Een keer naar een truck di pan gaan stond hoog op het
verlanglijstje van zoonlief en zo gebeurde het dat we op een vrijdagavond naar
de truck di pan gingen. Op de
Caracasbaaiweg, bij de buurman, want die had hij elke dag zien wegrijden
aan het begin van de avond met zijn truck. Het eten werd bereid, maar was nog
niet klaar, en terwijl wij staan te wachten kletsen we wat met de andere
wachtenden om ons heen. Iedereen is rustig, niemand heeft haast, ook geen grote
honger, aangezien we allemaal een kroket kregen om tijdens het wachten de
rommelende magen alvast te sussen.
Ineens komt daar een enorm grote pick-up aangereden en de
chauffeur zet die te grote auto dwars op een aantal geparkeerde wagens waarvan
de eigenaren erbij stonden. Deze vroegen meteen, heel vriendelijk, ik kan niet
anders zeggen, of hij zijn pick-up wilde wegzetten, omdat ze zo weg wilden
gaan. De man keek even achterom en zei toen: nou, nee, hij staat daar goed. Nogmaals
werd de man aangesproken, maar nu met de vraag of hij anders van plaats wilde
ruilen, dan kon iedereen weer weg, wanneer die klaar was met eten. De man keek
nog een keer om en wederom zei hij: nee, hij staat daar prima. Hij liep door,
voorbij de truck di pan en liep het friethuis binnen.
Verbluft keken wij elkaar aan, en met ons alle andere
aanwezigen. Dan kan hij er wel uit zien als een Popeye, en hij heeft een auto
die je linkt aan Popeye, maar de manieren van Popeye heeft hij helaas niet
meegenomen. Wat een honds gedrag. En toen we dachten dat het niet erger kon,
kon het toch. De eigenaren van de als eerst geparkeerde auto hadden hun eten en
wilden weg. Ze liepen naar binnen bij de patatzaak om Popeye te halen en
warempel, hij kwam naar buiten. Hij stapt in zijn pick-up, rijdt hem naar
achteren en laat hem vervolgens midden op straat staan. Nu kan er niemand meer in of uit. Hij stapt uit
en loopt weer naar binnen. Het duurt niet lang of er volgt een waar toeterconcert.
Minstens vier auto’s staan achter zijn pick-up en willen erdoor. Het toeteren
dringt door tot in de snackbar. Dit keer is het niet Popeye die naar buiten
komt, maar zijn vrouw. Deze zet de auto weg op een plek waar niemand er last
van heeft.
Waarom kan dat niet meteen vraag ik mij dan af. In Nederland
had ik van die buren. Die zetten hun auto altijd dwars op onze oprit, zodat die
van hun vrij bleef en als ik er dan iets van zei, dan kreeg ik steevast te
horen: maar je kan toch altijd de auto van je man pakken, die staat verderop in
de straat. Hondengedrag en daarmee doe ik de hond te kort besef ik nu. Asociaal
gedrag dat niet goed valt te praten. En hoewel de naam Hollands Glorie over het
algemeen een positief beeld geeft, krijg ik hier alleen maar een rare bijsmaak
in mijn mond.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten