Als ik ’s ochtends wakker wordt is het openmaken van mijn
laptop één van de eerste dingen die ik doe. Even snel kijken op Facebook. Ik
heb het perfecte excuus hierop gevonden, aangezien sommigen dit toch een vorm
van verslaving zouden noemen. Ik wil graag weten wat mijn vrienden en familie
overzees hebben gedaan, terwijl ik lag te slapen. Puur uit interesse natuurlijk
en zeker niet uit nieuwsgierigheid. Hoewel een goede roddel altijd leuk is om
te lezen.
Als mij wordt gevraagd of er nog iets leuks te vertellen was
op Facebook moet ik meestal zeggen dat er niet veel gebeurd is. Tot afgelopen
maandag. Nu kreeg manlief niet eens de tijd om te vragen of er nog iets gebeurd
was. ik liep met laptop en al de slaapkamer weer in om hem te vertellen van de
gruwelijke moord op Helmin Wiels. Ongeloof was af te lezen op mijn gezicht en
ongeloof is ook wat ik bij ieder ander las die er iets over kwijt wilde op
internet. Facebook kleurde zwart onder mijn vrienden.
De vergelijking met Pim Fortuyn werd al snel gemaakt en ik
zie hem ook. Bij Wiels was je of voor zijn ideeën of tegen zijn ideeën lijkt
het wel. Een soort van middenweg was er niet en men kwam openlijk uit voor zijn
of haar mening hierover. Maar dat maakt nu allemaal niets meer uit. Wat Wiels
misschien uiteindelijk ook graag gewild zou hebben gebeurde nu. Er ontstond
verbroedering. Er ontstond een gevoel van saamhorigheid. Men was het met elkaar
eens: het maakte niet uit wat Wiels te vertellen had, je bleef van hem af.
Zoals je van iedereen af hebt te blijven. Het hebben van een mening mag nooit
de reden van moord zijn. En het lijkt dat dat gebeurd is.
Wat de ware toedracht is, is bij het schrijven van deze
column nog niet bekend. Misschien komen we er wel nooit achter, maar wat zullen
ze hun best doen om het te weten te komen. Hoe erg ik het ook vindt, hoe erg ik
het ook veroordeel wat er is gebeurd, ik ben blij met het gevoel van
saamhorigheid dat ik proef onder mijn kennissen en vrienden. Ook onder vreemden
die ik spreek in Nederland hierover. Een soort van musketier gevoel. Eén voor
allen en allen voor één.
Laten we dat gevoel vooral zo houden. Samen zijn we sterk,
samen verwerken we verdriet sneller en beter. Samen bouwen we weer verder aan
de toekomst. Een toekomst waar we met elkaar in vrede samen kunnen leven op dat
hele kleine stukje rots in die immens grote Atlantische oceaan. Ik zet mijn
voeten voorwaarts en zal figuurlijk, en jammer genoeg waarschijnlijk ook
letterlijk, nog vaak struikelen. Dat is niet erg. Ik ben in de wetenschap dat
ik wordt opgevangen door mijn vrienden en familie. Zij geven mij dat gevoel van
saamhorigheid dat ik ook nu voel en ik hoop dat anderen dit ook voelen, want
het voelt fijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten