Voordat angry birds hip werd hadden wij al een angry bird in
huis. Een groene papagaai, die, hoe kan het ook anders, Lorre heette.
Lorre was oorspronkelijk van mijn opa. Mijn Curaçaose opa
Casimiri. Die wilde in Nederland een tropisch vriend in huis en dat werd Lorre.
Bij zijn overlijden bleef Lorre een beetje over bij de erfenis. Een tante nam
hem liefdevol op in haar huis. Lorre hoorde bij de familie en moest in de
familie blijven. Als erfstuk van opa. Maar Lorre was niet zo lief. Sterker nog,
Lorre was eigenlijk een kreng van een beest. Hij beet als je niet uitkeek, maar
hij kon vooral heel hard krijsen. En altijd op die momenten dat het niet
uitkwam.
Boven alles en iedereen uit vond Lorre dat hij zijn stem
mocht verheffen. Geen gezellige klets wat sommige papagaaien nog wel kunnen,
nee hij had zich gespecialiseerd in heel hard krijsen. Het enige dat hielp was
een doek over de kooi doen. Zo geconditioneerd was hij dan weer wel. De doek
erover, slapen. Dan was hij stil.
Mijn tante heeft het een tijd volgehouden, maar op zekere
dag was de maat vol. Onder het mom van, de erfenis moet je eerlijk verdelen,
mocht Lorre nu wel een tijdje bij een andere broer of zus wonen. Als kind ben
ik niet bij de besluitvorming betrokken geweest, maar Lorre kwam bij ons wonen.
En ik vond het geweldig leuk. Nog een beest erbij. Bij de kat, de hond, de
konijnen en onze landschildpad kon ook wel een papagaai wonen. Met kooi en al
werd hij van Nijmegen naar het oosten van het land gereden waar hij een mooi
plekje bij het raam keek. Dat was wel een mooie plek, dan kon hij ook beetje
naar buiten kijken. Opa keek ook altijd graag naar buiten. Vooral naar mooie
zonsondergangen. Dat deed hem altijd aan Curaçao denken.
Het wennen aan zijn nieuwe leefomgeving heeft niet zo lang
geduurd bij Lorre. Hij liet zich al gauw van zijn beste kant zien. Hij gilde er
lustig op los. Het liefste als mijn vader even een dutje op de bank wilde gaan
doen. Menig schoen is in die periode richting kooi gegooid. Meestal raak, soms
ook faliekant mis. Lorre was er niet van onder de indruk. Die gilde nog harder.
Televisie kijken, stofzuigen, kletsen, het maakte allemaal niet uit. Lorre liet
zich horen. ‘
En toen kwam dat onvermijdelijke moment. Ook wij waren door
ons erfenisgeduld heen. Inmiddels had Lorre zijn reputatie de ronde gedaan
binnen de familie en ieder ander deed afstand van zijn erfenisrechten. Opa kon er toch niets meer van zeggen. Wij
stonden ondertussen op het punt om te remigreren naar Curaçao en het besluit
over Lorre was genomen. Hij ging niet mee.
Uiteindelijk is Lorre gaan wonen bij een papagaaien
opvanghuis. Met pijn in ons hart, maar met jubelende oren was deze afspraak
gemaakt. En het wonder geschiede. Hij zag zijn nieuwe leefruimte aan, keek eens
goed rond, koos een papagaaienvrouwtje, ging naast haar zitten, en volgens de
verzorgers die we nog een paar keer spraken daarna is hij niet meer van haar
zijde geweken en heeft hij enkel nog gekird.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten