Je hoort het hier niet vaak meer. Dat je wordt nagefloten
als je op straat loopt. Als je de verhalen mag geloven werd je vroeger altijd
nagefloten als je langs een bouwplaats liep. Ik geloof niet dat dat nog
gebeurt. Kan dat natuurlijk meerdere redenen hebben.
Er wordt in de winter
minder gebouwd, het is koud, dus de mannen hebben wel iets anders aan hun hoofd
dan vrouwen nafluiten.
Of … er zijn te veel
aanklachten geweest van vrouwen, waardoor de mannen het niet meer in hoofd
halen om te fluiten. Voordat ze het weten hebben ze weer een proces aan hun
broek hangen en eigenlijk hadden ze liever zo’n vrouwtje aan hun broek hangen.
De derde reden waarom het misschien niet meer, of minder
gebeurt kan ook mijn leeftijd zijn. Zo kom je op een punt dat je niet meer
wordt nagefloten. Je kijkt nog een keer in de spiegel, tja, je moet bekennen
dat je haar wel eens beter heeft gezeten en ja, die broek had allang een keer
meegegeven mogen worden aan het goede doel, maar hij was nog heel, dus zonde om
weg te doen. Dat bouwvakkers dan niet meer fluiten kon je je nog wel
voorstellen, maar leuk is anders.
Natuurlijk moet je als vrouw mopperen als mannen je
nafluiten. Dat wordt ons geleerd. Dat het niet zo hoort. Dat je je er maar
niets van moet aantrekken, dat het ordinair is en dat ze dat bij iedereen doen.
Maar als jij niet meer iedereen bent, dan wordt het toch een ander verhaal.
Voortaan toch maar wat lippenstift opdoen voordat je de deur
uitgaat. Of in ieder geval die schoen met die hakken in plaats van die platte
zolen. En als je de eerste keer bij het langslopen niet gezien wordt, dan kan
je altijd nog een paar keer op en neer. Dan heb je uiteindelijk wel spijt van
die hakken, maar a la, je moet er iets voor over hebben.
Een andere methode is wat duurder, maar we effectiever. Je
loopt het reisbureau binnen, je koopt een reisje naar Curaçao. Het liefst
alleen of met je vriendinnen. Niet met je vriend of man, die moet je thuis
laten. Bij aankomst op het eiland ga je zo snel als je kan naar Punda. Zo tegen
de avond moet het toch lukken. Nagefloten worden. Op zijn Curaçaos dan wel te
verstaan. Psssst. En als je echt veel geluk hebt, dan hoor je nog een skaatje
erachteraan.
Natuurlijk hoor je het niet leuk te vinden. Je kijkt de man
ook echt vernietigend aan. Je zegt niets, je tuit je lippen en je probeert een
soort van afweergeluid te maken, maar stiekem, heel diep van binnen, gloei je
weer. Yes, denk je, ik wordt weer nagefloten, ik mag er nog zijn. Niets haren
die niet in de juiste coupe zitten, of rok die al even uit de mode is. Je
vrouwzijn wordt erkend.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten