Op de basisschool in Nederland moest ik vaak uitleggen waar
ik vandaan kom. Bonaire. Hadden velen nog nooit van gehoord. Na een paar
spreekbeurten wisten de meesten het toch wel te vinden op de kaart, maar daar
hield het op. De informatie die ze ervan hadden , kwam van mij. Ik had ze van alles op de mouw kunnen
spelden, maar mijn trots op mijn roots heeft mij hier onbewust van weerhouden.
Dat ik al had gevlogen was voor velen wel het toppunt van
luxe. Ik was een soort van ontdekkingsreiziger. Zelf vond ik het inmiddels ook
heel speciaal. Ik was tien en had al meer dan 8 keer gevlogen. Dat het
merendeel daarvan op en neer van Bonaire naar Curaçao was maakte niet uit. Ik
had gevlogen. Dat zij dezelfde afstand aflegden, maar dan in een auto is nooit
als vergelijking verteld.
De meesten uit mijn klas waren nog nooit in Amsterdam
geweest. Dat lag ruim honderd kilometer verder. Sterker nog. De meesten waren
nog nooit het dorp uitgeweest. De gemeente grens was al een hele happening. Met
mijn verre buitenlandonderneming was ik een soort van bezienswaardigheid. Toen
wij op mijn veertiende weer teruggingen was dat de bevestiging. Ik was een
wereldreiziger.
Het werd mij al snel duidelijk op Curaçao dat ik helemaal
niet zo bijzonder was. Om van het eiland af te komen moest je wel vliegen. Ik
had inmiddels vrienden die vele malen vaker dan mij hadden gevlogen. Vrienden
met huizen in het buitenland. Die zoveel meer van de wereld hadden gezien dan
ik. Snel stond ik weer met beide benen op de grond.
Ook tijdens mijn studie en nu op het werk ontmoet ik veel
mensen die veel meer van de wereld hebben gezien dan ik. Rondreizen door Azië,
Afrika en het Midden-Oosten. Overal zijn ze geweest. Overal vliegen ze heen. Er
zijn dus een heleboel wereldreizigers.
Het gevoel van wereldreiziger zijn zit hem niet alleen in
het vliegen. Ook in mijn vrienden. De contacten van toen waren en zijn heel
divers. Vanuit vele uithoeken van de wereld zijn hun ouders door de jaren en
eeuwen heen op Curaçao terecht gekomen. Met elk hun cultuur en gewoontes die ze
meenamen. Deze heb ik omarmd en leren kennen. Zij zijn mij dierbaar en maken
van mij die wereldburger.
Dus ja, in sommige ogen ben ik exotisch en heb ik veel
gezien van de wereld, waarschijnlijk minder dan een heleboel Nederlanders op
dit moment, maar die cultuur die ik meeneem, die maakt dat ik mij rijk voel.
Dat ik mij een uitzondering voel.
Ook nu ken ik mensen
die nooit verder dan de gemeente grens zijn gekomen. Voor hen ben ik enorm
exotisch. Maar als je me op een zondag in een joggingbroek met slobbertrui door
het huis ziet lopen, dan is daar weinig exotisch aan hoor. Bedenk dan dat ik
achter mijn pc kruip en mij onderdompel in de wereld van fb. Een wereld van
culturen en gewoontes die met elkaar versmelten en waar iedereen gelijk is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten