dinsdag 6 december 2016

Bululu

Soms heb je van die woorden, die ontmoet je in een gesprek en die laat je in volgende conversaties weer terugkomen. Ik heb dat lang gehad met jadija blablabla. Heerlijk om uit te spreken. Met een langere uithaal op de tweede ja en een korte pauze tussen beide woorden in. Collega’s werden er in het begin helemaal gek van tot zij de oplossing hadden gevonden om er geen last meer van te hebben. Ze gingen het zelf ook toepassen. En zo hebben we menig gesprek in kunnen korten door simpelweg jadija blablabla te kunnen zeggen.
Zo ook met het woord bululu. Ik had het woord al jaren niet meer gehoord. Wat zeg ik, al tientallen jaren. Ik denk dat ik het in Nederland nimmer gehoord heb en nu was het er weer. Bululu. Of ik het goed schrijf weet ik niet, maar je spreekt het uit zoals ik het nu schrijf. Wat is dat nou vraagt mijn man en alleen aan de hand van praktische voorbeelden kan ik het enigszins uitleggen. Of er een Nederlands woord voor bestaat weet ik niet. Ik kom het dichts in de buurt van een warboel.
Soms leg ik het uit met klanken, maar die krijg ik niet op papier.
De hernieuwde kennismaking met het woord kwam door de politiek. In aanloop naar de verkiezingen hebben we veel gesprekken gehad. Wie zou er winnen en wat voor een kabinet zou er geformeerd gaan worden. Zoonlief wist overigens wel wie er zou winnen. De PAR, want die had immers de meeste vlaggen hangen. Geen steekhoudende argumenten, enkel een observerende blik langs de kant van de weg. Na de uitslag begon het. Wel een formatie, niet een formatie, een gedeelde formatie, of nee, toch ook weer niet. geen meerderheid meer, of ja, toch weer wel. Eh……wat een bululu. En nu ik het woord weer heb herontdekt kan ik het goed toepassen in andere situaties. In de klas met de kinderen. Als het onrustig wordt en ik niet de woorden kan vinden om uit te leggen wat ik bedoel. En dan kijk ik naar die koppies en zie dat ze me allemaal snappen. Maar zoonlief heeft het nog niet door. Die is nog zoekende in zijn eigen Papiamentse woorden en woordgroepen. Mijn bululu neemt hij voor lief. Zijn stopwoordje is sera bo boka. Alleen past hij deze negen van tien keer niet goed toe. Het slaat dus doorgaans nergens op dat hij het zegt. Ik moet dan erg mijn best doen om niet in lachen uit te barsten, want meestal zegt hij het als hij zijn ongenoegen over iets wil uiten. Ik prijs hem om zijn uitspraak die goed is, maar zeg er wel bij dat hij beter iets anders kan zeggen, waarna hij wederom sera bo boka zegt. Nu past hij het wel goed toe, maar is het niet gepast naar zijn moeder toe. Wat is het toch allemaal ingewikkeld voor een kind, wat een bululu.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten