zaterdag 16 juni 2012

Eetgewoontes


Iets bestellen van de menu kaart dat je eigenlijk niet kent is best een risico. Wie weet wat je te eten krijgt. In China zou ik mij daar niet aan wagen, aangezien ze daar ook hond en kat voorschotelen. Laat staan al die spinnen en andere insekten. Ik wil ze niet levend, maar zeker ook niet dood op mijn bord zien.
Voor mijn moeder is dit een soort sport geworden. Iets bestellen, waarvan ze niet weet wat het is. Dat bleek in Spanje een heel klein gerechtje te zijn, opgediend in twee hele kleine schelpjes.
Nu zijn de meeste Nederlanders niet zo ondernemend wat betreft hun eetkeuzes. In Spanje eten ze het liefst bij Kees Kroket en in Turkije lopen ze graag een blokje om naar Fred Frikadel. Ook Hans en Frietje, ooit een frietkraam op Curaçao kon geen kwaad doen bij de Nederlanders. Wat de boer niet kent, dat vreet hij niet.
Zelf wil ik graag dingen proberen, maar wel binnen de grenzen van mijn voorstellingsvermogen. Ik ben erg visueel ingesteld, een echte plaatjesdenker, dus het moet er al wel een beetje lekker uitzien. Mijn tante had jambo gemaakt. Nu ik daar woonde ( net vers uit Nederland gekomen in de jaren tachtig) moesten we dat een keer eten. Het zag er net zo uit als erwtensoep. Net zo groen in ieder geval en dat kende ik, dus dat kon geen kwaad dacht ik. Tot ik de lepel in de kom soep zette en naar mijn mond wilde brengen. De slijm trok een sliert van soepkom tot aan de lepel die gevaarlijk dicht in de buurt van mijn mond kwam.
Het beeld dat mij voor ogen schoot was dat ik die slijmsliert op zou slurpen en dat ik in één slurp de hele kom leeg zou zuigen. Met alle beleefdheid die ik als puber in mij had heb ik de soepkop teruggegeven om vervolgens nooit meer jambo te eten.
Jaren later lag een bekende van me in het Sehos. Op het menu van die dag stond lenga. Wachtend op de vis die zou komen werd ze onaangenaam verrast met de tong die op haar bord lag. Weliswaar ook een tong, maar geen die ooit in de zee had gezwommen.
Andersom gebeurt het ook. Dan komt een Antilliaan op de boulevard van Scheveningen en ziet daar een haringkar staan. Lekker visje eten. Totdat hij ziet dat deze rauw, aan zijn staart omhoog gehouden opgegeten wordt. Of de erwtensoep. Die qua kleur toch veel weg heeft van de jambo. Die hij waarschijnlijk kent van thuis. Vol goede moed zet hij de lepel in zijn soepkom, en als hij een beetje pech heeft blijft de lepel staan. Zo dik is de soep gemaakt.
In Nederland kan je ook eten uit de Antilliaanse keuken. Gisteren nog gegeten in Rotterdam. Een geweldig leuk restaurant,  goede vrienden, prima sfeer. Maar de kaart wordt wel aangepast aan het land waar ze zitten. Ze willen hun Nederlandse klandizie ook niet kwijt. Dus wel banana hasa, scampi’s, bakijouw en funchi hasa, maar geen lenga, igra, kabes, iguana of sopi mondongo.
Nederland is er nog niet klaar voor. Ik ben er nog niet klaar voor. Eerst die plaatjes uit mijn hoofd, dan ontstaat er misschien ruimte. Hoewel, met dubbele tong praten is voor niemand plezierig om naar te luisteren, en ik ben al slim zat, hoef er geen hersens bij te hebben om te weten dat ik het misschien toch maar niet moet doen.


1 opmerking:

  1. Ik vraag me echt af wat er van geworden is met de eigenaren van Hans en Frietje ?
    Zijn ze failiet gegaan of naar een andere plek?

    BeantwoordenVerwijderen