zondag 4 september 2011

kerosine en warmte


Ik kan de kerosine lucht van de vliegtuigen op Hato nog altijd ruiken.  Het eerste gevoel van thuiskomen noemde ik het altijd. Dan stond je daar boven aan die vliegtuigtrap, je werd overvallen door die kerosinelucht vermengd met de warmte die van het platform afkwam en je wist het: ik ben weer thuis. Hoe jammer vind ik het dan ook dat we nu al weer een aantal jaren door een slurf geloodst worden om vanuit het airco vliegtuig , door de airco slurf, bijna warmteloos naar de airco aankomsthal worden gebracht. Een stukje nostalgie dat mijns inziens moest wijken voor het comfort van wie?

Ik heb geen idee. Waarschijnlijk bedacht door een aantal mensen die vonden dat Curaçao een eiland van wereldformaat was, dat dus ook moest voldoen aan de standaard voor wereldformaat steden. Een slurf met airco dus.

Ik heb aan de andere kant gehoord dat een Amerikaanse vliegmaatschappij dit heeft bedongen, voordat het besloot om wekelijks, zo niet dagelijks op Curaçao te vliegen. Want de Amerikanen zijn deze luxe gewend en anders zouden ze niet naar het eiland willen komen.

Ja, ik zie het al voor me dat de gemiddelde Amerikaan bij het boeken van een vlucht naar Curaçao vragen of er bij aankomst wel een aircoslurf is waar ze doorheen mogen lopen, anders krijgen ze het namelijk zo warm en dat is toch echt niet de bedoeling als je naar een tropisch eiland gaat.

Nee, zo zal het niet gegaan zijn, of het überhaupt doorgedrukt is door de Amerikanen durf ik ook niet te beweren. Nogmaals , het is van horen zeggen. Feit blijft dat ik het jammer vind.

Ik vond het mede om deze reden altijd heel frustrerend als de vlucht een tussenlanding maakte op Aruba en je mocht er niet uit; ondertussen gingen deuren van het vliegtuig wel even  open. Je rook de kerosine en je voelde de hitte van het platform het vliegtuig in dwalen, maar je was nog niet thuis. Vaak stonden we in de deuropening, te mijmeren over hoe het over anderhalf uur zou zijn. Want die tijd stond je meestal wel aan de grond. Samen met vrienden , die ook naar huis gingen, stond je alvast plannen te maken voor die avond, we raakten al helemaal in de stemming, en dat allemaal door die lucht en die warmte.

De gemiddelde Nederlandse  toerist die ook in het vliegtuig zat had er meer moeite mee. Die begonnen naar zakdoeken te zoeken en droogden hun bezwete hoofden ermee af. Zweetplekken onder hun oksels namen ware vormen aan en de broeken en rokken, die zo keurig de laatste tien uur hadden overleefd, kleefden nu aan hun benen.

‘Sjezus, wat is het hier heet’, hoorde je om je heen, als ook:

‘Kan die airco niet aan?.

Geen probleem meneer, die airco op het eiland staat hier al duizenden jaren aan. Die heet de passaatwind en waait nagenoeg altijd.

Menig verhaaltje wordt beëindigd met de woorden: en de olifant met zijn lange snuit, blies het verhaaltje uit. Toch jammer dat deze olifant als taak heeft, een surrogaat verkoeling te moeten bieden aan hen die de warmte van het eiland niet meteen , maar pas bij het verlaten van de aankomsthal willen voelen.

Welkom in de tropen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten