Ik heb
dia di bandera in Nederland nooit uitbundig gevierd. Wel hing de grote
Curaçaose vlag aan onze voorgevel. Er is toen wel eens gevraagd waar de
boekentas was en wie er geslaagd was. De vlag uithangen op 2 juli is in
Nederland ongewoon, het is daar geen officiële feestdag, niemand van het
koningshuis is dan jarig, maar in die periode zie je wel dat mensen vlaggen als
hun kinderen zijn geslaagd voor de middelbare school. Niet alleen de vlag hangt
dan uit, maar er hangt dan ook een boekentas bij. Onze kleine paste toen
minstens zes keer in de vlag, zo lang is het geleden dat ik hem opgehangen heb.
Inmiddels hebben we een kleiner formaat vlag, zo één die aan een autoraam past,
dus de verhouding met zoonlief is tegengesteld.
We pakten deze zondag nog net het ceremoniële staartje mee op het Brionplein. Spanning
op de gezichtjes van de jonge kinderen, ernst op de wat oudere. De senioren
liepen ontspannen, het was hen wel bekend. Prachtig om iedereen met schoon
gesteven uniformhemden en gepoetste schoenen te zien paraderen. Prachtiger dat
sommigen of nog geen uniformhemd hebben of deze niet konden vinden, maar wel
net zo trots mee liepen met de rest. De politiedroom van zoonlief bekoelde
enigszins, want als dat inhield dat je dan ook in de parade mee moest lopen,
daar had hij geen zin in. Dus mijn antwoord op zijn vraag over hoelang hij nog
de tijd had om te beslissen wat hij wilde worden later, stelde hem weer gerust.
Bij onze wandeling op de brug kwamen we denk ik alle ministers en statenleden
tegen. Ik heb niet gekeken of ze het er allemaal waren. Het waren veel mannen
in pak en veel vrouwen in prachtige jurken. Zij liepen van het Brionplein naar
Punda. Is er een protocol als deze groep mensen langs loopt? Of is dat alleen
bij de koning en de koningin? Het blijft natuurlijk wel Curaçao, we wonen hier
niet in Wassenaar. Nog geen tien meter verder kom ik een statenlid tegen die ik
al heel lang ken. Jeugdvrienden zijn we. We geven elkaar een brasa en kletsen
te kort, maar snel even bij. Dat voelde
heel normaal. Ik leg mij er bij neer dat mijn spontaniteit mij wel eens
in moeilijkheden brengt, maar nooit dusdanig dat ik er wakker van lig. Die
brasa omarm ik als cultuurvoorwaarde voor het eiland waarop we wonen. Waarschijnlijk
is dit zo’n momentje waarbij ik mijn man hoor zeggen: Monique, stop nou eens
met denken. Ik geniet van de rest van de ochtend, de muziek, het eten, de
mensen om mij heen. Van mijn zoon die vol enthousiasme in de winkel van mijn
tante meehelpt en dankbaar een ijsje accepteert. Op de terugweg haal ik uit voorzorg even onze
autovlag binnen. Hij wapperde bijna van zijn stokje. Later hingen we hem
overdwars weer terug. Een beetje tegendraads met een eigen wil. Past wel bij
ons
Geen opmerkingen:
Een reactie posten