Ik had er nooit aan moeten beginnen. Ik wist het de eerste
keer al. En nu voor de vierde keer trapte ik er toch weer in. Ik liet mij
overhalen. De voornaamste reden was dat mijn man niet mee kon en ik ons kind
niet mee wilde geven met anderen. Dit was onze eigen verantwoordelijkheid. Een
van ons zou erbij moeten zijn , dus was ik de gene die dit keer mee zou gaan.
Tot de avond ervoor heb ik smoesjes verzonnen. Hoofdpijn, buikpijn,
achterstallig werk, maar ik moest toch gaan. De eerste twee keren riep ik na afloop
ook dat ik het nooit meer zou doen. Maar dat was dertig jaar geleden. Het
eerste bankje was ons doel, die tweede keer. Maar ook toen, onder druk van de
groep, zijn we toch verder gegaan. En de beloning moet gezegd worden is meestal
overweldigend mooi. Zoals die ene keer dat de helikopter zou dichtbij was dat
we oog in oog stonden met de piloot. Of die keer dat we hertjes zagen die in
een plas water stonden te drinken. En dat koele water achteraf op één van de
baaien is ultiem.
Maar nu is het toch echt klaar. Ik ga niet meer. Nooit meer.
Ik geef mij gewonnen. Mijn man mag deze taak overnemen tot zoonlief groot
genoeg is om alleen te gaan. Dan mag hij het verder zelf doen. Hoewel ik mij
afvraag of hij dat nog wil. Astma en hoogtevrees zijn geen goede combinatie
voor deze sport bleek dit keer. Want een sport wil ik het wel noemen. Het is
een work-out waar ik u tegen zeg. Ik ken
mensen die er twintig minuten over doen. Ik ben die iemand niet. Ik ploeter
vanaf de eerste meters tot de laatste. Het is geen sportieve sport. Ik sta
constant op achterstand en kan het op geen enkel moment inlopen. En dat met
goede schoenen, genoeg water en een gedegen mentale voorbereiding.
Toen ik al een tijdje gestopt was met roken ondernam ik mijn
derde poging. In de veronderstelling dat dit het verschil zou maken en
inderdaad, het ging makkelijker. Inmiddels rook ik al heel lang niet meer, maar
het verschil voel ik niet meer. Dat was enkel die ene keer.
Onderweg heb ik meerdere keren een goed gesprek gehad met
mijzelf en de tegenpartij. De tegenpartij vroeg uiteindelijk of ik alsjeblieft
niet weer terug wilde komen. Al dat gezeur, gepuf, gehijg en gemopper waren
geen reclame voor hem. Het schrok mensen af. Ik heb goed geluisterd en ben het
helemaal met hem eens. Ik zal anderen aanraden om erheen te gaan, ik zal het
altijd blijven promoten, maar zelf zal ik geen stap meer zetten op deze berg.
Heer Christoffel, u heeft gewonnen. Ik kwam, ik zag, hij overwon.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten