maandag 24 oktober 2016

remigreren part 6

Het leuke van remigreren is dat je op vele plekken oude en nieuwe bekenden tegenkomt. Mensen nog van heel vroeger, maar ook recent gemaakte vrienden die hier ook wonen.
In de supermarkten is het één grote ban topa. Duurde het doen van de boodschappen vroeger een uurtje, ik ben nu minstens twee uur kwijt. Mijn producten heb ik zo gevonden, maar in elke rij waar ik doorheen loop ontmoet ik minstens één bekende. Meestal herken ik ze zelf ook, hoewel ik niet iedereen meer bij naam ken, maar soms is het mij ontschoten en moet ik helaas vragen met wie ik het genoegen heb. Gelukkig wordt het mij niet kwalijk genomen, maar als ik ze weer tegen kom kan ik het natuurlijk niet maken om de namen wederom niet te kennen, laat staan gezichten niet meer te herkennen. Ik maak mentale aantekeningen, maar neig er ook naar om aantekeningen op papier te maken. Dan kan ik er af en toe even naar kijken. Vrouw, vroeger op school, nu werkzaam bij huppeldepup, getrouwd met meneer X, heeft twee kinderen. Of meneer X, ken ik nog van het uitgaan, had toen een relatie  met mevrouw Y, maar is nu gescheiden. Dat helpt me wel. Mijn man kan me er niet bij helpen. Voor hem is iedereen nieuw. Hij haakt al gauw af tijdens gesprekken als we het hebben over die ene, je weet wel, die zus van de buurman, die vroeger op Mahaai woonde, ja, met die grote honden in de tuin, en waar toen die boom om was gevallen. Hij volgt het niet en ik snap het wel.
Ik probeer in gesprekken zo min mogelijk te vervallen in het verleden, maar soms is het zo fijn, maar vooral ook zo makkelijk. Voordat ik mijn man heb uitgelegd wie iemand is zijn we een dag verder. Familieverbanden zijn sowieso ondoorgrondelijk hier op het eiland. Op de een of andere manier is iedereen wel met elkaar verbonden met een verre achterneef- of achternicht. Mijn man heeft de moed allang opgegeven door te vragen wie wie is, maar zoonlief vraagt iedere keer wie die mevrouw of meneer is met wie ik in gesprek ben. Meestal antwoord ik met een vriend of vriendin van vroeger en dat is voor hem voldoende. En dat zou het voor mij ook moeten zijn. Maar die ene keer dat ik het dan even niet weet, dan laat het mij niet los. Ik pieker me suf en probeer in het achterste van mijn brein te bedenken met wie ik dus het genoegen had. En dan zijn al die verbanden heel handig. Ik bel een vriendin of mijn zus en samen pluizen we het raadsel net zolang uit tot we weten over wie ik het heb. Facebook is daarbij een dankbare hulp. Even checken thuis naar de naam en voilà.  Want het is alleen de naam, alle ins en outs weet ik wel te vertellen. Net zo als men dat ook van mij weet, je weet wel, die mevrouw die voor de krant schrijft, met die zoon en man en die kat met drie poten, haar naam weet ik niet meer, maar volgens mij zit ze ook op facebook, even googelen. Woonde ze nou hier of toch niet?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten