zondag 18 maart 2012

spoken

 Ik zie en berichtje voorbij komen op facebook over een dochter die een ouijabord wil aanschaffen. De reacties liegen er niet om. Niet doen. De meesten geven aan er vroeger één gehad te hebben, er niet in te geloven, maar toch om het niet te doen.
Ik woon in nuchterland. De mensen hier geloven niet in dat soort dingen. Ik heb wel eens iets geroepen op mijn werk, maar het werd afgedaan als grote onzin. Behalve door die ene collega die iets van Indisch bloed in zich heeft zitten.
In mijn pubertijd deed ik er niet veel mee. zo’n ouijabord hadden wij  thuis niet. We maakten het zelf. Allemaal kaartjes met daarop de letters van het alfabet, een ja en nee kaart en een glaasje. Ik geloof dat ik niet één keer mee heb gedaan. Veel te eng vond ik het. Stel je toch eens voor dat dat glas echt vanzelf zou gaan bewegen.
Wel hebben we spookhuizen bezocht en veel spookverhalen vertelt aan elkaar. Altijd diep in de nacht. Meestal met de nodige drank op. Die verhalen deden mij veel. Het verhaal over de Caracasbaaiweg, dat daar een man lifte , en als je die geen lift zou geven, dan zat hij ineens in je auto en kreeg je een ongeluk. Jarenlang heb ik niet door de achteruitkijkspiegel durven kijken op de Caracasbaaiweg. Stel je voor dat hij er zou zitten.
Of die non op Barbara beach. Dat zij om 12 uur ’s nachts op de trappen van het strand zou staan met haar hoofd in haar handen. En toen waren wij op een weekendhuis aan het Spaanse water. En we gingen varen. Om 12 uur precies, midden in de nacht voeren wij voor Barbara beach langs. Ik ben nog nooit zo bang geweest als toen. Ik was ook nog nooit zo blij toen we weer terug waren bij het weekendhuis. Heb geen oog dicht gedaan die nacht.
Spookhuizen bekijken had ik beter bekeken. In die tijd was ik van onze vriendengroep één van de weinige met een rijbewijs. Als en of we gingen kijken bij een spookhuis had ik dus zelf in de hand. Voelde ik mij op dat moment niet lekker of veilig genoeg, dan had ik geen zin. Ik had het rijbewijs, dus ik bepaalde. We zijn er wel eens geweest, maar meestal overdag.
Aan de ene kant vond ik de verhalen doodeng, aan de andere kant fascineerden ze me enorm. Moest ik het nou geloven of niet. Is er meer na het leven op deze wereld? Ik wil dat wel graag geloven.
Dan wil ik wel graag komen spoken, maar alleen bij mensen die er niet bang voor zijn. Of bij mensen met wie ik nog een appeltje te schillen heb. Ik zal ze in ieder geval in Nederland een ander inzicht geven in het hiernamaals. Niks geen ouijaborden, gewoon met die glazenschuiven. Aan tafel bij het eten, even ruilen mensen. Niet moeilijk doen, niet allerlei mediums bellen, gewoon even aan de buurvrouw vragen, je weet wel, die uit Curaçao komt. Die kan jullie helpen. Vertellen dat het heel gewoon is en dat ze zich geen zorgen hoeven te maken. Hooguit bij het wegrijden. Als er een lifter staat. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten