Een lome warme middag op het strand van Mambo. Daar lagen we
op een bedje te genieten van onze zoon die helemaal los ging op een groot
luchtkussen paradijs dat ik het water ligt. We worden opgeschrikt door een
enorm lawaai dat vanuit het oosten, over het water, onze kant uit komt. Een
grote oceaan racer buldert met een lawaai van jewelste over het water heen. We
kijken nog even door tot de wind het geluid vangt en wegneemt van ons.
En dan ineens zien we dat de racer de baai in is gevaren. Weliswaar
met minder kracht en minder lawaai, maar hij is er toch echt. Hij manoeuvreert
zich tussen de zwemmende mensen in om aan te meren op het zand. Hij is helemaal
doorgevaren tot aan het strand. De zwemmers ontwijkend. Verbaasd vergaap ik mij
aan dit tafereel in afwachting van de securities die hier ongetwijfeld iets van
komen zeggen. Dit kan niet de bedoeling zijn.
De vaarders kunnen uitstappen zonder natte voeten te
krijgen. Ze staan op het strand, zwaaien hier en daar en begeven zich
vervolgens naar het zwembad waar ze uitgebreid en luid hun drankjes drinken. En
ik ben nog steeds in afwachting van de security.
Ik zie mannen van in de veertig hun zonen roepen om te gaan
kijken naar de racer. Er wordt met name gesproken over PK’s. Foto’s worden er
gemaakt en daar komt eindelijke de security aanlopen. Nu gaat het er van komen.
Nu zal hij zeggen dat dit niet mag en dat de eigenaar zijn boot zal moeten
weghalen. Levensgevaarlijk is het, zo varen tussen de zwemmers door. Ik was
blij dat ons kind op de luchtkussens allerlei capriolen aan het uithalen was en
niet bij de boot in de buurt was. De security bekijkt de boot en gaat er
vervolgens naast zitten. Zijn voet in de buurt van het touw om te voorkomen dat
deze los zou schieten.
Het plaatje klopt niet. De security zegt niets van de boot,
hij bewaakt de boot. De eigenaar en zijn gevolg zitten nog immers luidruchtig
in het zwembad, vaders en zonen maken nu foto’s en wijzen naar de boot als of
zij de eigenaren zijn en ik denk alleen maar: dit kan toch niet waar zijn. De
kans op een ongeluk is zo ontzettend groot. Net zo groot als de boot.
Het enige excuus dat ik kan bedenken is dat dit de ultieme
vorm van gehandicapten parkeren is. Dichter dan dit kan je niet komen op het
strand. Ik mis nog de strandpaal met daarop het blauwe bord waarop een rolstoel
staat komende uit een boot en de blauwe parkeerkaart om aan te geven dat je
inderdaad gehandicapt bent om daar te
mogen staan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten