zondag 4 november 2012

kunst


We liepen over een kunsttentoonstelling in Oisterwijk en ik zie daar, prachtig verlicht, drie enorme kunstwerken staan. Ze zijn een paar meter hoog en gemaakt van doornen. Ik zeg nog tegen mijn man: dat lijkt wel het werk van Herman ( van Bergen), mijn oom. En verrek, we lopen langs het bordje met daarop de info en ja hoor. Het is zijn werk. Helemaal beduusd en enthousiast bel ik mijn moeder op Curaçao.
‘Ja hoor’, zegt ze,  ‘dat klopt, hij heeft daar het een en ander staan. Ook kleinere werken’. Ook die hebben we gezien, maar die drie grote beelden van Christusdoorn waren zo mooi verlicht, zo bijzonder, dat had ik nog nooit gezien.
De liefde voor de Caribische kunst was er altijd al wel ,maar kreeg na deze avond een extra boost. En van lieverlee zijn we een beetje gaan verzamelen. Voornamelijk werk dat betaalbaar is.
In ons huis vind je nu veel kunst. Geen Picasso’s of Rembrandt’s maar locale kunst van Curaçao. Dat wil zeggen, daar gekocht. Soms door onszelf gekocht, soms cadeau gekregen. Niet allemaal van lokale kunstenaars, ook van kunstenaars van de omringende eilanden die hun waar verkopen op de markt.
Nu zijn deze mensen nog blij met elk doek dat ze verkopen, maar wellicht worden ze ooit beroemd.  Sommigen noemen het troep. Dat hang je toch niet in je huis wordt er dan gezegd. Waarom niet vraag ik mij af. We laten het hier mooi inlijsten en het staat prachtig. Er hoeft toch niet altijd meteen een naamkaartje aan te hangen. Ja, ik zou ook graag werk in mijn huis willen hebben van een paar grote kunstenaars van Curaçao, maar ons budget is niet voldoende. Daarnaast ligt de waarde van onze kunstschatten niet in de prijs en de naam die eraan hangt, maar uit het feit dat het van de Caribean komt,  en dat het gemaakt is door mensen die de eilanden kennen en het een warm hart toedragen. Dat vertaalt zich terug in de kunstwerken.
 Naast enkele schilderijen hebben we ook kleine kunstobjecten. Een chichi, maar ook vissers die op een heuse zeesteen aan de muur hangen. Een lamp gemaakt van de Christusdoorn is ons bij ons huwelijk cadeau gedaan, dus die mogen we toeschrijven aan onze verzameling. Zelf heb ik het een en ander gemaakt van schelpen en drijfhout, toen schelpen nog gewoon meegenomen mochten worden naar Nederland.
In Nederland wil ik graag kunst van Curaçao in huis hebben. Dat geeft me een gevoel van thuis, dat maakt dat ik het eiland iets minder mis. Ik maak mij daarom wel een beetje zorgen. Hoe moet dat toch straks als wij ooit op Curaçao gaan wonen. Ik wil geen koeien aan de muur. Ook wil ik geen waterval straalding dat de regen moet voorstellen. Ik wil mijn schelpen en doeken. Mogen die het land wel weer terug  ingevoerd worden? 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten