woensdag 26 december 2012

Kerstkrant


Het kerstverhaal is er één die menig kind vroeger voorgelezen kreeg. Op kerstochtend, of op kerstavond. In de kerk, of juist thuis. Binnen bij de kachel, of op de porch. Het kerstverhaal is van alle tijden en voor iedereen.
Het kerstverhaal kent vele variaties. Degene die mij het meest is bij gebleven is die van een dierbaar iemand van mij. Ik zal geen namen noemen. Hoewel het een hilarisch moment was, was het ook nogal  pijnlijk. Met een katholieke achtergrond, waarin de communie toch zeer bewust was ondergaan en waar de bijbel toch ook gelezen was zou je mogen aannemen dat deze persoon beter zou moeten weten. In de trein deden wij een spelletje waarbij we iemand in ons hoofd namen en door middel van vragen moest de ander raden wie het was. En op zeker moment wist de persoon het zeker: het was één van de zeven apostelen. Of het nu  kwam omdat we vlak daarvoor naar de Efteling waren geweest, waardoor de vergissing met de zeven dwergen logisch leek, of om een andere reden. Feit was wel, dat met mij samen, de halve coupé rollend van de lach het spel niet meer kon afmaken.
Inmiddels heeft deze persoon de bijbel er nog eens op nagelezen en sindsdien kan het verhaal op de juiste manier doorverteld worden aan de kinderen.
Het kerstverhaal van het kindje Jezus is heel actueel. Veel actueler dan men denkt. Ik heb een parallel getrokken naar een hedendaags ( kerst)verhaal. Het begin is al geschreven, de toekomst moet het uitwijzen, maar ik heb er mijn fantasie op losgelaten en hoop dat dit verhaal, naast het kerstverhaal, ook verteld zal gaan worden. Elk jaar weer opnieuw. Opdat men blijft geloven. Geloven in de toekomst. Geloven in een betere wereld waar er plaats is voor iedereen. Voor iedereen die anders denkt, die er anders uitziet. Een plaats waar de kinderen van nu ook trots op zijn. Niet alleen nu, maar ook over veertig jaar, of over honderd jaar. 
En hoewel het kerstverhaal een droevig einde kent, zal mijn nieuwe verhaal een positiever eind kennen. Het is nog kort, het mag zeker uitgebreid gaan worden, maar daarvoor is dit niet het moment. We zullen met ons allen samen de geschiedenis moeten gaan schrijven. Daar zijn we al mee begonnen. Het begin staat vast. Grillig en onwillig. Wij kunnen dit verhaal maken en breken. Laten we het maken. Met zijn allen. Laten wij diegenen zijn die in de verhalen van onze over-over-achter- kleinkinderen voorkomen. In positieve zin. Als veranderaars.

Twee duizend twaalf jaar geleden werd er een jongetje geboren. In een kribbe, in een stal, ver weg van de bewoonde wereld. Omringd door een os, een ezel en wat herders. Hier was hij veilig . Hier zou de koning hem niet vinden om hem te doden.
Twee jaar geleden werd er een land geboren. In de Caribische zee, midden in de bewoonde wereld. Het werd omringd door een paar anderen eilanden die staatkundig een nieuw geheel vormden. Het moest er veiliger worden. De koningin zou er enkel nog zijn om die veiligheid te garanderen.

Het jongetje kreeg bezoek van drie wijzen uit het oosten.  Ze brachten hem goud, wierook en mirre.
Het land werd bestuurd door inmiddels twee kabinetten. Het derde moet nog komen. Ze brachten het land verdeeldheid, armoede en corruptie.

Het jongetje groeit op en heeft een zorgeloze jeugd. Pas in zijn jonge volwassen leven ontmoet hij vijanden.
Het land gaat opgroeien en zal een turbulente jeugd gaan kennen. Het zal moeten opboksen tegen gewoontes en ingebakken cultuuraspecten. Het zal zich moeten gaan bewijzen naar de buitenwereld. Het zal moeten laten zien dat hij dit kan. Zichzelf zijn. Met hier en daar wat hulp, maar uiteindelijk zal het toch op eigen benen leren staan.

Het jongetje, dat inmiddels een man is geworden, ondervindt veel weerstand, mensen keren zich tegen hem. Mensen willen bewijs voor hun goedgelovigheid. Vrienden verraden hem.
Het land, dat inmiddels zelfvoorzienend is geworden, zal ervaren dat de weerstand minder groot wordt. Het krijgt vertrouwen van zijn omgeving. Het hoeft niet iedere keer bewijs te leveren bij elke daad die gesteld wordt. Hij maakt nieuwe vrienden. Hij hernieuwt vriendschappen.

De man, verraden door zijn vrienden, zal ter dood worden veroordeeld. Hij zal sterven. Hij zal eeuwig in de harten van de mensen doorleven.
Het land, omarmd door hernieuwde en nieuwe vrienden, krijgt kansen om zich verder te profileren op deze aarde. Het zal beter op de kaart worden gezet. De harten van de mensen zullen het laten voortleven. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten