zondag 11 oktober 2015

Nostalgie MIL

In navolging van mijn zus ben ik op bezoek gegaan bij het MIL. Ik ben daar sinds begin jaren negentig niet meer geweest. Ik heb er wel regelmatig aan gedacht om weer eens langs te gaan, maar om verschillende redenen lukte dit steeds niet. Dit jaar kon ik er niet omheen. Ik was op het eiland, de school was weer begonnen en de verhalen van mijn zus maakten dat ik er graag heen wilde. De herinneringen waar zij mee thuiskwam, waren herinneringen die ik voor een deel alweer vergeten was. Ik was benieuwd of het bij mij nieuwe herinneringen zou oproepen. De binnenkomst was anders dan wat ik gewend was. Wij kwamen vroeger binnen door de eerste grote poort. Nu namen we de tweede poort. We hebben ons even aangemeld en waren welkom om door te lopen. Dat was gelukkig niet veranderd. Het welkome gevoel bleef. Met man en kind doorliep ik de school. “Kijk”, vertelde ik, “hier had ik Nederlands en hier handvaardigheid. En oh ja, hier had ik godsdienstles waarbij de broek van de pater een keer afzakte toen zijn riem knapte.” Dat was natuurlijk voer voor het kind om nader uit te leggen. De overdekte die er nu is, is een walhalla vergeleken met de pergola die wij eigenhandig hebben opgebouwd. Er stond toentertijd niets op het grote plein. Er moest een pergola komen, zo werd besloten. Menig strafmiddag hebben wij geschuurd en geschaafd, maar na dat jaar stond er één. Nu is die pergola omgebouwd tot een ware overdekte met snèk en lokalen erbovenop. Chapeau. Ook het gymveldje heb ik even laten zien. Er staan nu grote netten bij de lokalen boven het veldje. En terecht. In onze tijd was het de sport om tijdens de honkballessen de bal zo ver te slaan, met een curve, dat hij in het lokaal boven het veldje zou uitkomen. Het muzieklokaal van meneer Williams. Ook van dat verhaal kon die kleine geen genoeg krijgen. Of het mij wel eens gelukt was. Waarschijnlijk niet, maar we hadden er wel altijd wel lol om als het lukte. Niet in de laatste plaats om het getier en gevloek van de leerkracht in kwestie dat ermee gepaard ging Het grote verschil met toen – en daar schrok ik van – was de hoeveelheid rotzooi die ik zag liggen op de grond. De school was nog geen week begonnen en overal lag vuil. Bekertjes, papieren broodzakjes, blikjes, van alles zwierf er rond. En niemand leek het vreemd te vinden. Het leek bijna normaal. Ik kan mij niet herinneren dat het er in mijn tijd zo uitzag. Ze hadden waarschijnlijk, net als bij de pergola, vast een strafmiddag bedacht om de rotzooi op te ruimen, om de school netjes en schoon te houden. In plaats van de leerlingen buiten de poort te houden, omdat de kleur van de spijkerbroek niet blauw genoeg is, was het in mijn ogen zinvoller geweest om deze groep kinderen een prikker en vuilniszak te geven en ze het schoolplein te laten schoonmaken. Gelukkig was ik ook aangenaam verrast om te zien dat er nog een oud-leraar werkte. Toen het jonkie van de school, nu de nestor. Meneer De Windt, nog altijd even bedaard en vriendelijk. En mijzelf kennend heeft hij mij – terecht – ook wel eens laten schuren aan die pergola. Dat moet een zeker voortschrijdend inzicht zijn geweest van hem, aangezien hij nu zijn drankje bij de inpandige snèk ging halen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten