maandag 25 augustus 2014

schieten

Na ruim tien uur reizen staan we weer op CuraƧaose bodem. De eigen geur, de warmte, de mensen, het is allemaal weer even vertrouwd en fijn. Na de douane controle rent onze zoon voor ons uit naar buiten, naar opa en oma toe. Veilig in hun armen komen ze ons tegenmoet.
Hoe anders had het kunnen lopen.
We zijn nog niet de trap op richting auto als we schoten horen. Niet van een enkel pistool, maar van een automatisch pistool. Vele schoten, kort achter elkaar. We duiken ineen en besluiten ter plekke om te gaan rennen naar de auto. Om ons heen zien we mensen op de grond gaan liggen. Je voelt de angst om je heen. Met ons is ook een grote groep scouting kinderen aangekomen, maar daar denk ik pas veel later die avond weer aan. De eerste zorg is het eigen gezin veilig in de auto en van het vliegveld af te krijgen. En dat is gelukt. Voor ons wel. Voor anderen niet. Zij moesten met de ambulance worden afgevoerd of erger.
Hoe anders had het kunnen lopen.
Ik kan het beeld maar niet uit mijn gedachten krijgen van die kleine die naar opa en oma toe rent. Stel dat ze op dat moment hadden bedacht om te gaan schieten. Wat dan? Had ik dan dit ooit kunnen schrijven? Ik kan het niet eens opbrengen om het op te schrijven, wat er dan had kunnen gebeuren.
Ik ben zo aangetast in mijn veiligheid dat ik nu in een dicht huis zit. Het is nog geen half negen in de avond. De honden slaan aan en ik ben bang. Ik voel me niet veilig. Bij elk hard, onverwacht geluid duik ik inwendig in elkaar. Mijn zoon duikt letterlijk in elkaar en vraagt elke keer angstig: wat is dat mama? De avond van het schieten konden we hem nog redelijk gerust stellen met het verhaal dat het waarschijnlijk vuurwerk is geweest, maar de dag erna konden we er niet meer omheen.
Mogelijk is slachtofferhulp een optie om dit een plek te geven.
Ik kan er niets vrolijks over vertellen. Ik kan er niets positiefs uithalen. Ik kan er geen draai aan geven. Ik kan het niet omdenken. Ik kan enkel denken: wat hebben wij een hoop beschermengelen bij ons gehad, mijn dank is groot. Ik hoop nog heel lang gebruik te mogen maken van jullie en niet alleen ik, ook de anderen van dit bijzonder eiland die hier niets, maar dan ook helemaal niets mee te maken hebben en er toch elke dag hinder van ondervinden.  
(nu, na ruim twee weken durft mijn zoon pas weer ’s avonds in de auto te rijden, ik heb inmiddels weer enkele ramen open staan in de avond en ik voel mij overdag als vanouds. Het komt wel goed met ons, maar helemaal onbevangen zal ik nooit meer worden en dat neem ik ze heel erg kwalijk).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten