maandag 17 januari 2011

3 ( 2de amigoe column)

Aangezien we oud en nieuw de laatste jaren steeds vaker in Nederland vieren, is de wens voor beter, groter, maar vooral harder vuurwerk ook toegenomen.
Als we het dan toch niet in de tropen kunnen vieren, en het moet echt hier, dan wel een beetje leuk natuurlijk. Maar de Nederlandse regering denkt hier anders over. Het vuurwerk moet vooral mooi zijn en niet te hard, vooral niet te  hard.
Menig speelgoedtelefoontje, uit China geïmporteerd, maakt meer lawaai dan het vuurwerk dat hier is goedgekeurd. Voor een Antilliaan geen gevoel van thuis, maar juist van heel ver weg. Er zat maar één ding op. Een strafbaar feit plegen.
Nu zou meneer Wilders hier graag ja op willen antwoorden, het geeft hem het recht om ons direct terug te willen sturen naar de eilanden, graag.
‘Gaan we echt naar België?’, vragen de kinderen hoopvol, met een licht gevoel van angst.
‘En als ze ons dan controleren?’.
Vol goede moed stappen we in de auto richting België. Bij de eerste vuurwerkwinkel vangen we bot. Alle  pagara’s zijn op, ze hebben nog wel siervuurwerk.
Bij de tweede en derde winkel idem dito. Dit lijkt een zinloze actie te worden, maar bij winkel nummer vijf worden we beloond.
‘Natuurlijk hebben we nog rollen meneer’, zegt de vriendelijke verkoper tegen mijn zwager. ‘Hoeveel had u er willen hebben?’.
Met drie flinke dozen en toch ook nog wat siervuurwerk in de auto werd de terugtocht ondernomen. Nu wordt het spannend. Het is bekend dat de controles op de terugweg worden uitgevoerd, dat nummerborden van Nederlandse auto’s worden genoteerd bij binnenkomst in de dorpen en bij het verlaten van de dorpen worden de auto’s staande gehouden voor controle.
We worden echter door niemand tegengehouden. Sterker nog, we hebben geen agent gezien.
‘Bon aña’, klinkt het uit volle borst, terwijl de glazen klinken. De muziek staat hard, de deur staat open en na de eerste slok rennen we naar buiten, de kou trotserend om de pagara aan te steken.
Ja, hij doet het, hij knalt, en hoe, de buren lopen uit om te kijken waar zoveel lawaai vandaan komt. Zoveel geweld hebben ze in geen jaren gehoord.
We houden elkaar vast en roepen om het hardst dat dit toch echt wel een beetje als thuis is. Nu is het wachten op de laatste knallen, padadaboem. De finale, ja hij is er bijna….. JA, BON AÑA, het voelt bijna net als thuis, met onze voeten in de sneeuw en de ijspegels aan onze neuzen, maar dat deert niet, we hadden een pagara.  Ons jaar kan niet meer stuk.  Weliswaar niet op 1 januari,  maar net zo goed gemeend:  BON AÑA. 

1 opmerking: