Het kerstverhaal is er één die menig kind vroeger
voorgelezen kreeg. Op kerstochtend, of op kerstavond. In de kerk, of juist
thuis. Binnen bij de kachel, of op de porch. Het kerstverhaal is van alle
tijden en voor iedereen.
Het kerstverhaal kent vele variaties. Degene die mij het
meest is bij gebleven is die van een dierbaar iemand van mij. Ik zal geen namen
noemen. Hoewel het een hilarisch moment was, was het ook nogal pijnlijk. Met een katholieke achtergrond,
waarin de communie toch zeer bewust was ondergaan en waar de bijbel toch ook
gelezen was zou je mogen aannemen dat deze persoon beter zou moeten weten. In
de trein deden wij een spelletje waarbij we iemand in ons hoofd namen en door
middel van vragen moest de ander raden wie het was. En op zeker moment wist de
persoon het zeker: het was één van de zeven apostelen. Of het nu kwam omdat we vlak daarvoor naar de Efteling
waren geweest, waardoor de vergissing met de zeven dwergen logisch leek, of om
een andere reden. Feit was wel, dat met mij samen, de halve coupé rollend van
de lach het spel niet meer kon afmaken.
Inmiddels heeft deze persoon de bijbel er nog eens op
nagelezen en sindsdien kan het verhaal op de juiste manier doorverteld worden
aan de kinderen.
Het kerstverhaal van het kindje Jezus is heel actueel. Veel
actueler dan men denkt. Ik heb een parallel getrokken naar een hedendaags (
kerst)verhaal. Het begin is al geschreven, de toekomst moet het uitwijzen, maar
ik heb er mijn fantasie op losgelaten en hoop dat dit verhaal, naast het
kerstverhaal, ook verteld zal gaan worden. Elk jaar weer opnieuw. Opdat men
blijft geloven. Geloven in de toekomst. Geloven in een betere wereld waar er
plaats is voor iedereen. Voor iedereen die anders denkt, die er anders uitziet.
Een plaats waar de kinderen van nu ook trots op zijn. Niet alleen nu, maar ook
over veertig jaar, of over honderd jaar.
En hoewel het kerstverhaal een droevig einde kent, zal mijn
nieuwe verhaal een positiever eind kennen. Het is nog kort, het mag zeker uitgebreid
gaan worden, maar daarvoor is dit niet het moment. We zullen met ons allen
samen de geschiedenis moeten gaan schrijven. Daar zijn we al mee begonnen. Het
begin staat vast. Grillig en onwillig. Wij kunnen dit verhaal maken en breken.
Laten we het maken. Met zijn allen. Laten wij diegenen zijn die in de verhalen
van onze over-over-achter- kleinkinderen voorkomen. In positieve zin. Als
veranderaars.
Twee duizend twaalf jaar geleden werd er een jongetje
geboren. In een kribbe, in een stal, ver weg van de bewoonde wereld. Omringd
door een os, een ezel en wat herders. Hier was hij veilig . Hier zou de koning
hem niet vinden om hem te doden.
Twee jaar geleden werd er een land geboren. In de Caribische
zee, midden in de bewoonde wereld. Het werd omringd door een paar anderen
eilanden die staatkundig een nieuw geheel vormden. Het moest er veiliger
worden. De koningin zou er enkel nog zijn om die veiligheid te garanderen.
Het jongetje kreeg bezoek van drie wijzen uit het
oosten. Ze brachten hem goud, wierook en
mirre.
Het land werd bestuurd door inmiddels twee kabinetten. Het
derde moet nog komen. Ze brachten het land verdeeldheid, armoede en corruptie.
Het jongetje groeit op en heeft een zorgeloze jeugd. Pas in
zijn jonge volwassen leven ontmoet hij vijanden.
Het land gaat opgroeien en zal een turbulente jeugd gaan
kennen. Het zal moeten opboksen tegen gewoontes en ingebakken cultuuraspecten.
Het zal zich moeten gaan bewijzen naar de buitenwereld. Het zal moeten laten
zien dat hij dit kan. Zichzelf zijn. Met hier en daar wat hulp, maar
uiteindelijk zal het toch op eigen benen leren staan.
Het jongetje, dat inmiddels een man is geworden, ondervindt
veel weerstand, mensen keren zich tegen hem. Mensen willen bewijs voor hun
goedgelovigheid. Vrienden verraden hem.
Het land, dat inmiddels zelfvoorzienend is geworden, zal
ervaren dat de weerstand minder groot wordt. Het krijgt vertrouwen van zijn
omgeving. Het hoeft niet iedere keer bewijs te leveren bij elke daad die
gesteld wordt. Hij maakt nieuwe vrienden. Hij hernieuwt vriendschappen.
De man, verraden door zijn vrienden, zal ter dood worden
veroordeeld. Hij zal sterven. Hij zal eeuwig in de harten van de mensen
doorleven.
Het land, omarmd door hernieuwde en nieuwe vrienden, krijgt
kansen om zich verder te profileren op deze aarde. Het zal beter op de kaart
worden gezet. De harten van de mensen zullen het laten voortleven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten