zondag 22 november 2015

Keukenfeest

Feestjes waar Antillianen komen kenmerken zich meestal door de wanorde die dat met zich meebrengt. Al heb je logistiek het geheel nog zo goed uitgedacht en heb je overal in huis de schaaltjes met chips, nootjes, kaas en brood staan. Antillianen laten zich niet leiden door de opstelling van de vrouw of heer des huizes. De Antilliaan staat in de keuken. Ik kan mij geen feest herinneren met Antillianen waarbij de keuken niet het centrum was van het feest. Al van kinds af aan. Hadden wij thuis een feest of een feest bij een oom of tante, het gebeurde altijd in de keuken. Daar werden de familieruzies uitgevochten, daar werden familieleden ook weer verzoend met elkaar. Daar werd het eten voorbereid, maar voordat het de keuken uit kon, ging de schaal eerst daar rond, waarna deze steevast hervuld moest worden. Als kind renden wij nog door het hele huis, daarbij de keuken juist vermijdend, aangezien je daar dan altijd weer handjes en kusjes moest geven aan al die tantes en ooms die net binnen waren gekomen. De gewoonte van keukenhangen heb ik pas overgenomen toen ik in Nederland kwam studeren. Daarvoor vertoefden wij liever op de porch, juist weg van het toeziend oog van de ouders. In mijn studententijd zat de studentenkamer altijd vol bij feestjes. Daar viel het minder op dat de Antillianen in de keuken stonden. Er was geen plek om allemaal in de woonkamer te zitten, dus wij stonden in de keuken. Wij regelden de uitvoer van hapjes en de biertjes gaven we wel door. En nog steeds vind je ons daar. Zo ontstond er ook altijd een soort van scheiding tussen de Antillianen die op het feest waren en de Nederlanders die er waren. Zonder iemand daar de schuld van te geven, maar een vermenging vond er nagenoeg niet plaats. Toch kwam ons dat wel eens op kritiek te staan, maar veel hebben we ons daar niet van aangetrokken. In ieder geval niet genoeg om het te veranderen, want we staan nog steeds in de keuken. In de buurt van de koelkast. Daar wordt er gehangen tegen het aanrecht. Natuurlijk staan we daar iedereen gruwelijk in de weg, maar we doen rustig even een stap opzij, om ons daarna weer tegen het aanrecht aan te vlijen. Er is ons wel eens gevraagd of we weer de kamer in wilden komen, maar los van het bekende ‘ja zo meteen’ zijn we nooit gekomen. Elk feest weer analyseren we ons suf waarom we toch steeds in die keuken staan. We komen nooit veel verder dan dat de drank dichtbij staat en de hapjes onder handbereik. Onze partners hebben zich er inmiddels bij neergelegd, sterker nog, ze hebben deze gewoonte overgenomen. En samen doorstaan we verhitte discussies over vele uiteenlopende zaken waarna we elkaar met een flinke schouderklop of brasa weer even laten weten blij te zijn elkaar te kennen. Daarbij af en toe een pas opzij zettend voor de vrouw des huizes of voor de kinderen die nu tussen ons door rennen, alle uitgestoken handen ontwijkend van ooms en tantes die nog even gedag willen zeggen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten