Ik ben opgegroeid met allerlei dieren die niet in huis horen.
Dat wil zeggen, muizen, ratten, schorpioenen, duizendpoten, maribomba’s
(oftewel te grote wespen). Deze heb ik met liefde op het eiland achter me
gelaten. Je kan niet alles missen en je kan niet overal heimwee naar hebben. Ik
heb gekozen om hier geen vervelend gevoel bij te hebben als ik eraan denk.
Groot is dan ook mijn frustratie dat wij regelmatig met
muizen worden geconfronteerd. Zo erg zelfs, dat we muizen hadden in onze
voorraad/trapkast. Veel voorraad staat er niet, wat aardappelen en uien, maar
wel veel potten en pannen en allerlei kookgerei. Geen plek waar je muizen wil
hebben. Dus deze muizenfamilie moest verhuizen. De zachte aanpak werkte niet,
wegwijsbordjes werden niet gelezen, deuren open laten staan zodat ze een makkelijke weg eruit hadden hielp niet. Het
buitenrooster waardoor ze naar binnen zouden kunnen komen dichtstoppen met oude
kranten hield ze niet tegen, dus de hard hand moest eraan te pas komen. Gif
wilden we niet strooien vanwege de kinderen die hier in huis nog wel eens een
snoepje laten vallen op de grond en die daarna met het grootste gemak weer
verder opeten. Klemmen moesten er komen. Van die ouderwetse houten klemmen. Van
die klemmen waar je goed moet oplette hoe je ze instelt, ander heb je zelf
eerst drie keer je vingers ertussen zitten voordat hij gespannen is. En een pot
pindakaas, want inmiddels waren we wel zover dat we wisten dat muizen dol zijn
op pindakaas. Nu is mijn ervaring met
klemmen niet zo heel positief, die ene keer dat wij een rat wilden vangen, die
we buiten hadden zien lopen hadden we ook een (ratten)klem gezet, maar voordat
we die rat hadden gevangen, hebben we eerst vier vogels moeten begraven die in
de klem gevangen zaten.
Dat idee gauw weggestopt in de wetenschap dat we zeker geen
vogels binnen hadden en toch die klem maar gezet. En ja hoor, meteen de eerste
nacht raak. Een muis. En de tweede nacht ook, en de derde. Tot wel veertien
nachten lang. Toen stopte het. Er werd niets meer gevangen, de klemmen bleven
op de pindakaas na leeg. Maar wat was het nou? Hadden we een open verbinding
met buiten gehad en bleven de muizen elke dag binnenlopen, tot ze zelf een
soort van muizenwaarschuwing afgaven aan elkaar met de boodschap: : je komt er
wel in, maar nooit meer uit. Of hebben we nu
opa, oma, ouders, oom en tantes en al het kroost in één keer uitgemoord.
Ach, zo draagt ieder huisje zijn kruisje, of bij zoals bij ons, ieder huisje
herbergt een muisje.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten