Het is
herfstvakantie geweest en dan heeft ons dorp bedacht dat het leuk is om een
zwemvierdaagse te organiseren. Kind enthousiast, dus we doen mee. Dat betekent
wel, vier dagen achter elkaar zwemmen. Er zijn vijf dagen dat je mag komen, dus
je mag nog een keer ziek zijn ook.
Dat betekent
wel meteen dat je ook gebonden bent aan vier dagen je dorp rond zes uur in de
avond. Even een dagje weg kan wel, maar om vier is het toch echt van: we moeten
weer terug, want er moet gezwommen worden.
De knipkaart
die je krijgt is voorzien van naam en leeftijd. Voornaam hoeft niet. Dat kwam
goed uit. Als onze achternaam volstond, dan konden we afwisselen. Leeftijd
maakte ook niet uit. Iedereen onder de twaalf en boven de veertig hoefden maar
tien baantjes te zwemmen.
De eerste
dag ben ik meegegaan. Wat is dat toch altijd koud, zo’n zwembad. Dat wil
zeggen, het wedstrijdbad. Tien baantjes dus, peuleschil, voordat je het weet
ben je klaar. Nou, niet helemaal. We begonnen netjes in baan1 en werkten ons op
tot de laatste baan van het zwembad. Bij baan 4 raakten we in de problemen. Die
was gereserveerd voor volwassenen en om ons joepie nou alleen te laten zwemmen,
dat is niet gezellig. Dus na een waarschuwing van de dienstdoende badmeester,
snel door naar baan 5. De beloning na de tien baantjes is toch wel de douche.
Heerlijk warm. En voor zoonlief was de glijbaan de beloning.
Dat we tien
baantjes zwommen over het hele bad had niet gehoeven begreep ik van mijn man,
die de volgende twee dagen voor zijn rekening nam. We hadden in dezelfde baan
heen en weer kunnen zwemmen. Maar een beetje afwisseling is ook wel leuk. Na
drie baantjes heb je toch niets meer te zeggen tegen die meneer die zo
vriendelijk lacht of tegen die mevrouw met die vreemde badmuts op haar hoofd.
De laatste
dag mocht ik weer. Joepie, dat betekende dat ik de medaille mocht halen die
erbij hoort. Voor de hoeveelste keer ik meedeed moest ik invullen. Als
volwassenen voor de eerste keer, en dan nog maar half, maar dat hebben we er
uiteraard niet bij verteld. Als kind heb ik meerdere keren meegedaan. Die mocht
ik meetellen. Ik had kunnen aangeven dat ik minstens tien keer mee had gedaan,
dan had ik een mooie gouden medaille gehad. Maar ik wilde het voor mijn zoon
niet moeilijker maken dan het was. Hij had zijn bronzen medaille voor deze
zwemvierdaagse dan wel verdiend, maar oei oei oei wat zwemt dat kind slecht.
Hij lijkt wel een zeepaardje, op en neer en op en neer. Ik was er toch zelf bij
dat hij zijn A en B diploma heeft gehaald, maar ik heb gedreigd met zwemlessen
als hij niet beter zijn best ging doen.
Ik heb gezegd dat ik er nog wel een nachtje
over zou gaan slapen, maar wat een nachtmerrie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten