk goedkoper. We zouden voor de kleine variant gaan en op termijn over gaan stappen op grotere flessen. We zetten een oproep op internet voor een kleine fles en op Suffissant wilden we een tweede fles gaan kopen. Helaas bleek bij navraag dat er geen kleine flessen te koop waren. Al een jaar niet. Met de papieren in mijn hand om dan toch maar oor de grote flessen te gaan gingen we weer naar huis. Het aanvragen zouden we over het weekend heen tillen. En net in dat weekend vonden we een goede kleine fles via internet, bij familie notabene die er nog één hadden staan.

Eén van de voordelen van getrouwd te zijn met een zeer handige klusmanechtgenoot is dat hij het gasfornuis zo had aangesloten op de gasfles en we zelf konden koken. Met liefde hadden mijn ouders al een paar weken voor ons gekookt, maar zelf koken was ook weer heerlijk. En we koken er op los. Al maanden. We wisten van te voren niet precies hoe lang zo’n kleine gasfles mee zou gaan, dus nu spelen we een soort van Russisch roulette. Hoe lang zal het nog meegaan? Wanneer is ons gas op? Hoelang gaat het dan duren voordat de fles omgeruild kan zijn? Wil mijn moeder nog een keer voor ons koken of wordt het veel barbecueën? Jinks ik nu mijn gastoevoer door dit op te schrijven?