zondag 29 januari 2012

Dushi, mag ik de remote?
Ja hoor, schat, hier is de afstandsbediening.
En heb je misschien mijn lighter gezien?
De aansteker? Ja, die ligt buiten op tafel.

Dushi, de fuse is gebuleerd, hoorde ik laatst van een vriendin. Haar man keek heel even verward op, maar begreep al gauw waar het over ging. Of het nu de taal was die hij beter begreep of het licht dat uitgevallen was, hij liep naar de stoppenkast en verving een zekering.
Ik schijn een ander accent te hebben zodra ik voet op Curaçaose bodem zet. Ik praat met Nederlands met een accent zegt mijn man. Ik was mij daar niet van bewust  tot hij het zei en ik er op ging letten.
Vreemd genoeg schakelde ik in Nederland , bij terugkomst ook meteen weer over op een mengeling van Brabants en ABN Nederlands. Ik heb nog geprobeerd om het niet te doen en mijn Curaçaose accent ook hier te behouden, maar op de één of andere manier krijg ik dat niet voor elkaar. Het wil maar niet lukken. En als ik het dan toch forceer, klinkt het nergens naar. Ik lach mijzelf uit.

Ben ik onder vrienden die van de Antillen komen, dan schakelen we allemaal over op ons mengelmoesje van taal, zonder dat we er erg in hebben.  In dezelfde zinnen zit Nederlands, Papiaments, Engels en soms ook Spaans. Wij verstaan elkaar prima en onze aanhang verstaat ons inmiddels ook , maar onbekenden kijken ons vreemd aan.
Als student werd ons wel eens verweten om gewoon te doen, en niet zo interessant. Hoezo interessant? Je moest eens weten waar we het over hebben, dat is pas interessant. Maar dan waren we weer brutaal. En voor je het weet, was je die Antilliaanse, met die grote mond, dus hield je maar stil.
Ai, weet je, laat me je zeggen wat ik er van vind. Ik goseer iedereen die zijn eigen culture bij zich houdt en die the best van beiden wil salberen. Ik wens je een bon dia en een bon siman aan het begin van de week en noem je dushi als ik je aardig vind. Het maakt mij special. Met een zachte g.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten