zondag 8 september 2013

flip flops

‘Welke schoenen zal ik meenemen’?, vraag ik als ik onze koffer inpak. ‘Minder dan de vorige keer’, hoor ik terugroepen. Ik kijk naar de zes paar schoenen die klaar liggen en schuif één paar onder het bed. Eén paar nette schoenen, je weet nooit waar je terecht komt en voor de rest vooral schoenen die overal bij kunnen. Met andere woorden flip flops en flatjes. Schoenen die makkelijk aan en uit gaan. Even naar het strand is geen probleem, je schopt de schoenen snel uit, schudt het zand eruit en trekt ze weer aan. Met de slippers helemaal geen probleem. Slippers staan leuk onder een korte broek, onder een lange broek, onder een rokje, jurk, ga maar door. En tegenwoordig zijn ze nog leuk ook, met de nodige bling bling zijn het echte eye catchers.
De eerste vakantie met mijn man was in Europa. We gingen naar Oostenrijk. We hadden een grote bus, dus de vraag over welke schoenen ik mee zou nemen was er niet. Ik kon ze allemaal wel meenemen, plek genoeg. Als kind was ik ooit wel eens in Oostenrijk geweest en ik kon me vooral de camping herinneren en de bergen. We hebben er één beklommen, op begaanbare paden. Aan het einde van de tocht kregen we als beloning een stempel. Bij zes stempels zouden we een speldje krijgen, dus dat werd een doel, maar om die zes stempels te krijgen moest je ook zes bergen beklimmen en dat was een minder haalbaar doel. De andere bergen hebben we per auto afgelegd. Pas vlak voor de top liepen we enigszins hijgend de berghut binnen om de stempel te ontvangen. Het speldje heb ik niet meer. Of dat te maken heeft met enige onvoldoening weet ik niet. Waarschijnlijk door alle verhuizingen gewoon kwijt geraakt.
Ook die vakantie gingen we een berg beklimmen. Ik kom de tent uit met mijn flatjes aan, blote voeten erin en een korte broek aan. Mijn man komt de tent uit en heeft zware bergschoenen aan, dikke sokken en een stevige broek. De berg heeft even moeten wachten. We zijn eerst het dorpje ingereden om voor mij echte bergschoenen te kopen, want een berg beklim je niet op flatjes. Mijn verweer over Curaçao en de Christoffelberg op slippers mocht niet baten. Ik moest stevige schoenen aan.
Nu heb ik de hele vakantie slippers gedragen. Ik heb op die slippers alles gedaan, de tafelberg beklommen, door de kunuku gelopen, bij St. Jorisbaai door de mondi gewandeld. Zoals een echte Antilliaan betaamt. Af en toe even stoppen om een pika uit de zool te trekken om daarna weer door te lopen. Mijn man probeerde nu deze gewoonte over te nemen en heeft ook veel op slippers gelopen, maar die pika’s daar kon hij niet aan wennen. En hoewel geen berg voor hem te hoog is, was het ongelijke stoepje bij de grotten van Hato net een tree te hoog. Het vloeken ging hem steeds beter af in het Papiaments, nu het lopen op slippers nog. Op mijn vraag of we de Christoffel nog gingen beklimmen kreeg ik geen antwoord meer.  



Geen opmerkingen:

Een reactie posten