zaterdag 29 april 2017

verkiezingen

Je kan er niet omheen. Weer niet. De verkiezingsstrijd is in alle hevigheid losgebarsten. Ik heb nog even teruggekeken naar oktober wat ik toen schreef om te voorkomen dat ik in herhaling val en dat is bijna niet te voorkomen. Het grote verschil met een half jaar geleden is dat wij nu wel mogen stemmen. We wonen lang genoeg op het eiland om te stemmen en stemmen zullen we. Nog nooit heb ik zo overtuigd gestemd. Wie mij een beetje heeft gevolgd door de jaren heen weet waar mijn voorkeur naar uit gaat. Het eiland is verdeeld en dat doet pijn. Het brengt onrust en verdeeldheid met zich mee. Niet alleen op het hoogste politieke niveau, maar ook onder buren, vrienden, familie en collega’s.  Op straat kunnen we er niet omheen dat er verkiezingen komen, letterlijk niet dit keer. Dat de rotonde van palu blanku er niet overzichtelijker op is geworden is wel tekenend voor de verkiezingen. Als hun regeerprogramma er net zo uit, dan vrees ik veel ongelukken. Zo ook de Caracasbaaiweg. De weg was al vervuild door alle reclameboren die als wildgroeiende paddestoelen uit de grond kwamen en daar kwamen nu nog meer borden bij. Ik word er zo door afgeleid dat ik te ver door rij en afslagen mis, tot grote hilariteit van mijn zoon. Die overigens bij elk bord vraagt wie nu wie is en of ik even wil kijken. Nee schat, ik wil niet kijken, ik kan niet kijken. Ik moet op de weg letten. Dat is al een uitdaging op zich. Ondertussen denk ik aan al het verkiezingsleed dat voorbij komt. Er gaat geen dag voorbij of de krant bericht over het wel, maar meestal het wee dat een ander is aangedaan. Meestal door niemand, want als je er naar vraagt weet niemand iets. Ook de verkiezingsbeloftes vieren hoogtij. Als alles nu eens door zou gaan wat nu beloofd wordt of al in gang is gezet door diegenen die het nu voor het zeggen hebben dan verandert er een heleboel. Ik hou mijn hart vast als straks de schatkist echt leeg is en de besluiten teruggedraaid moeten worden. Op die salarisverhogingen na natuurlijk. het is wel het volk dat de rekening zal moeten betalen. Het volk dat nu ingezet wordt als pion en straks als eerste van het bord afvliegt als het zo uitkomt. De stemming over de uitslag is wisselend. De een is hoopvol, de ander pessimistisch. De een is net op vakantie en baalt, de ander is juist blij dat hij niet op het eiland is. Feit is dat het een historische dag zal worden. Zo mogelijk spannender dan in 2010. Door alle commotie van de afgelopen maanden heeft iedereen nu ondertussen wel een of meerdere keren kleur bekend. Wat toen nog onbekend en nieuw was is inmiddels bekend, beroemd en berucht. Konden we vroeger nog met alle partij vlaggen door de straten rijden als tiener, nu is dat ondenkbaar. Konden vroeger de partij leiders na een stevige discussie in de staten ‘s middags bij de snèk een biertje samen drinken, nu is dat ondenkbaar. Klappen, brand en diefstal voeren de boventoon in deze turbulente periode. Ik wil rust. Rust voor het eiland en rust voor mijn ogen als ik op straat rij. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten