‘Welke schoenen zal ik meenemen’?, vraag ik als ik onze
koffer inpak. ‘Minder dan de vorige keer’, hoor ik terugroepen. Ik kijk naar de
zes paar schoenen die klaar liggen en schuif één paar onder het bed. Eén paar
nette schoenen, je weet nooit waar je terecht komt en voor de rest vooral
schoenen die overal bij kunnen. Met andere woorden flip flops en flatjes.
Schoenen die makkelijk aan en uit gaan. Even naar het strand is geen probleem,
je schopt de schoenen snel uit, schudt het zand eruit en trekt ze weer aan. Met
de slippers helemaal geen probleem. Slippers staan leuk onder een korte broek,
onder een lange broek, onder een rokje, jurk, ga maar door. En tegenwoordig
zijn ze nog leuk ook, met de nodige bling bling zijn het echte eye catchers.
De eerste vakantie met mijn man was in Europa. We gingen
naar Oostenrijk. We hadden een grote bus, dus de vraag over welke schoenen ik
mee zou nemen was er niet. Ik kon ze allemaal wel meenemen, plek genoeg. Als
kind was ik ooit wel eens in Oostenrijk geweest en ik kon me vooral de camping
herinneren en de bergen. We hebben er één beklommen, op begaanbare paden. Aan
het einde van de tocht kregen we als beloning een stempel. Bij zes stempels
zouden we een speldje krijgen, dus dat werd een doel, maar om die zes stempels
te krijgen moest je ook zes bergen beklimmen en dat was een minder haalbaar
doel. De andere bergen hebben we per auto afgelegd. Pas vlak voor de top liepen
we enigszins hijgend de berghut binnen om de stempel te ontvangen. Het speldje
heb ik niet meer. Of dat te maken heeft met enige onvoldoening weet ik niet.
Waarschijnlijk door alle verhuizingen gewoon kwijt geraakt.
Ook die vakantie gingen we een berg beklimmen. Ik kom de tent uit met mijn flatjes aan, blote voeten erin en een korte broek aan. Mijn man komt de tent uit en heeft zware bergschoenen aan, dikke sokken en een stevige broek. De berg heeft even moeten wachten. We zijn eerst het dorpje ingereden om voor mij echte bergschoenen te kopen, want een berg beklim je niet op flatjes. Mijn verweer over Curaçao en de Christoffelberg op slippers mocht niet baten. Ik moest stevige schoenen aan.
Ook die vakantie gingen we een berg beklimmen. Ik kom de tent uit met mijn flatjes aan, blote voeten erin en een korte broek aan. Mijn man komt de tent uit en heeft zware bergschoenen aan, dikke sokken en een stevige broek. De berg heeft even moeten wachten. We zijn eerst het dorpje ingereden om voor mij echte bergschoenen te kopen, want een berg beklim je niet op flatjes. Mijn verweer over Curaçao en de Christoffelberg op slippers mocht niet baten. Ik moest stevige schoenen aan.
Nu heb ik de hele vakantie slippers gedragen. Ik heb op die
slippers alles gedaan, de tafelberg beklommen, door de kunuku gelopen, bij St.
Jorisbaai door de mondi gewandeld. Zoals een echte Antilliaan betaamt. Af en
toe even stoppen om een pika uit de zool te trekken om daarna weer door te
lopen. Mijn man probeerde nu deze gewoonte over te nemen en heeft ook veel op
slippers gelopen, maar die pika’s daar kon hij niet aan wennen. En hoewel geen
berg voor hem te hoog is, was het ongelijke stoepje bij de grotten van Hato net
een tree te hoog. Het vloeken ging hem steeds beter af in het Papiaments, nu
het lopen op slippers nog. Op mijn vraag of we de Christoffel nog gingen
beklimmen kreeg ik geen antwoord meer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten