Het is ongehoord, maar het is begin november en ik loop in
mijn zomerkleren. Blote voeten in mijn schoenen, hemdje aan met een blouse los
erover, zonnebril op en iets drinken op het terras.
Bij onze laatste verbouwing is het ons gelukt om een walking
closet te realiseren. Dat betekent dat al mijn kleren het hele jaar in zicht
zijn. Ze verschuiven wel eens van plank, omdat een trui zich makkelijker laat
pakken van een plank op ooghoogte dan van de bovenste plank, maar verder
schuift het allemaal niet zo.
Ik kan mij nog herinneren van vroeger, toen ik nog in
Nederland woonde, dat in de zomer de winterkleren in koffers zaten, die op
zolder lagen, en in de winter lagen de zomerkleren in de koffers. Twee keer per
jaar hadden wij een grote passessie. Wat kon nog een seizoen mee en wat mocht
echt weg.
De laatste paar weken heb ik regelmatig aan die koffers
gedacht. Ook omdat ik verschillende mensen sprak die klaagden dat ze hun
zomerkleding al hadden opgeborgen en nu dus niet goed wisten wat ze aan
moesten.
Ik had mijn dikke truien nog niet verplaatst. Ik had ze eens
goed aangekeken. Ik hoefde ze niet te passen.
Het passen zou het probleem niet zijn, zo’n dikke trui verbergt elke
vorm van vrouwelijkheid, die zijn altijd groot en wijd dus die paar kilo meer of
minder is niet zichtbaar. Ze representeren hooguit modebeeld van enkele jaren,
maar dat kan me weinig deren. Ik trek ze alleen aan als het echt niet anders
meer kan. Bij het aantrekken van dikke truien geef ik mij over aan de kou en
dat wil ik eigenlijk niet. Als ik die kou negeer is hij er niet, probeer ik mij
al jaren wijs te maken.
Goed, die zomerse weken die er nu zijn. Het is al een paar
weekenden prachtig weer. In de twintig graden met soms een zacht windje erbij.
Ik geniet er van met volle teugen. Ik zie de toekomst weer positief tegemoet en
pak alles aan wat ik aan kan pakken. Niets is mij teveel en ik lijk overdag
energie voor tien te hebben.
Op het terras waren alle plekjes bezet. We schoven aan bij
vreemden aan tafel en genoten van een wijntje in de lage zon die iets harder
moest werken om warmte af te geven. Van mij mag het best nog even zo blijven.
Het is geen geheim dat ik niet zo’n liefhebben ben van de
wintermaanden. Sneeuw kan mij wel bekoren, zekere die eerste sneeuw die valt
vind ik iets magisch hebben en als het blijft liggen, dan heb ik plezier voor
tien in de sneeuw, maar die kou die erbij hoort heb ik niet graag. En het duurt
ook zo lang. Daarom geniet ik nu extra van deze paar weken die we cadeau hebben
gekregen.
Alleen die klok die ze een uur terug hebben gezet gooit wat
roet in het eten. Het wordt weer vroeger donker. Mijn man zegt, ik kom weer in
de Curaçao modus. Het is nu inderdaad zo rond zes uur donker. Het duurt nooit
zo lang, die periode dat de donkerwordtijd op die van Curaçao lijkt. Al gauw
zal het rond vier uur donker worden. Ik tel de dagen af tot 21 december. Vanaf
die dag wordt het elke dag weer wat langer licht.
Ik laat mijn zomerkleren maar op die middelste plank liggen.
Wishfull thinking? Vast wel. Maar zolang ze binnen handbereik liggen kan ik ze
snel pakken om aan te trekken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten