zondag 6 mei 2012

kijken en bekeken worden


Het motto kijken en bekeken worden is zeker van toepassing op Curaçao. De een is nog mooier dan de ander bij bruiloften en partijen. Dames op hakken, veel bling bling, de heren in pak, de huid gepoederd. Maar niet alleen bij bruiloften en partijen.
 Ook op het strand is dit fenomeen aanwezig. En hoewel mijn bikini’s  door de jaren heen met mijn maten zijn meegegroeid lijken ze op het strand alleen maar kleiner te worden. Ik voel mij bekeken, maar kijk zelf ook mij ogen uit. De nagels zijn gelakt, de benen geschoren, make-up en zonnebril maken het verschil.
In Nederland doe ik een dappere poging om gezien te worden. En dat lukt soms best goed, maar die winter hè. Die gooit behoorlijk wat roet in het spel. Heb je net dat leuke rokje uit de wasmand gevist, hemdje erboven op, blousje erbij. Tot zover gaat het goed, maar de spelbreker zit hem in de rest. Dikke maillot waardoor er geen been meer is te zien. Laat staan gelakte teennagels. Hoge laarsen waardoor ook de vorm van het been voor een groot deel wegvalt. Over het blousje een vest of trui. Deze verhult de meeste vrouwelijke vormen. Dikke winterjas wat enige vorm, die een vest nog kan brengen totaal wegwerkt. Handschoenen verbergen gelakte handnagels en als kers op de taart. Een muts over onze haren die net in model geföhnd waren.
Make-up is het enige dat nog zichtbaar is van mijn sexy, exotische uitstraling. Helaas, door de strieme wind en harde regen is de make-up uitgelopen, heb ik traanogen en een snotneus.
Zodra de lente zich aankondigt en de eerste zonnestralen zich aandienen gaan de lagen uit bij mij. Ik draag zomerschoenen zonder panty’s, blousjes met een hemdje eronder en hooguit een zomerjas. De gevolgen zijn niet van de lucht. Ik kijk en zie dat ik bekeken wordt. Blikken volgen mij, ik voel mij weer thuis, zo was dat. Ik word aangesproken door onbekenden. Ik sta klaar om een compliment in ontvangst te nemen, schud mijn haar nog eens los en kijk snel in de etalageruit of mijn make-up nog goed zit.
‘Heeft u het niet koud  mevrouw’, wordt mij gevraagd. ‘U staat zo te bibberen’.
Nee hoor, antwoord ik met onvaste stem en onzeker loop ik door. Snel naar huis om mijn imagodeuk op te warmen met dikke sokken, een warme trui, een heet kopje thee onder een fleece deken op de bank. Even gauw de gordijnen dicht doen. Ik wil nu niet gezien worden.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten