zondag 25 september 2016

Remigreren - part 4
Na welgeteld één dag acclimatiseren storten we ons in het bureaucratisch geweld van inschrijven op het eiland. Geheel onwetend zitten we bij Kranshi om ons in te schrijven. Ik kom immers van de Antillen, die sedula is vast snel aangevraagd. Ik weet zelfs mijn nummer nog van toen. Maar daar zat toch een kleine kink in de kabel. En die kink heet het land Curaçao. Ik ben dan wel geboren op de Nederlandse Antillen, op Bonaire en sinds 2010 zijn dat toch echt twee verschillende landen. In ieder geval wel voor de immigratiedienst. Dus we togen richting Punda, naar de immigratiedienst. Daar werden we zeer vriendelijk geholpen door het personeel terwijl we moesten wachten op onze beurt en ook tijdens het officiële overhandigen van documenten werden we goed geholpen. Tijdens het wachten voor ons nummer stond ik in de rij voor de balie. Voor mij stonden zo’n acht mensen. Buiten was het een drukte van belang met Isla medewerkers die in staking waren voor een betere CAO en  manlief en zoon zaten in het dichtstbijzijnde koffiehuis een drankje te nemen.
Wachtend in de rij, genietend van de drukte van buiten stapte de mevrouw voor mij uit de rij en ging zitten. Ik schoof een plekje door naar voren. Op deze manier ging het vast sneller dacht ik nog in mijn blanco brein. Nadat we allemaal een paar plaatsen waren doorgeschoven en ik bijna aan de beurt was schoof de mevrouw die eerder uit de rij was gestapt weer terug de rij in. Ik weet zeker dat ik heel erg verbaasd heb gekeken. Op de eerste plaats naar de mevrouw die dit deed, maar niet minder naar alle andere mensen. Niemand zei er iets van. Niemand. Als deze mevrouw nou slecht ter been geweest zou zijn of zwanger of heel oud, dan zou ik daar alle begrip voor kunnen hebben, maar het was een jonge meid. Nu kan ik natuurlijk niet in haar lijf kijken, dus ik weet niet of ze onzichtbaar iets onder de leden heeft, maar ik was te verbouwereerd om er zelf iets van te zeggen. Bovendien wilde ik niet meteen op dag twee mijn ongenoegen uiten over zoiets. Misschien was dit wel de gewoonte hier geworden en was ik er niet van op de hoogte.
Van vrienden hoorde ik later dat dit inderdaad vaker gebeurt. Men vindt het vreemd, maar blijkbaar wordt het wel geaccepteerd. Zo ook bij de bank. Ik zit te wachten op mijn nummer, net als mijn medezitters op de bank. Mijn buurvrouw haar nummer is aan de beurt en net als ze op wil staan loopt er een mevrouw naar voren. Deze mevrouw zat ook op de bank toen ze besloot om tijdens haar wachttijd een deposit te doen. Het gevolg was dat haar nummer voorbij was toen ze klaar was met haar storting, maar dat maakt niets uit ben ik nu achter, want als je dan alsnog naar voren stapt en bij de balie uitlegt dat je nummer voorbij is, dan mag je toch nog voor.

Ik merk dat ik niet hoef te wennen aan de bureaucratie van de instanties zelf. Het egoïsme van de klanten en mede rijwachters valt mij zwaar. Het ikke ikke ikke gevoel dat ik met veel liefde heb achter gelaten in Nederland blijkt ook hier zijn intree gedaan te hebben. 
Remigreren – part 3

En toen kwam het verlossende woord. We hadden een baan op Curaçao. Zoals eerder gezegd, we hadden twee banen. Na een paar goede nachten slapen werd de keus gemaakt. Ik zou gaan werken bij het VPCO. Een baan als leerkracht voor de klas. Het speciale kind. Terug naar mijn oude doelgroep. Het was nog best eng om het te delen met familie, vrienden en collega’s. Stel je voor dat het misschien toch niet echt was, maar al gauw werden de contracten gemaild en handtekeningen gezet. Het was echt. De actie modus waar we al in waren gekomen werd verdrievoudigd. Want wat komt er een hoop bij kijken als je gaat remigreren. Dan besef je pas hoeveel abonnementen er stilzwijgend doorlopen. Dan besef je pas wat er allemaal bij komt  kijken. Al snel werd duidelijk dat het huis verkocht was, dat de kittens die geboren waren een goed onderkomen zouden gaan krijgen en dat de volwassen katten gezond genoeg waren om mee te mogen gaan. Ons medisch dossier werd gehaald bij de huisarts en tandarts en toen wilden wij ons uitschrijven uit de gemeente. Helaas ging dat niet heel soepel. Er was een nieuw computersysteem en de mevrouw achter de balie had waarschijnlijk haar dag niet, want meewerken zat niet in haar vocabulaire die ochtend.  Op een donderdag kwamen wij ons uitschrijven per de dinsdag die daarop zou volgen.
‘U kunt zich niet vooruit uitschrijven mevrouw, dat laat het systeem niet toe’. ‘Wij kunnen ons verzekeringstechnisch niet eerder uitschrijven mevrouw en op de dag dat wij vertrekken zijn wij om vier uur in de ochtend uit huis’. Tja, de mevrouw ging wat verzitten, trok haar rok recht en herhaalde haar boodschap. Inmiddels hadden wij geleerd dat blijven staan de beste oplossing is en hen vragen hoe dit op te lossen is voor ons. Mevrouw achter balie twee had duidelijk haar dag wel en dacht in oplossingen waardoor het een en ander toch geregeld kon worden. En zo onze eerste kennismaking met bureaucratie en instanties. Wij hadden ons echter voorbereid dat dit op Curaçao aan de orde zou zijn. Nee hoor, gewoon in Schijndel, gewoon in Nederland, overgeregeld land dat zo dichtgetimmerd zit dat er geen ruimte meer is voor de uitzondering. Het vertrek vond plaats in Duitsland, aangezien wij met Air Berlin vlogen. En ook daar, bureaucratie. “Nee meneer, u kind mag niet mee vliegen, dat moet in het paspoort van moeder of vader staan. Overigens mag u ook niet mee meneer, we hebben van u geen retourdatum op uw ticket staan. Mevrouw mag weg, die komt van de Antillen’. ‘Mevrouw van de balie, ons kind mag niet in ons paspoort staan, dat staat de Nederlandse wet niet toe’. Ook hier zijn we blijven staan. En na wat heen en weer gebel, en consulatie van collega’s op de werkvloer mochten we vertrekken. Het kind was ineens geen probleem meer, daar hij onder de twaalf is en manlief werd geloofd op zijn mooie ogen dat hij te vertrouwen was. Met een lach en een traan zeggen wij Europa gedag en gaan het nieuwe avontuur aan. 

maandag 12 september 2016

Een lang gekoesterde wens ging in vervulling dit weekend. Twee eigenlijk. We zijn naar het Curaçao North Sea Jazz Festival geweest. En dan nog wel op de avond met voor mij de mooiste line-up. De avond dat zowel Kasav optrad als Juan Luis Guerra.
Al vanaf de eerste keer dat het festival haar deuren openden riep ik vanuit Nederland, ooh, als ik daar toch eens bij zou kunnen zijn. En nu was het zover. Wat een happening en wat goed georganiseerd. De auto bij het Rif, met de bus naar boven. Gezamenlijk liepen we de berg af naar beneden richting ingang van het terrein. Kleine tuktuks reden af en aan om gasten van de bus naar de ingang te brengen. Ik wilde lopen, ik wilde voelen, ik wil het allemaal meemaken. Mijn voeten daarentegen protesteerden een klein beetje.
Omdat ik geen idee had wat de dresscode was ben ik op veilig gegaan met een zwart jurkje. Een zwart jurkje kan altijd, bij elke gelegenheid. En bij dat zwarte jurkje stonden die zwarte hakken ook zo leuk. En dat ging een hele tijd goed.
Bij de ingang werden de tassen van de dames keurig gecontroleerd. Er ging geen wenkbrauw omhoog toen de vrouw mijn tas inspecteerde. Maar mijn schatten lagen daar. Geduldig naast elkaar. Open en bloot te wachten tot later op de avond.
De optredens waren bij een groot podium, op een hoger gelegen deel van het terrein. Daar aangekomen zag ik tribunes en aangezien we vroeg waren zijn we eerst even gaan zitten om te genieten van alles en iedereen om ons heen. Mijn voeten waren blij met deze pauze. Ze gaven nu duidelijke signalen dat de zwarte hakken niet het beste idee van de avond vonden.

We stonden bijna vooraan bij het optreden van Kasav. Het was een goede plek om het optreden goed te kunnen volgen. Ware het niet dat mijn voeten nu duidelijk aangaven geen minuut langer op de hakken te willen staan. De tribune vond ik geen optie, maar ik was gelukkig voorbereid op dit moment. Met mijn tas onder mijn arm liep ik even naar de zijkant van het terrein om niet geheel in de kijker te staan om daar mijn schatten uit de tas te pakken. Een paar platte, makkelijke schoenen lagen op mij te wachten en werden groots onthaald door mijn voeten. Ook Kasav was blij met deze wissel, want ik heb kunnen swingen. En hoe, ik stond niet stil. Ook bij Juan Luis Guerra konden mijn voeten goed vooruit. Ook hier stond ik niet stil.

Al met al een hele goede keus om deze schatten mee te nemen deze avond. Hierdoor heb ik enorm kunnen genieten van de optredens. Doordat de hakken nu in de tas moesten was mijn tas iets gegroeid in omvang wat met zich meebracht dat ik bij het passeren van mensen soms vergat dat ik wat breder was dan aan het begin van de avond. Mijn tas heeft menigeen uit balans gebracht, wat weer goed gemaakt werd door de opzwepende klanken vanaf het podium. De mensen stonden niet stil. Een beweging meer of minder viel gelukkig niet zo heel erg op. En voor diegene die mogelijk een kleine blauwe plek heeft opgelopen door mijn tas, mea culpa, mijn voeten zijn u dankbaar voor uw begrip. 

maandag 5 september 2016

Remigreren part 2

Ik vergelijk het hele emigratieproces als een soort van kind-krijgen verhaal. Nadat je maanden, en soms jaren, in een soort van wachtstand zit in afwachting van een kindje, kom je na de bevalling terecht in een acuut chronisch slaaptekort. Emigreren doet hetzelfde met je als mens. Ik ben inmiddels ervaringsdeskundige van beiden. Het heeft jaren, maanden, weken geduurd voor het duidelijk werd dat ik een baan had op Curaçao. Al die tijd vooraf zaten we vooral in een permanente wachtstand. Onzekere tijden waren het ook. Zullen we het huis al te koop zetten of heeft het geen zin? Straks is het verkocht en gaat de emigratie niet door. Waar willen we dan gaan wonen? Of willen we sowieso gaan verhuizen? Zullen we vast een schifting maken in inboedel wat we mee zouden willen nemen? Stel dat het niet doorgaat en we willen ons huis verbouwen, dan grijpen we mis op alles wat we nu al weg hebben gedaan. Al die schroeven kunnen toch nog van pas komen? En die veertig rieten mandjes zullen toch ooit nog wel een bestemming gaan krijgen, dus weg doen is toch zonde. En hoeveel zullen we mee mogen nemen? Straks doen we van alles weg wat we nodig hebben. Moeten we nu wel of niet een fiets kopen voor onze zoon? Ik weet dat er niet gefietst wordt op Curaçao om naar school te gaan, maar hij is uit zijn fiets gegroeid in Nederland en hier fietst hij wel naar school. Keuzes, keuzes, keuzes. Om gek van te worden.
Het afwachten viel ons zwaar. We wilden zo graag in actie komen, het gevoel hebben dat we ergens grip op hadden.
Na verloop van tijd werd het duidelijk dat de kans op een baan wel heel groot werd wat ons deed besluiten om ieder geval alvast toch het huis te koop te zetten. En vanaf dat moment hebben we geen drie tellen meer stil gezeten. Er braken hele drukke tijden aan. Een huis te koop zetten is niet mijn favoriete bezigheid. De makelaar komt mee kijken en besluit dat we veel te veel meubels in huis hebben staan. Met andere woorden, haal die veertig rieten manden eruit om het ruimtelijker te maken, en dus beter verkoopbaar. Een groot deel van onze inboedel heeft weken in de schuur gestaan. Uit het zicht van kijkers en eerlijk is eerlijk, ik heb nergens op mis gegrepen, dus zo hard hadden we het niet nodig. Het huis moest op uur en tijd brandschoon zijn. De tuin bijgewerkt, het gras gemaaid, het onkruid weggestoken en hier en daar wat bloemen om het geheel wat op te lukken. Dit alles samen met beiden een zeer drukke en verantwoordelijke baan, Skype gesprekken in de avonduren met verschillende partijen, een zoon met afsluitende sportmomenten, kinderfeestjes en een school waarbij we als hulpouder ook ons steentje aan bij wilden dragen. Tel daar nog bij op een poes die na een, ik hoop voor haar plezierige nacht,  zwanger thuis kwam en in deze periode een nest jongen wierp.

We wilden actie, we kregen actie. En hoe.